Taaltoets: Contaminatie, Pleonasme en Tautologie

Taaltoets: Contaminatie, Pleonasme en Tautologie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taaltoets: Contaminatie, Pleonasme en Tautologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de stijlfouten contaminatie, pleonasme en tautologie herkennen en vermijden.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en vertel wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat zijn stijlfouten?
Stijlfouten zijn fouten in de manier waarop we schrijven of spreken. Het zijn fouten in de stijl van onze taalgebruik.

Slide 3 - Tekstslide

Definieer stijlfouten en geef enkele voorbeelden.
Contaminatie
Contaminatie is een stijlfout waarbij twee woorden of uitdrukkingen door elkaar worden gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Leg de stijlfout contaminatie uit en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld: Contaminatie
Voorbeeld: 'Dat slaat als een tang op een varken.' In dit voorbeeld worden twee uitdrukkingen door elkaar gebruikt: 'Dat slaat nergens op' en 'Dat is als een tang op een varken'.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van contaminatie en vraag de studenten om de fout te identificeren.
Hoe vermijd je contaminatie?
Om contaminatie te vermijden, moet je goed nadenken over wat je wilt zeggen en welke woorden of uitdrukkingen je daarvoor nodig hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Geef enkele tips om contaminatie te vermijden.
Pleonasme
Pleonasme is een stijlfout waarbij een woord wordt gebruikt dat eigenlijk overbodig is omdat het al in een ander woord zit.

Slide 7 - Tekstslide

Leg de stijlfout pleonasme uit en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld: Pleonasme
Voorbeeld: 'De witte sneeuw'. In dit voorbeeld is 'wit' overbodig omdat sneeuw altijd wit is.

Slide 8 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van pleonasme en vraag de studenten om de fout te identificeren.
Hoe vermijd je pleonasme?
Om pleonasme te vermijden, moet je goed nadenken over welke woorden je gebruikt en of ze niet dubbelop zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Geef enkele tips om pleonasme te vermijden.
Tautologie
Tautologie is een stijlfout waarbij twee woorden worden gebruikt die hetzelfde betekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg de stijlfout tautologie uit en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld: Tautologie
Voorbeeld: 'De oude grijsaard'. In dit voorbeeld worden twee woorden gebruikt die hetzelfde betekenen: 'oude' en 'grijsaard'.

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van tautologie en vraag de studenten om de fout te identificeren.
Hoe vermijd je tautologie?
Om tautologie te vermijden, moet je goed nadenken over welke woorden je gebruikt en of ze niet hetzelfde betekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Geef enkele tips om tautologie te vermijden.
Oefening: Contaminatie
Geef een zin waarin contaminatie voorkomt. Laat de studenten in groepen de fout identificeren en verbeteren.

Slide 13 - Tekstslide

Laat de studenten in groepen werken en geef ze een zin om te oefenen.
Oefening: Pleonasme
Geef een zin waarin pleonasme voorkomt. Laat de studenten in groepen de fout identificeren en verbeteren.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de studenten in groepen werken en geef ze een zin om te oefenen.
Oefening: Tautologie
Geef een zin waarin tautologie voorkomt. Laat de studenten in groepen de fout identificeren en verbeteren.

Slide 15 - Tekstslide

Laat de studenten in groepen werken en geef ze een zin om te oefenen.
Quiz: Contaminatie, Pleonasme en Tautologie
Laat de studenten individueel een quiz maken om te testen wat ze hebben geleerd.

Slide 16 - Tekstslide

Maak een quiz met meerkeuzevragen om te testen wat de studenten hebben geleerd.
Voorbeeldvragen: Quiz
Voorbeeldvragen: 1. Wat is contaminatie? 2. Wat is pleonasme? 3. Wat is tautologie?

Slide 17 - Tekstslide

Geef enkele voorbeeldvragen voor de quiz.
Voorbeeldantwoorden: Quiz
Voorbeeldantwoorden: 1. Een stijlfout waarbij twee woorden of uitdrukkingen door elkaar worden gebruikt. 2. Een stijlfout waarbij een woord wordt gebruikt dat eigenlijk overbodig is omdat het al in een ander woord zit. 3. Een stijlfout waarbij twee woorden worden gebruikt die hetzelfde betekenen.

Slide 18 - Tekstslide

Geef de antwoorden op de voorbeeldvragen voor de quiz.
Tips voor verbetering
Geef enkele algemene tips voor verbetering van de schrijf- en spreekvaardigheid.

Slide 19 - Tekstslide

Geef enkele algemene tips voor verbetering van de schrijf- en spreekvaardigheid.
Bronvermelding
Geef de bronnen die zijn gebruikt bij het maken van de les.

Slide 20 - Tekstslide

Geef de bronnen die zijn gebruikt bij het maken van de les.
Einde van de les
Bedank de studenten voor hun deelname en beantwoord eventuele vragen.

Slide 21 - Tekstslide

Bedank de studenten voor hun deelname en beantwoord eventuele vragen.