seizoenen, dagen en maanden les 1

seizoenen
dagen
maanden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

seizoenen
dagen
maanden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

week
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maanden
januari  februari maart
april mei juni
juli augustus september
oktober november december


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De seizoenen van Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

seizoenen
  • winter
  • lente
  • zomer
  • herfst

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De winter
Begint op 21 december
Het is koud.
Soms valt er sneeuw.
Korte dagen
Kale bomen
Sommige dieren houden winterslaap.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lente 
begint op 21 maart
het wordt warmer.
de dagen worden langer.
Bomen krijgen bladeren.
Voorjaarsbloemen gaan bloeien.
Jonge dieren worden geboren.
Dieren komen uit hun winterslaap

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zomer
begint op 21 juni
21 juni is de langste dag.
Het is warm
de vruchten zitten aan bomen en struiken.
juli en augustus is er vakantie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De herfst
begint op 21 september
De bladeren verkleuren.
De bladeren vallen.
het wordt kouder
de dagen worden korter
vaak regen
De appels en peren en noten worden geplukt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende seizoenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz: Seizoenen in Nederland
Test je kennis over de seizoenen in Nederland met deze quiz!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de herfst?
A
Surfen
B
Zonnebaden
C
Bladeren harken
D
Zwemmen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de zomer?
A
Picknicken
B
Snowboarden
C
Schaatsen
D
Skiën

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de winter?
A
Fietsen
B
Zwemmen
C
Schaatsen
D
Barbecueën

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk seizoen is het koudste in Nederland?
A
Lente
B
Herfst
C
Winter
D
Zomer

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de winter?
A
Regenjas en laarzen
B
Zonnehoed en zwembroek
C
T-shirt en korte broek
D
Winterjas en muts

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de herfst?
A
Trui en lange broek
B
Zonnebril en slippers
C
Zwemkleding
D
Sjaal en handschoenen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de zomer?
A
T-shirt en korte broek
B
Trui en lange broek
C
Winterjas en muts
D
Regenjas en laarzen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
somer
B
zoomer
C
zomer
D
zommer

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
Herfst
B
Hefst
C
Hersft
D
Heerfst

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.