4.4 Huren of Kopen

Kopen of huren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kopen of huren

Slide 1 - Tekstslide

4.4 huren of kopen
Leerdoel:
Wat kun je beter doen huren of kopen?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Woonhuis kopen of huren?
Kopen: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou.

Huren: geen zorgen, groot onderhoud door eigenaar, geen risico waardedaling, korte opzegtermijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de woningmarkt
De woning markt is de vraag en aanbod van woningen.

Vraag naar woningen = Alle mensen die een huis willen kopen of huren.

Aanbod van woningen = alle woningen die nog beschikbaar zijn om te kopen en huren.

Slide 5 - Tekstslide

De netto woonlasten bestaan uit:
  • rente en aflossing van de     hypotheek 
  • onderhoudskosten
  • opstal verzekering
  • belasting vanwege bezit woning ( onroerend zaak belasting)

Slide 6 - Tekstslide

OZB berekenen 
Voorbeeld:
WOZ - waarde: € 290.000 ( getaxeerde waarde woning door gemeente)
OZB: 0,1507% van de WOZ waarde.

Formule: WOZ : 100 X percentage
€ 290.000: 100 x 0,1507 = € 437,03

Slide 7 - Tekstslide

Huurders


nadeel - huurstijging

voordeel- sommige huurders hebben recht op huurtoeslag

Slide 8 - Tekstslide

Huiseigenaren lopen risico
  • waardedaling huis
  • hypotheekrente stijgt
kan ook andersom voordeel
  • waarde huis stijgt
  • hypotheekrente daalt

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
4.3 afmaken
daarna nakijken

Slide 10 - Tekstslide