Les 4: Wat doet de politie?

Criminaliteit




Maatschappijleer BK 3 - les 4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit




Maatschappijleer BK 3 - les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar



Doe je telefoon in je zakkie

Pak je laptop

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je de begrippen delict, proces-verbaal, arresteren, verdachte, fouilleren, getuige, huiszoekingsbevel, Officier van Justitie en vervolgen. (R)
...kan je benoemen wat er gebeurd als je wordt opgepakt door de politie. (R/T1)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij wel eens in aanraking
geweest met de politie?
(#hoedan?)

Slide 4 - Woordweb

Vraag aan de leerlingen of zij wel eens in aanraking geweest met de politie? 
Vraag door op welke manier de leerling in aanraking is geweest? 
Wat heeft de politie gedaan? 
De politie
In Nederland speelt de politie een belangrijke rol. (Mensen die werken bij de politie noemen we een agent(e).) Hij/zij zijn de ogen en oren van de overheid op straat. Zij controleren of mensen zich aan de regels houden én helpen burgers wanneer er problemen zijn in de omgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De taken van de politie
  1. Verlenen van hulp
  2. Handhaven van de openbare orde
  3. Preventie
  4. Opsporen van strafbare feiten 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Verlenen van hulp
Als er ergens een ongeluk gebeurd, zijn de agenten meestal als eerste op de plek van het ongeluk. Ze geven het slachtoffer dan EHBO en/of regelen het verkeer.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem nog een andere situatie waarin een agent hulp kan verlenen.

Slide 8 - Open vraag

Bijvoorbeeld: bij huiselijk geweld, een treinongeluk, iemand is onwel geworden, etc.
2. Handhaven openbare orde
Vaak zie je agenten met z'n tweeën over straat lopen. Ze zorgen er dan voor dat mensen zich aan de regels houden. Dit noemen we het handhaven van de openbare orde

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem nog een andere situatie waarin de politie de openbare orde handhaaft.

Slide 10 - Open vraag

Bijvoorbeeld: de politie begeleidt onder andere voetbalsupporters, komt op overlast af en zorgt dat demonstraties goed verlopen.
3. Preventie
Preventie betekent voorkomen. 
Dat betekent dat de politie ook inzet op het voorkomen en bestrijden van criminaliteit. 
Dit doen zij door mensen te informeren en het criminelen op die manier moeilijker te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem nog een andere situatie waarin preventie een rol speelt.

Slide 12 - Open vraag

Bijvoorbeeld: alcohol controles, flyers uitdelen aan mensen hoe ze hun huis kunnen beveiligen, cameratoezicht, begeleiden van mensen die dat nodig hebben, etc. 
4. Opsporen van strafbare feiten
De politie doet onderzoek naar strafbare feiten. Wanneer iemand de regels overtreedt, zoekt de politie naar bewijs. Met dat bewijs kan die persoon gestraft worden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een situatie waarin de politie strafbare feiten opspoort.

Slide 14 - Open vraag

Bijvoorbeeld: als er een moord is gepleegd en de mensen in de witte pakken doen sporenonderzoek, als de politie een huiszoeking doet, als de politie iemand fouilleert, als de politie mensen controleert op straat, als ze e-mails en andere dingen doorzoeken om te kijken of mensen crimineel gedrag vertonen. 
Toen je voor het laatst in aanraking was met de politie, om welke taak van de politie ging het?
A
De politie verleende hulp.
B
De politie handhaafde de openbare orde.
C
De politie deed aan preventie.
D
De politie spoorde strafbare feiten op.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk werkzaamheden van de politie die je voorbij zag komen in de video.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Om welke taak van de politie gaat het ?
Hieronder zie je een aantal werkzaamheden die de politie uitvoert. Bij welke taak van de politie past deze het beste?
Verlenen van hulp
Handhaving van de openbare orde
Preventie
Opsporen van strafbare feiten
Een wijkagent maakt met jongeren een praatje.
Een rechercheur ondervraagt een verdachte. 
Een agent krijgt een melding van een slachtoffer in het water.
Bij een voetbal evenement begeleid de politie de supporters.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegdheden
Naast een aantal taken, heeft de politie ook een aantal bevoegdheden. Dat zijn dingen de de politie mag doen om hun taak uit te kunnen voeren. 
Alles wat de politie wel of niet mag doen, is vastgelegd in de wet. Dat de politie mag dus meer dan een gewone burger.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegdheden van de politie
De politie mag: 
  1. je staande houden, fouilleren, bekeuring geven, vragen naar ID-bewijs, aanhouden/arresteren.
  2. een verdachte maximaal 6 uur vasthouden (nacht telt niet), tenzij er toestemming is om de persoon langer vast te houden.
  3. een proces-verbaal opstellen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer mag de politie je om je ID vragen?
A
Als je een overtreding hebt gepleegd.
B
Als ze je verdenken van een strafbaar feit.
C
Als je een misdrijf hebt gepleegd.
D
In al deze gevallen mag de politie dat vragen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het woord 'fouilleren'?
A
Dat de politie je woning mag doorzoeken.
B
Dat de politie je lichaam mag onderzoeken.
C
Dat de politie je helpt bij het oversteken.
D
Dat de politie je helpt bij een ongeluk.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij een goede politieagent zijn?!
Als je politieagent wilt worden dan moet je een aantal testen afleggen. Je moet hierin laten zien dat je fit bent en de juiste keuzes kunt maken in een stressvolle situatie.
Wat het werk van de politie precies inhoudt kun je zien op de YouTube pagina van politieagent Jan-Willem. Hierna ga je jezelf ook testen! 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegdheden van de politie
Met toestemming van de Officier van Justitie mag de politie ook: 
  1. een huiszoeking doen.
  2. een telefoon afluisteren.
  3. iemand observeren.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer mag de politie
A
Dat de politie je woning mag doorzoeken.
B
Dat de politie je lichaam mag onderzoeken.
C
Dat de politie je helpt bij het oversteken.
D
Dat de politie je helpt bij een ongeluk.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En daarna...
Als de politie klaar is met zijn taak wordt er een verslag geschreven. Dat verslag noemen we een proces-verbaal. Daarin staat alles wat met de overtreding of het misdrijf te maken heeft. 
Bij een misdrijf gaat het proces-verbaal altijd naar de Officier van Justitie. Deze bepaald wat er met de verdachte gaat gebeuren. Alle Officieren van Justitie samen noemen we het Openbaar Ministerie (OM).

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • delict
  • proces-verbaal
  • arresteren
  • verdachte
  • fouilleren
  • getuige
  • huiszoekingsbevel
  • Officier van Justitie
  • vervolgen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies