Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.1
Leerdoelen vandaag
wat productiefactoren zijn
wat het verband is tussen toegevoegde waarde en de inkomens
hoe elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt
het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren
hoe je afschrijving berekent
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoelen vandaag
wat productiefactoren zijn
wat het verband is tussen toegevoegde waarde en de inkomens
hoe elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt
het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren
hoe je afschrijving berekent
Slide 1 - Tekstslide
Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt, kun je indelen in de volgende productiefactoren:
K
apitaal
A
rbeid
N
atuur
O
ndernemerschap
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal
Slide 4 - Quizvraag
Beschrijf de 4 productiefactoren bij het maken van een brood.
Doe het zo per productiefactor:
naam productiefactor - voorbeeld (1 woord)
Slide 5 - Open vraag
Bedrijfskolom
Bedrijfskolom
Bedrijfskolom van brood.
Slide 6 - Tekstslide
Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe!
Hoe meer schakels hoe meer waarde toevoegingen!
Slide 7 - Tekstslide
Produceren: met mensen of machines?
Arbeidsintensieve productie:
naar verhouding wordt meer met mensen geproduceerd dan met machines.
Kapitaalintensieve productie:
naar verhouding wordt meer met machines (kapitaalgoederen) geproduceerd dan met mensen.
Slide 8 - Tekstslide
Noem van elke soort productie een branche (arbeids of kapitaalintensief)
Slide 9 - Open vraag
Dit is een voorbeeld van kapitaalintensief
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Afschrijving = waardevermindering
Slide 11 - Tekstslide
Afschrijving per jaar is €5000
Aanschafwaarde van de machine is €37.500
Bereken het afschrijvingspercentage van de machine.
A
33,33%
B
1,33%
C
13,33%
D
0,133%
Slide 12 - Quizvraag
we gaan nu oefenen door de vragen 1 tot/met 9 te maken van 6.1
Daarna samen maken
10 tot/met 13
Starten met huiswerk:
blz 178 vraag 1 tot/met 6
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Produceren
Januari 2019
- Les met
32 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
6.1 Hoe produceer je?
December 2017
- Les met
34 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.1 Hoe produceer je?
November 2018
- Les met
34 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.1 deel 2
April 2024
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Productie
Januari 2019
- Les met
26 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
VMBO3 par 6.1 produceren
Maart 2021
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
6.1 Produceren maar!
Januari 2024
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 6.1 - Produceren maar!
Mei 2024
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3