In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Oorzaken opkomst steden in late middeleeuwen
Waarom ontstond er weer een geldeconomie
Waarom was een samenwerking voordelig?
Slide 2 - Tekstslide
We verlaten het tijdvak van
De Monniken en Ridders (500-1000)
en gaan naar Steden en Staten! (1000-1500)
Slide 3 - Tekstslide
Er komen weer steden
Rond jaar 1000:
Bloei handel + nijverheid
Mensen wonen + werken op platteland
Continuïteit en verandering?
Slide 4 - Tekstslide
Twee oorzaken (1)
Ideeën?
1. Verbetering landbouw, zoals?
Betere werktuigen
Drieslagstelsel, wat is dat?
Afwisselen van gebruik grond. Zo raakt het land niet uitgeput en is de oogst groter.
Filmpje.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Andere oorzaak (2)
2. Ontginnen woeste gronden
Bruikbaar maken voor landbouw
1 + 2 = stijging voedselopbrengst, en dus
Stijging bevolking + ruilen
Slide 8 - Tekstslide
Er komen weer steden
Ruilen van voedsel, welke plekken?
Kruispunten, kloosters, kastelen. En dan?
Ontstaan dorpen, later steden
Tussen 900 - 1300 ontstonden er +/- 1000 steden in Europa
Ontstaan landbouw- stedelijke samenleving = Maatschappij waarin meerendeel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Ruilen niet handig, ontstaan geld
Ruilen is niet handig, waarom?
Opnieuw gebruik van geld
Slide 11 - Tekstslide
Er komt meer geld in omloop
Verandering: ontstaan geldeconomievanaf 13e eeuw
Pacht in vorm oogst onhandig, waarom?
Kan vergaan
Geld handiger, waarom?
Leger en hofhouding betalen.
Slide 12 - Tekstslide
Nadeel geldeconomie
Overal een ander soort munt...
Hoeveel is een munt nou waard?
Meer voordelen
Handelskapitaal opbouwen: kunnen ze investeren in handelswaar
Wissel: bedrag storten en kreeg je een brief om hoeveel geld het ging. Hoefden ze het niet zo veel mee te nemen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Culturele ontwikkeling
Eerst romaanse stijl: eenvoudig, dikke muren, bogen en kleine vensters
Gotiek (13e eeuw): hoog en slank, dunne muren, grote ramen, rijke versiering