Grammatica woordsoorten les 10: wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, schrift en je Chromebook.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, schrift en je Chromebook.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan het wederkerend en wederkerig voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin.
Hoe bereik jij dit doel?
- Herhaling betrekkelijk voornaamwoord en onbepaald voornaamwoord
- Startopdracht: vier verschillende zinnen.
- Uitleg wederkerend en wederkerig voornaamwoord
- Oefening wederkerend + wederkerig voornaamwoord
- Huiswerk online: Opdracht 1, 1a, 2, 4 en 7

Slide 2 - Tekstslide

Stijl - Betrekkelijk voornaamwoord
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

.... te laat komt, komt er niet meer in.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een zin met een betrekkelijk voornaamwoord?
A
Die jongen daar is mijn neefje.
B
De jongen, die daar loopt, is mijn neefje
C
Hoe heet die jongen?
D
Dat jongetje is mijn neefje.

Slide 4 - Quizvraag

Stijl - Betrekkelijk voornaamwoord
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

.... jij tegen hem zei, kon ik niet verstaan.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat

Slide 5 - Quizvraag

Stijl - Betrekkelijk voornaamwoord
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

Hij zei iets ... ik niet begreep.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat

Slide 6 - Quizvraag

Als het woord JE de betekenis MEN heeft, is het een onbepaald voornaamwoord.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een onbepaald voornaamwoord . . .
A
. . . kan tijd, weer of sfeer aangeven met woordje 'het'
B
. . . zegt precies over wie of wat het gaat
C
. . . is bijv.: elk, niemand, ieder, alles, een of ander
D
. . . zegt niet precies over wie of wat het gaat

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het onbepaald voornaamwoord?


Het is hier altijd enorm gezellig.
A
Het
B
hier
C
altijd
D
gezellig

Slide 9 - Quizvraag

Niemand vertelt mij iets!

Het onbepaald voornaamwoord is...
A
Niemand en mij
B
Mij en iets
C
iets
D
Niemand en iets

Slide 10 - Quizvraag

Startopdracht
Maak de startopdracht op blz. 98.
Je krijgt 2 minuten om deze opdracht alleen en in stilte te maken.
Klaar? Lees de theorie door en maak het huiswerk online. Opdracht 1, 1a, 2, 4 en 7
Lukt het niet op je laptop? Telefoon is ook een optie.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden
Bij zin a en c keert het voornaamwoord weer terug naar het onderwerp.
Bij zin b en d komt er iemand bij die iets ondergaat.

Slide 12 - Tekstslide

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord: het onderwerp keert weder in het voornaamwoord. 
Voorbeeld: Ik verbaas me over het vroege drankgebruik van jongeren.
Soorten wederkerende voornaamwoorden:
- Verplicht: Hebben altijd een wed.vnw bij zich: Jij vergist je in de datum
- Toevallig: Hebben soms wel, soms niet een wed.vnw. bij zich. Deze kunnen ook de woorden mezelf, zichzelf, jezelf & onszelf hebben.
Let op: Soms kan een wederkerend voornaamwoord een pers.vnw of bez.vnw zijn. Kijk goed naar de zin en lees goed!

Slide 13 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord: Een paar woorden: Elkaar, mekaar, elkander.
Geef elkaar de hand.

Slide 14 - Tekstslide

Wederkerend voornaamwoord

Vergis hij zich nu niet ?
A
Vergis
B
hij
C
zich
D
niet

Slide 15 - Quizvraag

Elkaar is altijd een wederkerend voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het wederkerend voornaamwoord?

Nu moet hij ........... haasten




A
je
B
zich

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
Maken: Opdracht 1, 1a, 2, 4 en 7 ONLINE!

Slide 18 - Tekstslide