- de aanleiding voor het schrijven van een tekst noemen.
Slide 2 - Tekstslide
En hoe kan hij/zij de tekst afsluiten?
- met een conclusie;
- met een samenvatting;
- met een advies.
Slide 3 - Tekstslide
Onderwerp van een tekst vinden
- kijk naar de titel
- kijk naar de illustraties (alle afbeeldingen)
- lees tussenkopjes
- lees de eerste alinea
- geef antwoord: wat is het onderwerp van deze tekst (in max. 4 woorden!).
Slide 4 - Tekstslide
Kernzin (H. 2)
bevat de belangrijkste informatie van een alinea (zie ook theorie in het lesboek blz. 86).
Slide 5 - Tekstslide
De kernzin
De kernzin bevat de belangrijkste informatie van de alinea. Meestal staat de kernzin aan het begin of het einde van de alinea. De rest v.d. alinea vormt een toelichting bij de kernzin.
Soms staat er geen kernzin in de alinea, maar is de hele alinea belangrijk.
Slide 6 - Tekstslide
Deelonderwerpen
- staan in het middenstuk (het deel na de inleiding en voor het slot)
- in het middenstuk worden aspecten/onderdelen van het onderwerp besproken. Dit heet een deelonderwerp
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vind je de hoofdgedachte?
schrijf het onderwerp van de tekst op;
stel de vraag: Wat vertelt de schrijver in deze tekst over het onderwerp?
Zoek naar aanwijzingen in de tekst;
Vat de hoofdzaken over het onderwerp samen;
Formuleer de hoofdgedachte in één complete zin.
Slide 8 - Tekstslide
subjectief en objectief
subjectieve tekst: de mening van de schrijver komt naar voren. Betogende of aansporende teksten.
objectieve tekst; de mening van de schrijven komt niet naar voren. Informerende en uiteenzettende teksten.
Slide 9 - Tekstslide
Zins- en alineaverbanden
theorie op blz. 143 en 238
Opsomming * uitspraak-vergelijking
Tegenstelling * uitspraak-reden
voorbeeld
voorbeeld-uitspraak *middel-doel
oorzaak-gevolg
LEES DE VOLLEDIGE THEORIE OP BLZ. 143 en 238!
Slide 10 - Tekstslide
Alineaverbanden (blz. 188)
Ook alinea's kunnen door gebruik van een signaalwoord met elkaar verbonden zijn. Er zijn vier manier waarop dat kan.
door het gebruik van een signaalwoord;
door herhaling;
door aankondigende zinnen;
door overgangszinnen met een verwijzing. Lees de theorie hierover verder op blz. 188!