1.2 De Nederlandse industrie

De Nederlandse industrie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Nederlandse industrie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent aan het einde van de les het verschil tussen zware en lichte industrie.
  • Je weet waar bedrijven graag hun fabrieken of kantoren neerzetten (multinationals).

Slide 2 - Tekstslide

Geef een omschrijving van het begrip industrie (wat is het?)

Slide 3 - Open vraag

Industrie
 = Producten worden gemaakt uit grondstoffen.
* Zware industrie
    - verwerkt grote hoeveelheden grondstoffen tot half 
      afgewerkte producten.
* Lichte industrie
    - bewerkt half afgewerkte producten 
        tot kant-en-klare producten.
* Infrastructuur is heel belangrijk
    - alle verbindingen om van A naar B te komen.
    

Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar?
De zware industrie bewerkt half afgewerkt producten tot kant- en-klare producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Industrie in Nederland
  • High Tech Campus bij Eindhoven     
    - Technische bedrijven.
    - (Theoretisch) technische werknemers.
  • Haven van Rotterdam
    - Trekt bedrijven aan door de aanvoer van grondstoffen.

Slide 6 - Tekstslide

De haven van Rotterdam is de grootste van ....
A
de wereld
B
Europa
C
Azië
D
het zuidelijk halfrond

Slide 7 - Quizvraag

Mensen 
Fabrieken in de lichte industrie staan vaak in steden. 

Waarom? 


Slide 8 - Tekstslide

Reden 1: daar zijn arbeidskrachten
  • Vaak eenvoudig werk voor een laag loon.
  • Vestiging bij de arbeidsmarkt
  • Eerst: bij arbeiderswijken.
    Nu: in lagelonenlanden 

Slide 9 - Tekstslide

Reden 2: Daar zijn klanten 
  • Vestiging bij de afzetmarkt = een gebied waar je een product kunt verkopen.

Slide 10 - Tekstslide

Waar en waarom daar?
* Arbeid
    - genoeg werknemers met de juiste opleiding in de buurt
* Ruimte
    - plek moet groot genoeg zijn en op de juiste plaats liggen
* Grondstoffen
    - plek bij grondstoffen of bij een haven
* Infrastructuur
    - goede verbindingen zijn belangrijk
* Afzetmarkt - dicht bij de klanten
    - dicht bij de klanten

Slide 11 - Tekstslide

Nederlandse industrie in de wereld 
Veel multinationals verkopen wereldwijd en produceren in andere landen. 
--> Hoofdkantoor wel in Nederland

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Pak De Geo, werkboek

Maak: 
opdracht 2 (blz.9);
opdracht 3 (blz. 10);
en opdracht 6 alleen a en b (blz. 11). 

Klaar? Lever je werkboek (NAAM!) bij mij in. Deze kijk ik na de les na.
Je krijgt daarna een vervolgopdracht.



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt een blad. Deze is in tweeën gevouwen.

Aan de linkerkant zie je de Rotterdamse haven staan.
Aan de rechterkant zie je High Tech Campus Eindhoven staan.

In elk gebied noteer je een bedrijf dat daar gevestigd is
en wat dat bedrijf doet.

Slide 14 - Tekstslide