Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A5: voegwoord
Grammatica
voegwoord
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
voegwoord
Slide 1 - Tekstslide
Waarom heet het voegwoord, voegwoord?
Slide 2 - Open vraag
Enkelvoudige zin
Zin met één persoonsvorm
Het
wordt
mooi weer vandaag.
Samengestelde zin
Zin met twee of meer persoonsvormen
Het
wordt
mooi weer vandaag, dus wij
gaan
lekker naar het strand.
Slide 3 - Tekstslide
'Het liefst zou ik naar mijn neefje en nichtje in het noorden van het land zijn gegaan.'
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 4 - Quizvraag
'De vrijdag is echt te lang, want dan heb ik acht uur.'
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 5 - Quizvraag
Samengestelde zin
Bestaat uit twee of meer zinnen:
nevengeschikte
zinnen (bakstenen naast elkaar) De zinnen of zinsdelen kunnen los van elkaar bestaan. Je zou tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.
ondergeschikte
zinnen (bakstenen onder elkaar) De zinnen kunnen niet los van elkaar bestaan.
Slide 6 - Tekstslide
'Toen ik thuis kwam, was de deur op slot.'
A
nevenschikkende zin
B
onderschikkende zin
Slide 7 - Quizvraag
'Ik dacht er het mijne van, maar ik zei verder niets, want ik wilde de sfeer niet bederven.'
A
nevenschikkende zin
B
onderschikkende zin
Slide 8 - Quizvraag
nevenschikkend voegwoord
aaneenschakeling:
en, noch, zowel …als…
tegenstelling:
maar, doch, hetzij...hetzij
gevolg:
dus
reden:
want
Slide 9 - Tekstslide
onderschikkend voegwoord
tijd:
terwijl, nadat, toen, voordat etc.
reden:
omdat, aangezien, daar
toegeving:
hoewel, ook al, ofschoon
oorzaak:
doordat
gevolg:
zodat
voorwaarde:
als, indien, wanneer, mits, tenzij
Slide 10 - Tekstslide
onderschikkend voegwoord
doel:
opdat, om te, met de bedoeling dat
neutraal:
dat
afhankelijke vraag:
of
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 4 (blz. 90)
Noteer de voegwoorden en geef aan of het om een nevenschikkend of onderschikkend voegwoord gaat.
Slide 12 - Tekstslide
4a
Het kan vriezen, of het kan dooien.
Slide 13 - Tekstslide
4a
Het kan vriezen,
of
het kan dooien.
Slide 14 - Tekstslide
Het kan vriezen, of het kan dooien. Of is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 15 - Quizvraag
4b
Toen ik klein was, hield ik van boterhammen met hagelslag en jam.
Slide 16 - Tekstslide
Toen ik klein was, hield ik van boterhammen met hagelslag en jam. Toen is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 17 - Quizvraag
4b
Toen
ik klein was, hield ik van boterhammen met hagelslag
en
jam.
Slide 18 - Tekstslide
Toen ik klein was, hield ik van boterhammen met hagelslag en jam. En is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 19 - Quizvraag
4c
Of hij nu zo gelukkig is, weet ik niet.
Slide 20 - Tekstslide
4c
Of
hij nu zo gelukkig is, weet ik niet.
Slide 21 - Tekstslide
Of hij nu zo gelukkig is, weet ik niet. Of is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 22 - Quizvraag
4d
Als ik groot ben, word ik violist.
Slide 23 - Tekstslide
4d
Als ik groot ben, word ik violist.
Als
Slide 24 - Tekstslide
Als ik groot ben, word ik violist. 'Als' is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 25 - Quizvraag
4e
Denk even goed na, voordat je daarop ingaat.
Slide 26 - Tekstslide
4e
Denk even goed na, voordat je daarop ingaat.
voordat
Slide 27 - Tekstslide
Denk even na, voordat je daarop ingaat. 'Voordat' is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 28 - Quizvraag
4f
Ik eet geen satésaus, want ik heb een pinda-allergie.
Slide 29 - Tekstslide
4f
Ik eet geen satésaus, want ik heb een pinda-allergie.
want
Slide 30 - Tekstslide
Ik eet geen satésaus, want ik heb een pinda-allergie. 'Want' is een ...
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 31 - Quizvraag
Maak zelf 4d, 4e en 4f (blz. 90)
Kijk daarna opdracht 1 t/m 4 na met het nakijkblad op Google Classroom.
Slide 32 - Tekstslide
5a
Ik hoor dat helemaal niet.
Welke woordsoort is 'dat'?
Waar verwijst 'dat' naar?
Slide 33 - Tekstslide
5a. Ik hoor dat helemaal niet. 'Dat' is...
A
voegwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 34 - Quizvraag
5a
Ik hoor dat helemaal niet.
Het is onduidelijk waar 'dat' naar verwijst.
Slide 35 - Tekstslide
5b. Ik denk elke dag aan het land dat ik heb achtergelaten. 'Dat' is...
A
voegwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 36 - Quizvraag
5b. Ik denk elke dag aan het land dat ik heb achtergelaten. 'Dat' verwijst naar...
A
ik
B
elke dag
C
het land
D
achtergelaten
Slide 37 - Quizvraag
5c. Ik weet dat ik niets weet. 'Dat' is...
A
voegwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 38 - Quizvraag
5c
Ik weet dat ik niets weet.
'Dat' verwijst nergens naar.
Slide 39 - Tekstslide
7
Het woord 'toen' kan twee verschillende woordsoorten zijn. Leg uit aan de hand van deze zinnen:
a) Toen zij haar kamer had opgeruimd, ging ze met vriendinnen de stad in.
b) Toen ging zij met vriendinnen de stad in.
Slide 40 - Tekstslide
7
Het woord ‘toen’ kan als onderschikkend voegwoord gebruikt worden, zoals in zin a, of als bijwoord, zoals in zin b.
Slide 41 - Tekstslide
11
Het woord 'of' kan zowel een nevenschikkend als een onderschikkend voegwoord zijn. Maak twee voorbeeldzinnen waaruit dat blijkt.
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Hst 35 Samengestelde zinnen Deel 2
Juni 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
D3 L6 Vervolg enkelvoudige en samengestelde zinnen
Mei 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Frambozenvla, muisjes en zoute drop
Mei 2023
- Les met
24 slides
Burgerschap
Basisschool
Groep 7
Werkwoordspelling
Maart 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefenles Annemiek
April 2020
- Les met
15 slides
Engels
Beroepsopleiding
enkelvoudige en samengestelde zin
Februari 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Enkelvoudige en samengestelde zin / voegwoorden
Mei 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
10 april_Samengestelde/enkelvoudige zinnen en onderschikkende/nevenschikkende voegwoorden
Februari 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2