Les 45 (08-03)

Les 45
08-03
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 45
08-03

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
Presentie
Herhalen H5
- Vocabulaire (H1 - H5)
- Phrases Clés (H5)
Kahoot voca H1 - 5
Au travail!
Devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Les doelen
Na de les kun je...
...de maanden van het jaar in het Frans noemen. 
...kleuren in het Frans opnoemen.
...woorden noemen die te maken hebben met school, uiterlijk en vrije tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Kort overzicht H1 - H3
H1: jezelf voorstellen en vertellen over je familie
H2: iets kopen en iets bestellen in een restaurant.
H3: iets vertellen over school zoals vakken, rooster en leraren.

Slide 4 - Tekstslide

Chapitre 5
Wat hebben we toen ook alweer gedaan?
- personen en activiteiten beschreven.
- vertellen over uiterlijk.  (PO)
- voca: uiterlijk, karakter, kleuren, maanden. 


Slide 5 - Tekstslide

Les mois

Slide 6 - Woordweb

Janvier (januari)

Slide 7 - Tekstslide

Février (februari)

Slide 8 - Tekstslide

Mars (maart)

Slide 9 - Tekstslide

Avril (april)

Slide 10 - Tekstslide

Mai (mei)

Slide 11 - Tekstslide

Juin (juni)

Slide 12 - Tekstslide

Juillet (juli)

Slide 13 - Tekstslide

Août (augustus)

Slide 14 - Tekstslide

Septembre (september)

Slide 15 - Tekstslide

Octobre (oktober)

Slide 16 - Tekstslide

Novembre (november)

Slide 17 - Tekstslide

Décembre (december)

Slide 18 - Tekstslide

1

Slide 19 - Video

00:00
Les couleurs!

Slide 20 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk kleuren
in het Frans op.
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Les Phrases Clés
Parler de ses activités 
- Tu as passé un bon weekend?
   Oui, j'ai fêté mon anniversaire.
- Avec qui?
  avec ma famille et Simon
- C'est qui, Simon?
   C'est mon ami.
- C'était bien? 
   Oui, c'était super
- C'est quand ton anniversaire?
  C'est le trois janvier.

Slide 22 - Tekstslide

Décrire quelqu'un:
- Ton frère est comment?
   Mon frère a les cheveux bruns.
   Il a les yeux verts.
   Il porte des lunnettes.
- Il est grand?
  Non, il est petit.
- Il est sympa?
  Oui, et il est drôle
- Il aime le sport?
  Oui, il aime le tennis.

Slide 23 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/31c02e9b-01f3-4c4f-8599-5ae119cc9828 

Slide 24 - Tekstslide

Au travail!
Page 125 -127
ex. 1a, b
(ex. 2a, b)
(ex. 3b uitschrijven)

10 minuten

Slide 25 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Noem eens een maand in het Frans?

Welke kleuren ken je nu?


Slide 26 - Tekstslide

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll