Mens en activiteit hoofdstuk 5

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Mens en activiteit

Activiteiten voorbereiden.

Doelen:

De leerling weet wat je over de doelgroep moet weten als je een activiteit organiseert.

De leerling kan wensen en behoeften peilen.

De leerling gaat een activiteit ontwikkelen.

De leerling weet hoe je een draaiboek maakt.

De leerling weet hoe je taken kunt verdelen, promotie en budget en begroting maakt.

Doelen stellen:

Waarom stel je doelen? Je weet wat, waaraan je moet voldoen en of het is gelukt.

Opdracht:

Lezen blz. 117.

Maak opdracht 5.02 (blz. 118). 

Doelgroepen:

Wie is je doelgroep? Hoe kom je aan informatie:

Informatie verzamelen CBS:

Demografische gegevens.

Gegevens organisaties

Doelgroepen:

Aanvullende informatie:

grootte 

leeftijd en ontwikkelingsfase doelgroep

keuze invulling soort doelgroep

beperkingen en wensen doelgroep

Eerste contact:

Kennismakingsgesprek: 

inventarisatie interesse/behoeften

kennismaken

relatie opbouwen

Opdracht:

Lezen blz. 119 t/m 122.

Maken opdrachten 5.04 en 5.05 (blz. 122 en blz. 123). 

Opdracht:

Maak opdracht 5.06 (blz. 124). 

Signaleren:

Iets wat jou opvalt, wat je ziet.

Verbaal of non-verbaal.

Signaleren van behoeften is goed luisteren en kijken naar non-verbaal gedrag.

Opdracht:

Maak opdracht 5.07 (blz. 125 en 126). 

Open en gesloten vraag:

Bij het organiseren moet je weten welke behoeften en interesse mensen hebben.

Dat kan je vragen door een interview of een enquête.

Opdracht:

Maak opdracht 5.09 (blz. 129). 

Wat is objectief?

1. De bal is rond
2. Mevrouw heeft een leuke bril
3. De kantine is mooi

Welke opmerking is hier subjectief

1. De temperatuur van de baby is 37 graden
2. De kleur van de gordijnen is groen
3. Er staat beschuit met muisjes op tafel
4. Het bed van de kraamvrouw is mooi opgemaakt

Objectief zijn?

1. Feiten
2. Meningen

Objectief of subjectief:
Hij is verdrietig

1. Objectief
2. Subjectief

Subjectief is ...

1. Feiten
2. Meningen

Bij gesloten vragen

1. Geef je altijd je eigen mening
2. Geef je altijd antwoord in het Nederlands
3. Ga je in gesprek met iemand
4. Geef je alleen ja/nee als antwoord

Stappen van observeren:

welke persoon/groep

waarom

wanneer

welke methode

wie gaat observeren

Methode van observeren:

Beschrijvende observatie: opschrijven wat je ziet.

Observeren met een schema:

gedrag aankruisen.

Activiteit bedenken en kiezen:

Lezen en uitleggen les 1.

Bespreken: doel, randvoorwaarden activiteiten, doelgroep.

De leerlingen individueel de opdracht.

Opdracht inleveren in teams.

Keuze voor een activiteit:

5 W methode:

Wie, wat, waar, wanneer en waarom.

Activiteit bedenken en kiezen:

De leerlingen individueel de les 1 opdracht: organiseren van een activiteit.

Opdracht inleveren in teams.

Opdracht:

Maak opdracht 5.14 (blz. 139). 

Taakverdeling:

Belangrijk om taken goed te verdelen.

Draaiboek:

Waarom nodig?

In een draaiboek staat in chronologische volgorde wat en wanneer gedaan wordt.

Chronologisch=geordend in tijd.

Lezen blz. 152.

Opdracht:

Maak opdracht 5.22 (blz. 152/153) eerst op kladpapier en daarna in het schema. 

Inleveren bij de docent.

Begroting:

Waarom nodig?

Overzicht maken van de verwachte inkomsten en uitgaven.

Inkomsten kan bijv. bijdrage van bezoekers.

Budget: bedrag dat je krijgt voor de activiteit.

Wat is een begroting?

1. Opmeting van een ruimte
2. Hoeveel tijd ik voor iets heb
3. Wat er op mijn spaarrekening staat.
4. Een overzicht waarin de inkomsten en uitgaven staan.

Wat is een budget

1. korting
2. meer dan je kan uitgeven
3. een bedrag dat je kunt besteden (uitgeven)
4. de rekening die je moet betalen

Opdracht:

Maak opdracht 5.19, 5.20 en 5.21 (blz. 149 t/m 151). 

Opdracht 5.22 eerst op kladpapier en daarna in het schema.

Inleveren bij de docent

Bespreken opdrachten:

Nakijken opdrachten 5.19, 5.20 (blz. 149 t/m 150). 

Decoratie:

Aankleding ruimte.

Letten op EHBO en veiligheid.

Promotie:

Wat is promotie.

Verschillende vormen van promotie.

Welke informatie is belangrijk om te vermelden.

Extra oefenen:

Lezen opdracht draaiboek.

Uitvoeren opdracht draaiboek.

Chronologische volgorde.

Extra oefenen:

Lezen opdracht kostenberekening.

Uitvoeren opdracht kostenberekening.

Activiteit uitwerken les 2:

Lezen en uitleggen les 2.

Bespreken: kostenoverzicht en draaiboek maken voor de gekozen activiteit.

De leerlingen individueel de opdracht.

Opdracht inleveren in teams.

Activiteit uitwerken les 3:

Lezen en uitleggen les 3.

Bespreken: voorbereiding en presentatie van de gekozen activiteit.

De leerlingen individueel de opdracht.

Opdracht inleveren in teams.

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.