SO Thema 2 Havo

SO thema 3 "Ordening"
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SO thema 3 "Ordening"

Slide 1 - Tekstslide

Groen wieren hebben geen bladeren.
A
Juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Krabben hebben gelede poten.
A
Juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welk van deze dieren hoort bij de geleedpotige?
A
V, W, X, Y
B
W, X, Z
C
V,X,Y,Z
D
W,X,Y, Z

Slide 4 - Quizvraag

Welke hoort NIET bij de vier rijken?
A
Dieren
B
Mensen
C
Bacteriën
D
Planten

Slide 5 - Quizvraag

zet de organisme bij de juiste cellen. 

Slide 6 - Sleepvraag

Wanneer behoren twee dieren tot dezelfde soort?

Slide 7 - Open vraag

zet de organisme op de juiste plek.
Paardenstaart, varen
Neteldier, Stekelhuidige, weekdier
Gewervelde
Geleedpotige

Slide 8 - Sleepvraag

De symmetrie van dit dier is?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet symmetrisch

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft een kwal?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 10 - Quizvraag

Inwendig skelet
uitwendig skelet

Slide 11 - Sleepvraag

Zet de dieren bij hun juiste stam. 

Slide 12 - Sleepvraag

In welke twee groepen kun je de planten verdelen?

Slide 13 - Open vraag

Zaadplanten hebben ...
A
bloemen, bladeren en wortels
B
bladeren en wortels

Slide 14 - Quizvraag

Welke
plant(hoofd)groep
zie je?
A
Zaadplant
B
Paardenstaart
C
Wieren
D
Mos

Slide 15 - Quizvraag

Welke
plant(hoofd)groep
zie je?
A
Varen
B
Mos
C
Wieren
D
Zaadplant

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de twee planten is een zaadplant?
A
B

Slide 17 - Quizvraag

Waarin ontstaan de sporen van een mos?
A
In de bloem
B
In sporendoosjes
C
In sporenhoedjes
D
In sporenhoopjes

Slide 18 - Quizvraag

Ze de woorden op de juiste plek. 
Appelboom
Bloemen
Mos
Sporen
Sporendoosjes
Sporenhoopjes
Sporenplanten
zaden

Slide 19 - Sleepvraag

Om een gazon te maken kun je gras inzaaien, heeft gras ook bloemen? Leg uit.

Slide 20 - Open vraag

Hiernaast zie je cacao hier wordt chocolade van gemaakt. komt dit van een zaadplant of een sporenplant? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Hiernaast zie je een zeeanemoon. Dit dier hoort bij de neteldieren. Hoe vangt dit dier zijn prooi?

Slide 22 - Open vraag

Welke twee kenmerken worden er gebruikt voor het indelen van het rijk van de dieren?

Slide 23 - Open vraag

Hiernaast zie je een kruising tussen een zebra en ezel. Kun je dit dier in de wei zetten met een ander dier zonder dat je bang hoeft te zijn dat er jongen komen? Waarom?

Slide 24 - Open vraag

Welke van de hieronder genoemde groepen bevat organismen die onderling het meest verwant zijn?
A
Soort
B
Orde
C
Geslacht
D
Klasse

Slide 25 - Quizvraag

Controleren en inleveren

Slide 26 - Tekstslide


Is dit een zaadplant of een sporenplant?
A
Zaadplant
B
Sporenplant

Slide 27 - Quizvraag

Wat hebben wieren niet?
A
Wortels
B
Vaten
C
Stengel

Slide 28 - Quizvraag

Een schimmel is
A
Ééncellig
B
Meercellig
C
Kan allebei

Slide 29 - Quizvraag

Noem voor en nadelen van schimmels

Slide 30 - Woordweb

Wat is een paddenstoel?
A
Het huis van een kabouter
B
Het skelet van een schimmel
C
Een sporen producerend orgaan van een schimmel

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het begrip voor het gebruik van organismen (schimmels en bacteriën) om producten te maken?
A
Fotosynthese
B
Evolutie
C
Microbiologie
D
Biotechnologie

Slide 32 - Quizvraag

Dit is GEEN klasse van de geleedpotigen
A
Insecten
B
Vissen
C
Kreeftachtigen
D
Veelpotigen

Slide 33 - Quizvraag

Geleedpotigen hebben:
A
6 poten
B
8 poten
C
tot 750 poten
D
al het bovenstaande

Slide 34 - Quizvraag

Het lichaam van een geleedpotige ...
A
is klein
B
is gesegmenteerd
C
bestaat uit leden
D
heeft geen skelet

Slide 35 - Quizvraag


Geleedpotigen hebben:
A
Een Inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 36 - Quizvraag

Een worm heeft een inwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Een slak is een weekdier.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Een schelp wordt gezien als een uitwendig skelet.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Een zeester is meerzijdig symmetrisch.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Een gewervelde heeft...
A
een inwendig skelet
B
een pantser
C
een schelp of huisje
D
ruggenwervels

Slide 41 - Quizvraag

geleedpotigen heten zo omdat hun poten uit kleine stukjes (leden) bestaan.
A
Juist
B
onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Het borststuk is een voorbeeld van een....
A
lid
B
leden
C
segment
D
stukje

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel poten heeft een lieveheersbeestje (insect)
A
2
B
6
C
8
D
10

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een geleedpotige?
A
kwal
B
krab
C
slak
D
hagedis

Slide 45 - Quizvraag

Een gewervelde is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 46 - Quizvraag

Gewervelden zijn:
A
Vissen, vogels, reptielen, amfibieën en zoogdieren
B
Vogels, reptielen, zoogdieren, amfibieën en insecten
C
Vissen, reptielen, insecten en sponzen
D
Geleedpotigen, vogels, vissen, zoogdieren en reptielen

Slide 47 - Quizvraag