Vwo 2 - Blok 5 Lezen opdracht 1 en 3 (zins- en alineaverbanden)

Vwo 2 - Blok 5 Lezen 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vwo 2 - Blok 5 Lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
  1. zinsverbanden
  2. alineaverbanden 
  3. objectief en subjectief
  4. onderwerp en deelonderwerp
  5. kernzin
  6. toelichting en voorbeeld
  7. hoofdgedachte

Slide 2 - Tekstslide

Zinsverbanden deel 1
  • uitspraak - opsomming
  • uitspraak - voorbeeld
  • uitspraak - tegenstelling

Slide 3 - Tekstslide

Zinsverbanden deel 2
  • oorzaak - gevolg                daardoor, hierdoor, zodat, waardoor
  • uitspraak - vergelijking   zoals, in vergelijking met, dezelfde
  • uitspraak - reden               daarom, want, omdat, namelijk
  • middel - doel                       waarmee, daarmee, het doel is

Slide 4 - Tekstslide

Alineaverbanden
  • herhaling
  • aankondigende zin
  • overgangszin met een verwijzing
  • signaalwoorden 

Slide 5 - Tekstslide

Objectief en subjectief
Objectief = gebaseerd op feiten (informeren en uitéénzetten)
Subjectief = gebaseerd op meningen (activeren en betogen)

Mening = wat iemand ergens van vindt
Argument = onderbouwing / redenen voor de mening
Tegenargument = argument tegen eerder genoemde mening

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
  • Schrijver geeft zijn eigen mening --> subjectief
  • Schrijver beschrijft mening van anderen --> objectief

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp en deelonderwerp
Onderwerp = waar de hele tekst over gaat
Deelonderwerp = waar één alinea over gaat

Let op! Geen vraagzin, geen zin met punt, niet beginnen met "dat" of "het gaat over". 

Voorbeeld: 
Fout: Hoe werkt een accumotor? 
Goed: De werking van een accumotor

Slide 8 - Tekstslide

Kernzin
De belangrijkste zin van de alinea. De kernzin bevat het belangrijkste FEIT van de alinea en geen (of vrijwel geen) toelichting en/of voorbeelden.

Duizend vaste medewerkers en achthonderd uitzendkrachten verliezen hun baan. Het gaat daarbij om onder andere productiemedewerkers en personeel in ondersteunende diensten. VDL zegt meer ontslagen rond 1 maart 2024 niet uit te sluiten, afhankelijk van de economische situatie op dat moment.

Slide 9 - Tekstslide

Toelichting
= Uitleg over de kernzin

Duizend vaste medewerkers en achthonderd uitzendkrachten verliezen hun baan. Het gaat daarbij om onder andere productiemedewerkers en personeel in ondersteunende diensten. VDL zegt meer ontslagen rond 1 maart 2024 niet uit te sluiten, afhankelijk van de economische situatie op dat moment.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
= Voorbeelden over iets wat in een andere zin wordt genoemd

Duizend vaste medewerkers en achthonderd uitzendkrachten verliezen hun baan. Het gaat daarbij om onder andere productiemedewerkers en personeel in ondersteunende diensten. VDL zegt meer ontslagen rond 1 maart 2024 niet uit te sluiten, afhankelijk van de economische situatie op dat moment.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdgedachte
= Wat de schrijver jou als lezer wil vertellen
= Onderwerp + hoofdzaken in één lange zin

LET OP!
Geen vraagzin
Niet beginnen met "dat" of "het gaat over"

Slide 12 - Tekstslide

Dan als laatste...
"Citeer" = schrijf letterlijk over
"Formuleer" = schrijft zelf, maak zelf

Slide 13 - Tekstslide

Lees tekst 1 grondig
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Op welke manier zijn de eerste en tweede alinea met elkaar verbonden?
A
herhaling
B
overgangszin met verwijzing
C
signaalwoord
D
aankondigende zin

Slide 15 - Quizvraag

Formuleer een kernzin voor alinea 2.

Slide 16 - Open vraag

Waarnaar verwijst het woordje "die" in regel 9?

Slide 17 - Open vraag

Welke zinnen geven de kern van alinea 3 weer?
A
zin 1 en 2
B
zin 1 en 3
C
de eerste en de laatste zin
D
alleen de laatste zin

Slide 18 - Quizvraag

Formuleer een kernzin voor alinea 3 op basis van zin 1 en zin 3.

Slide 19 - Open vraag

Formuleer een kernzin voor alinea 3.
Een kleine, elektrische schok moet volgens onderzoekers uitkomst bieden voor mensen die erg bang zijn voor naalden bij de tandarts.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de functie van zin 2 in alinea 3?
A
Toelichting over zin 1
B
Voorbeeld bij zin 1

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van tekst 3?
A
uitéénzetten
B
informeren
C
amuseren
D
beschouwen

Slide 22 - Quizvraag

Formuleer, zonder de tekst nogmaals helemaal te lezen, de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 23 - Open vraag

Formuleer de hoofdgedachte
In de toekomst zal een elektrisch schokje in de mond de akelige verdovingsnaald van de tandarts vervangen.

Slide 24 - Tekstslide

Lees tekst 3 grondig.
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Op welke manier zijn de tweede en derde alinea met elkaar verbonden?
A
herhaling
B
overgangszin met verwijzing
C
signaalwoord
D
aankondigende zin

Slide 26 - Quizvraag

In deze tekst...
A
brengt de schrijver zijn eigen mening naar voren.
B
beschrijft de schrijver de mening van een ander.
C
beschrijft de schrijver de mening van anderen en voegt hij zijn eigen mening eraan toe.
D
komen geen meningen voor.

Slide 27 - Quizvraag

In alinea 3 staat een signaalwoord voor uitspraak-reden. Welk woord is dit?

Slide 28 - Open vraag

Aan de slag...
... met Blok 5 Lezen, opdracht 2, 4, 5, en 6. 

Je hebt hier de tijd voor tot en met donderdag 8 juni.

Schrijf het in je agenda voor woensdag 14 juni.

Slide 29 - Tekstslide