Week 2: drogredenen

Les 2: drogredenen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 2: drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Wat zijn drogredenen?
  • 10 soorten drogredenen
  • Test jezelf
  • Explainervideo's
  • Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn drogredenen?
Soms probeert iemand je te overtuigen met een argument waarvan je voelt dat er iets niet mee klopt. Dan kan er sprake zijn van een drogreden. 
Drogredenen worden ook wel foute argumentaties genoemd. 
Er is sprake van een drogreden bij een onjuist gebruik van een argument of een overtreding van een discussieregel.

Slide 3 - Tekstslide

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.


Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 4 - Tekstslide

2. De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar (appels met peren vergelijken).


Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit toch ook geen wc.

Slide 5 - Tekstslide

3. Overhaaste generalisatie
Op grond van een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 6 - Tekstslide

4. Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Ik ben de baas, omdat ik het hier voor het zeggen heb.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 7 - Tekstslide

5. De persoonlijke aanval
Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).


Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 8 - Tekstslide

6. Ontduiken van de bewijslast
Je keert de bewijslast om en laat de tegenpartij het tegendeel bewijzen.


Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!

Slide 9 - Tekstslide

7. Het vertekenen van een standpunt
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk is te bewijzen.


Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 10 - Tekstslide

8. Het bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk kan ingaan.

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.

Slide 11 - Tekstslide

9. Onjuist beroep op autoriteit
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus. (de paus heeft er belang bij dat condooms niet gebruikt worden, want hij is tegen voorbehoedsmiddelen)

Slide 12 - Tekstslide

10. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.


Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Test jezelf
Op de volgende dia's staan drogredenen. Weet jij om welk soort drogreden het gaat?

Vul je antwoord in en kijk of je het goed hebt!

Slide 14 - Tekstslide

Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er super schoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn!
A
persoonlijke aanval
B
overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
beroep op autoriteit

Slide 15 - Quizvraag

Ik vind dat we strengere grenscontroles moeten krijgen. Andere landen doen dat toch ook!
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verschuiving bewijslast
C
verkeerde vergelijking
D
cirkelredenering

Slide 16 - Quizvraag

Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.
A
vertekenen van een standpunt
B
overhaaste generalisatie
C
persoonlijke aanval
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 17 - Quizvraag

Vanzelfsprekend had ik er een geen reden voor, want anders had ik het wel gedaan.
A
bespelen van publiek
B
beroep op autoriteit
C
cirkelredenering
D
verschuiving bewijslast

Slide 18 - Quizvraag

Het is belachelijk dat jullie drie boeken van voor 1880 moeten lezen. Dat vindt Frank de Boer immers ook.
A
beroep op autoriteit
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
overhaaste generalisatie
D
persoonlijke aanval

Slide 19 - Quizvraag

Iedereen met verstand van voetballen weet toch dat je met die opstelling geen deuk in een pakje boter trapt.
A
verschuiving bewijslast
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
bespelen van publiek

Slide 20 - Quizvraag

Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht? Het milieu interesseert jou blijkbaar helemaal niets.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
persoonlijke aanval
C
vertekenen van een standpunt
D
verkeerde vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Opdracht les 2
Vul het document van vorige week aan met de volgende opdrachten:
  • Bedenk een drogreden bij de stelling die je vorige week hebt gekozen en zet erbij om welk soort drogreden het gaat.
  • Kijk nog eens naar je argumenten van vorige week. Staan daar drogredenen tussen? Verbeter ze dan.
  • Zoek op wat bedoeld wordt met een tegenargument + weerlegging. Wat is het doel hiervan?
Lever je opdracht in in Teams. Als je dat doet, ontvang je feedback van je docent. (B24A mailt naar mevrouw Remmen)

Slide 24 - Tekstslide