Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Con Gusto 2 u.6-7 10-06-21
Hoy es el 10 de junio de 2021
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
spaans
HBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoy es el 10 de junio de 2021
Slide 1 - Tekstslide
Programa de hoy
Mirar los deberes
WB:U 7: p.68 t/m 69
oef. 5 t/m 7: vragen?
Repaso :
Imperativos negativos + vnw
TB:
-
U.6 , p.58-59, oef.9 t/m 11
Verkorte vormen van ísimo/-a/-os/-as
-
Verkorte vormen van grande, bueno en malo
U.7, p.69 0ef.11
Slide 2 - Tekstslide
regelmatige imperativo negativo
zie ook pagina 123 TB CG2
Slide 3 - Tekstslide
e--ie
o--ue
e--i
tú
cierra
prueba
pide
usted
cierre
pruebe
pida
vosotros
cerrad
probad
pedid
ustedes
cierren
prueben
pidan
ww met brekende stamklinkers en e/i wissel
Slide 4 - Tekstslide
on
regelmatige imperativo negativo
zie ook pagina 123 TB CG2
Slide 5 - Tekstslide
DAR: tú - da
usted - dé
vosotros - dad
ustedes - den
Slide 6 - Tekstslide
Onregelmatige imperativo negativo
Tú
usted
vosotros
ustedes
no hagas
no haga
no hagáis
no hagan
no salgas
no salga
no salgáis
no salgan
no des
no dé
no deis
no den
no vayas
no vaya
no vayáis
no vayan
no seas
no sea
no seáis
no sean
zie 6.8 TB p. 123
Slide 7 - Tekstslide
combinatie met pers.vnw
¡Preocupáos! •
¡No os preocupéis!
- (Maak je geen zorgen!)
¡Ábrelo! •
¡No lo abras!
- (Maak het niet open!)
¡Díselo !•
¡No se lo digas!
- (Vertel het haar niet!)
Wanneer je iemand vertelt om iets NIET TE DOEN dan komt het voornaamwoord direct
vóór
het werkwoord. De ontkenning gaat daaraan vooraf.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
1.Mírelos
2.Repártanlos
3.cómelo
4.escríbaselo
5.apréndelos
6.bebedlo
7.no se sienten
8.no lo comas
9.no lo llamen
10.no la leas
11.no se la compréis
12.ven aquí
13.téngalo
14.dísela
15.hágalo'
16.vete
17.laváoslas
Slide 10 - Tekstslide
En cada una de estas canciones hay imperativos. Escribe los que oyes.
Slide 11 - Tekstslide
Advizen geven ( ej.9d)
Wat is normal/gebruikelijk op een Nederlands feestje?
Es normal
Es usual
+ hele werkwoord (infinitief)
Tienes que
No puedes
* Es normal llevar regalos a una fiesta de cumpleaños
* Tienes que llegar puntual
38
Slide 12 - Tekstslide
TB.p.60: Tarea final:
Wat is normal/gebruikelijk op een Nederlands feestje?
Ser puntual
llevar un regalo
llevar flores
hablar de la familia
hablar del sueldo
ayudar en la cocina
quitarse los zapatos
comer mucho
beber mucho
etc........
Slide 13 - Tekstslide
Grammatica: pag 114
p.59, oef.10
Slide 14 - Tekstslide
oefening maken
TB pag 59 oef. 10
Adjetivo
interesante
---------------
pocos
--------------
rico
-------------
buena
-ísimo/-a
------------
grandísimas
---------------
facilísimas
---------------
cansadísima
( película)interesantísima
(sala de cine) grandísima
(bocadillo) riquísimo
(estaba) rico/ bueno
( Carmen) de buen ( humor)
Slide 15 - Tekstslide
Nombra tres cosas con el adjetivo en -ísimo/-a ( s)
Por ej. el fútbol me interesa muchísimo.
Enrique Iglesias es....etc.
Slide 16 - Open vraag
TB. p.59, oef.11a
Sommige bijvoegelijke naamwoorden
grande
,
bueno
en
malo
kunnen
vóór
of
achter
een zelfstandig naamwoord gaan
(verkorte vorm met een mannelijk woord enkelvoud) .
grande
bueno/a
malo/a
mannelijk
un
gran
vino
un
buen
amigo
hace
mal
tiempo
vrouwelijk
una
gran
sopresa
una
buena
idea
no es
mala
idea
Let op: Sommige bijvoegelijke naamwoorden krijgen een andere betekenis als ze vóór het zelf.naamwoord staan:
Un gran libro = een geweldig boek
Un libro grande = een groot boek
¡A practicar! TB pag. 59 oef. 11b.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Slide 19 - Tekstslide
1. Esta / esa / aquella señora de ahí es mi profesora de matemáticas.
2. En este / ese / aquel grupo de allí hay varios amigos míos.
3. Este / ese / aquel parque de aquí es muy bonito.
4. En esta / esa / aquella oficina de aquí trabaja mi padre.
5. Me gusta esta/ esa / aquella mesa de allí.
6. Este / ese / aquel autobús de ahí va para
Barcelona.
7. ¿Cómo se llama este / ese / aquel señor de ahí?
Kies het juiste aanwijzend vnw.
Slide 20 - Tekstslide
TB pg. 69 ej. 11a
Slide 21 - Tekstslide
TB pg. 69 ej. 11b
Slide 22 - Tekstslide
Bezittelijke voornaamwoorden
en
Beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden
Slide 23 - Tekstslide
Het beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord
Slide 24 - Tekstslide
(mijn) libro
Slide 25 - Open vraag
(ons) casa
Slide 26 - Open vraag
(jouw) padres
Slide 27 - Open vraag
(haar) abuela
Slide 28 - Open vraag
(hun) hijos
Slide 29 - Open vraag
(jullie) hermanas
Slide 30 - Open vraag
Het beklemtoonde bezittelijk voornaamwoord
(Pronombre posesivo)
Het wordt met een bepaald lidwoord gebruikt om een al genoemd zelfstandig naamwoord niet te herhalen.
Bijv. Mi ( mijn )hijo ya habla -
El mío
(de mijne) todavía no.
Zonder lidwoord en achter het werkwoord SER wordt het gebruikt om aan te geven wie de bezitter van iets is.
Bijv. ¿ Esa pelota
es tuya
( van jou)? - No la mía ( de mijne) es la roja.
Met het onbepaald lidwoord als "een .....(+ zelfstandig naamwoord )van mij/ jou/ hem/ ons, ....." wordt bedoeld:
Martina es
una amiga nuestra
.
(Martina is een vriendin van ons)
Slide 31 - Tekstslide
De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden TB pg. 69
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
No es mi sombrero es ....
A
la suya
B
el suyo
Slide 34 - Quizvraag
No encuentro mi falda, ¿ puedo ponerme......?
A
el tuyo
B
las vuestras
C
la tuya
D
los tuyos
Slide 35 - Quizvraag
Mis hermanos y ...........fueron a la misma escuela
A
los tuyos
B
las tuyas
C
la suya
Slide 36 - Quizvraag
yo ayudo a mi familia y vosotros ayudáis a........
A
los vuestros
B
los suyos
C
la de nosotros
D
la vuestra
Slide 37 - Quizvraag
aprenderespanol.org
Slide 38 - Link
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Slide 41 - Video
slides 43, 44
Ejercicios extras
Tres en raya:
Imperativos afirmativos
y
negati
vos
Hoe zeg je dat?
Slide 42 - Tekstslide
Tres en raya:
Slide 43 - Tekstslide
Hoe zeg je in het Spaans :De wijn uit Rioja is erg goed.( superlativo)
Geef 4 adviezen aan je vriend die gaat voor de eerste keer op reis naar Latijns-Amerika( gebiedende wijs)
Je zegt dat je een groot woordenboek gekocht hebt afgelopen zaterdag.
Ken je een Spaanse liedje met gebiedende wijzen erin?
Je vond het eten heel erg lekker, zegt dat tegen de gastvrouw. ( superlativo)
Mijn auto is heel snel ( superlativo)
Wat moet iemand niet doen als hij/zij te veel gedronken heeft.( gebiedende wijs)
Je zegt dat je een geweldig boek gelezen hebt van een Italiaanse schrijfster.
zegt dat Carice van Houten een goede actrice is.
Zeg dat het lawaai je ontzettend veel stoort
(superlativo)
De laatste film die ik gezien heb was heel erg slecht ( superlativo)
Je zegt dat het feest heel erg gezellig is
( superlativo)
Slide 44 - Tekstslide
Deberes
TB.: U.7
, opdrachten 1,2,3: Thuis lezen, de oefeningen maken om in de les te bespreken.
WB:
p.62, oef.18, 19
p.72 oef.14,15,16
R
eglas y Sistemas u.6 en 7 afmaken
TT 5-6-7:
Maken en daarna de oplossing kijken, Hoe veel punten heb je gehaald?
Slide 45 - Tekstslide
Adiós
Buen
fin
de semana
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
CG A2 - U7 - 20.12.22 - online
December 2021
- Les met
25 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1
Con Gusto 2, Unidad 7
September 2022
- Les met
32 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
29-01-2024
Januari 2024
- Les met
12 slides
Spaans
Beroepsopleiding
22-01-2024
Januari 2024
- Les met
19 slides
Spaans
Beroepsopleiding
29-01-2024
Maart 2024
- Les met
12 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 7 segunda parte
December 2020
- Les met
24 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1
CG A2:Unidad 7: oef 9 t/m 11 + Navidad
December 2022
- Les met
16 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1
22-01-2024
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Spaans
Beroepsopleiding