Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
quiz
spreekwoorden
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
WO
Basisschool
Groep 4
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
spreekwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Eerlijkheid duurt het langst.
A
Liegen duurt niet zo lang.
B
De waarheid blijft altijd waar. Hier kom je het verst mee.
Slide 2 - Quizvraag
Wie A zegt, moet ook B zeggen
A
Als je A zegt moet je daarna B zeggen.
B
Als je ergens mee begint, moet je het ook afmaken.
Slide 3 - Quizvraag
De kat uit de boom kijken.
A
Een afwachtende houding aannemen
B
Een kat wegjagen uit de boom.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de oorzaak?
Ik was te laat op school.
A
Ik had mijn wekker niet gezet.
B
Ik heb de les wiskunde gemist.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de oorzaak?
Ik heb het heel koud.
A
Ik word ziek.
B
Het sneeuwt.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het gevolg?
Ik ben gevallen tijdens het rolschaatsen
A
Nu doet mijn been pijn.
B
Er lagen steentjes op de weg.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het gevolg?
Het tuinhek is kapot.
A
Mijn hondje is gaan lopen.
B
Ik ben met mijn fiets tegen het tuinhek gereden.
Slide 8 - Quizvraag
diagonalen
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de best passende naam?
A
Vierkant
B
Parallelogram
C
Trapezium
D
Ruit
Slide 10 - Quizvraag
Waarom een Ruit?
2 paar evenwijdige zijden
(A)
4 gelijke zijden
(B)
gelijke overstaande hoeken
(C)
4 rechte hoeken
(D)
Slide 11 - Sleepvraag
Welke vierhoek
heeft als best passende naam
trapezium?
A
B
C
D
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is de best passende naam?
A
Driehoek
B
Ruit
C
Rechthoek
D
Vierkant
Slide 14 - Quizvraag
Waarom een Rechthoek?
Gelijke overstaande hoeken
(A)
2 paar evenwijdige zijden
(B)
4 gelijke zijden
(C)
4 rechte hoeken
(D)
Slide 15 - Sleepvraag
Welke vierhoek
heeft als best passende naam
parallellogram?
A
B
C
D
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is de best passende naam?
A
Trapezium
B
Rechthoek
C
Ruit
D
Vierkant
Slide 18 - Quizvraag
Waarom een vierkant?
4 rechte hoeken
(A)
maar 1 paar evenwijdige zijden
(B)
2 paar evenwijdige zijden
(C)
4 gelijke zijden
(D)
Slide 19 - Sleepvraag
Welke vierhoek
heeft
als best passende naam
Ruit?
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Sleepvraag
WAT IS DE BEST PASSENDE NAAM?
A
Parallellogram
B
Ruit
C
Rechthoek
D
Trapezium
Slide 22 - Quizvraag
Waarom een Trapezium?
Maar 1 paar evenwijdige overstaande zijden
(A)
4 gelijke hoeken
(B)
4 gelijke zijden
(C)
Overstaande hoeken zijn gelijk
(D)
Slide 23 - Sleepvraag
Welke vierhoek
heeft
als best passende naam V
ierkant?
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Sleepvraag
gelijkheid en gelijkvormigheid
Slide 27 - Tekstslide
Kubussen zijn altijd gelijkvormig.
A
juist
B
fout
Slide 28 - Quizvraag
Een gelijkvormige figuur is ook altijd gelijk van vorm en grootte.
A
juist
B
fout
Slide 29 - Quizvraag
Balken zijn altijd gelijkvormig.
A
juist
B
fout
Slide 30 - Quizvraag
Een spiegelbeeld is altijd gelijkvormig met het origineel
A
juist
B
fout
Slide 31 - Quizvraag
Een figuur die gelijk is van vorm en grootte, is ook altijd gelijkvormig.
A
juist
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
Helemaal verkikkerd
Slide 33 - Tekstslide
Hoe noemen we de eitjes van de kikker?
A
slijm
B
kikkerbil
C
kikkerdril
D
witte bolletjes
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Sleepvraag
Wat eet een kikker?
A
planten
B
insecten
Slide 36 - Quizvraag
hoe vangt de kikker zijn eten?
A
met zijn poten
B
met zijn tong
Slide 37 - Quizvraag
waar kan je kikkervisjes vangen?
A
in het bos
B
in een vijver
C
in het dorp
D
op de speelplaats
Slide 38 - Quizvraag
Woordpakket 18
Slide 39 - Tekstslide
wat is juist?
A
saus
B
sous
Slide 40 - Quizvraag
wat is juist?
A
wenkbrouwen
B
wenkbrauwen
Slide 41 - Quizvraag
wat is juist?
A
klouteren
B
klauteren
Slide 42 - Quizvraag
wat is juist?
A
hond
B
hont
Slide 43 - Quizvraag
wat is juist?
A
donkerblond
B
donkerblont
Slide 44 - Quizvraag
wat is juist?
A
onbewoont
B
onbewoond
Slide 45 - Quizvraag
wat is juist?
A
Hij stond stomverbaasd te kijken .
B
Hij stond stomverbaast te kijken.
Slide 46 - Quizvraag
wat is juist?
A
Ik krijg het benauwd in de stad, geef mij maar het platteland.
B
Ik krijg het benouwd in de stad, geef mij maar het platteland.
Slide 47 - Quizvraag
A
avond
B
avend
Slide 48 - Quizvraag
A
bevriend
B
bevrient
Slide 49 - Quizvraag
A
Celine was woedend
B
celine was woendent
Slide 50 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Eigenschappen van vlakke figuren
April 2018
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
diagonalen
Maart 2021
- Les met
29 slides
Wiskunde
Basisschool
Groep 4
3.1 Zijden berekenen deel 3, gelijkvormigheid
December 2023
- Les met
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
2.4 Bewijzen met gelijkvormigheid
Mei 2024
- Les met
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
12B.1 Eigenschappen en definities
Juni 2020
- Les met
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vlakke figuren
December 2022
- Les met
32 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Les 8 vlakke figuren 1.1-1.4 en goniometrie 2.1-2.2 Math4all Basis Technisch MBOMBO
Oktober 2022
- Les met
32 slides
Wiskunde
HBO
Studiejaar 2
4 KGT H3.6 Hoeken in vlakke figuren
November 2022
- Les met
43 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4