Oefen SO 1.1 t/m 1.3

Oefen SO 1.1 t/m 1.3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefen SO 1.1 t/m 1.3

Slide 1 - Tekstslide

groeien is
A
Nieuwe vorm krijgen
B
Ouder worden
C
Groter en zwaarder worden
D
Groter worden

Slide 2 - Quizvraag

Poortje
Navel
Hartvormig bultje
Worteltje
Blaadje
Kiem
Zaadlob
Zaadhuid

Slide 3 - Sleepvraag

Zet de onderstaande stappen op de juiste volgorde van de ontwikkeling van zaadplanten. Begin en eind zijn al gegeven.
1. Zaad
7. Nieuwe zaden komen op de grond
Water opnemen met navel
Er worden bloemen gevormd
Wortels en bladeren groeien
Plant maakt vruchten
Zaadlobben verdwijnen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is metamorfose?
A
Het verschijnsel dat jonge dieren een hele andere lichaamsbouw en leefwijze hebben dan volwassen dieren.
B
Het verschijnsel dat jonge dieren en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden.
C
Het verschijnsel dat er tijdens de groei steeds meer nieuwe organen bijkomen.
D
Het verschijnsel dat bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van de metamorfose van het koolwitje?
A
ei, rups, pop, vlinder
B
ei, pop, rups, vlinder
C
rups, pop, ei, vlinder
D
pop, ei, rups, vlinder

Slide 6 - Quizvraag

Een ander woord voor metamorfose is ..
A
verbouwing
B
gedaantewisseling
C
ontwikkelfase
D
levenscyclus

Slide 7 - Quizvraag

Een vlieg heeft een metamorfose
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de gebeurtenissen naar "groei" of "ontwikkeling".
Groei
Ontwikkeling
Het langer worden van de wortel
Het ontstaan van blaadjes
Het langer worden van de stengel
Het maken van bloemen en zaden

Slide 9 - Sleepvraag

Welk van deze antwoorden bevat alleen meer voorbeelden van organismen?
A
Hond, steen zwam en madeliefje
B
Kat, tafel, gras en otter
C
Rots, kikker, lelie en mens
D
Mol, bacterie, eik en mens

Slide 10 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Groei
B
Ontwikkeling
C
Groei en ontwikkeling

Slide 11 - Quizvraag

Wat zie je in de grafiek?
Groei of ontwikkeling?
Of allebei?
A
groei
B
ontwikkeling
C
je ziet groei en ontwikkeling

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Slapen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 13 - Quizvraag

Baby Shaima woog bij de geboorte 3,5 kg bij zijn 2e weegmoment woog hij al 4,5 kg.
Is dit groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 14 - Quizvraag

Iets wat levenskenmerken heeft is..
A
..levend
B
..dood
C
..levenloos

Slide 15 - Quizvraag

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 16 - Quizvraag

Wat zit er in de zaadlobben?
A
reservevoedsel
B
niks
C
blaadjes
D
vocht

Slide 17 - Quizvraag


Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 18 - Quizvraag


Wat is dan het verschil tussen dood en levenloos?
A
Dode dingen hebben ooit geleefd, levenloze dingen niet
B
Levenloze dingen hebben ooit geleefd, dode dingen niet
C
Er is geen verschil
D
Dat is niet te bepalen

Slide 19 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 20 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 21 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 22 - Quizvraag


Noteer twee levenskenmerken die je ziet in de tekeningen.

Slide 23 - Open vraag


Een virus vertoont veel levensverschijnselen en kan zich met behulp van andere organismen voortplanten. Is een virus een levend wezen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van het soort virus af
D
Dat is niet te bepalen

Slide 24 - Quizvraag


Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
poepen
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 25 - Quizvraag

Ben je klaar?
Ruim je laptop op 
Lees bs 5 en maak de opdrachten die erbij horen

Slide 26 - Tekstslide