so & lidwoorden

Welcome to English class!
HT3D
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to English class!
HT3D

Slide 1 - Tekstslide

Today
Today ...
- we are going to do the vocabulary test.
- learn how to use the articles correctly.
- practise for the test this Friday.

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary test
Good luck!
timer
12:00

Slide 3 - Tekstslide

Articles
lidwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Articles
Lidwoorden

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an

Slide 5 - Tekstslide

Lidwoord a/an/the
 een ..........: a / an
de / het ..........: the

een tafel - a table           een ei - an egg
de tafel - the table          het ei - the egg



 

Slide 6 - Tekstslide

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 7 - Tekstslide

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 8 - Tekstslide

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h -> dan gebruik je a.


 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
(je schrijft de medeklinker wel maar hoort hem niet)

an hour  (je hoort our) = een uur
an honor (je hoort onour) = de eer
a university (je hoort juniversity) = de universiteit
a uniform (je hoort juniform) = het uniform
a European (je hoort jeuropean) = de Europeaan

Slide 10 - Tekstslide

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

a of an?
.... interesting book
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

a of an?
.... hour
A
a
B
an

Slide 18 - Quizvraag

a of an?
..... ugly car

Slide 19 - Open vraag

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 20 - Quizvraag

A of AN?
.... umbrella
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

Let's practise!
-Go to page 284
- Do exercise 70, 72 & 73

Slide 22 - Tekstslide

Test 'Crime & justice'

- Part 1: vocabulary
- Part 2: grammar

Slide 23 - Tekstslide

Important notes!

Write the contractions correctly!
I am = I'm
I do not = I don't

Use I instead of i
I would like that.

Start the sentence with a capital letter and use a punctuation mark at the end of the sentence.


Slide 24 - Tekstslide

Grammar

Adjectives & adverbs:

Describe the picture in 2 sentences. Use at least 1 adverb and 1 adjective.







Pronouns:

Make 5 correct sentences containing at least 7 words. Every sentence should contain a pronoun. (Personal
pronoun/Possessive pronoun/Reflexive pronoun).

1. _____________________________________
2. ____________________________________

Slide 25 - Tekstslide

Present simple vs. present continuous

1. I often walk/walking to work in the morning.



Articles:

1. I will see you in ______ hour.
2. They are eating the/a/an orange together.

Slide 26 - Tekstslide

Vocabulary practise!
Blooket

Slide 27 - Tekstslide