14. 1 Een constant inwendig milieu & 14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding
Slide 1 - Tekstslide
14. 1 Een constant inwendig milieu
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Uitleg 14.1
Opdrachten 14.1 maken
Uitleg 14.2
Verder werken aan de opdrachten
Quiz
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
14.1.1 Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd.
Je huid en slijmvliezen vormen een beschermende laag tussen je omgeving en je inwendige milieu. De samenstelling van het inwendige milieu blijft ongeveer gelijk door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
Slide 4 - Tekstslide
Inwendig VSuitwending milieu
uitwendig milieu = alles buiten ons lichaam, dus ook inhoud longen en darmkanaal.
De barrière is de huid, maagzuur en het slijmvlies in de luchtwegen en darmkanaal.
inwendig milieu = het weefselvloeistof en bloedplasma.
schimmels, bacteriën, virussen en parasieten
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een constant inwendig milieu?
Weefselvloeistof en bloedplasma.
Het constant houden vindt plaats dooropname, opslag en uitscheiding.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
Basisstof 14.1 Een constant inwendig milieu
Maken opdracht 1 t/m 3 en 6.
Slide 7 - Tekstslide
14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen
14.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.
14.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.
Wist je dat de huid het grootste orgaan van je lichaam is? De huid heeft dan ook veel functies, zoals beschermen tegen ziekteverwekkers en voorkomen van uitdroging.
Slide 9 - Tekstslide
De huid
Je huid beschermt tegen uitdroging, de zon, vuil en ziekteverwekkers.
Je huid speelt een belangrijke rol bij de temperatuurregeling.
Je huid is een zintuig en geeft informatie uit de omgeving door aan de hersenen.
Slide 10 - Tekstslide
De opperhuid
De eerste laag van de huid is de opperhuid.
Bestaat uit:
Hoornlaag
Kiemlaag
Cellen delen de hele tijd door, de cellen die doodgaan verhoornen --> hoornlaag
Slide 11 - Tekstslide
Pigment in kiemlaag bepaalt huidskleur
Slide 12 - Tekstslide
Haartjes & talg
Haar met talgkliertje.
Talg houdt de haren en de hoornlaag soepel en remt de bacterie groei
Haarzakje en talgklier in kiemlaag
Slide 13 - Tekstslide
Lederhuid en onderhuidse bindweefsel
Lederhuid = talgklieren, zweetklieren, zintuigen, haarzakjes met haarspiertjes
Onderhuids bindweefsel = vet & bloedvaten
Slide 14 - Tekstslide
Regeling lichaamstemperatuur
Warmer? Bloedvaten wijder, veel zweetproductie
Kouder? Bloedvaten nauwer, weinig zweetproductie
Bij zoogdieren: isolatie tussen haren
Wat is onze temperatuur?
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
Basisstof 14.1 Een constant inwendig milieu
Maken opdracht 1 t/m 3 en 6.
Basisstof 14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Maken opdracht 1 t/m 3 en 6.
Slide 16 - Tekstslide
Wat behoort tot het uitwendige milieu van het lichaam?
A
Weefselvloeistof
B
Bloedplasma
C
Schimmels, bacteriën, virussen
D
Inhoud longen en darmkanaal
Slide 17 - Quizvraag
Hoe wordt de lichaamstemperatuur min of meer constant gehouden?
A
Meer bewegen bij warmte, minder bewegen bij kou
B
Bloedvaten wijder bij warmte, nauwer bij kou
C
Veel drinken bij warmte, weinig drinken bij kou
D
Veel eten bij warmte, weinig eten bij kou
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het grootste orgaan van het menselijk lichaam?
A
De huid
B
De hersenen
C
De darmen
D
De longen
Slide 19 - Quizvraag
Welke laag van de huid bevat talgklieren, zweetklieren, zintuigen en haarzakjes met haarspiertjes?
A
Lederhuid
B
Kiemlaag
C
Onderhuidse bindweefsel
D
Oppervlakkige huid
Slide 20 - Quizvraag
Wat zorgt ervoor dat de haren en de hoornlaag soepel blijven en bacteriegroei remt?
A
Zweet
B
Olie
C
Water
D
Talg
Slide 21 - Quizvraag
Wat vormt een beschermende laag tussen je omgeving en je inwendige milieu?