wk 41 20212022 2R en 2Q

Groepjes 2 R
1: materiaalchef
2: rustchef
3: taakchef
4: vraagchef
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Groepjes 2 R
1: materiaalchef
2: rustchef
3: taakchef
4: vraagchef

Slide 1 - Tekstslide

Groepjes 2 Q
1: materiaalchef
2: rustchef
3: taakchef
4: vraagchef

Slide 2 - Tekstslide

LES 1
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Rolverdeling
1e in de rij: materiaalchef
2e in de rij: rustchef
3e in de rij: taakchef
4e in de rij: vraagchef
Wat zal jouw rol inhouden? 

Slide 4 - Tekstslide

Eindopdracht beoordelen
  • Er zijn 2 rondes.
  • In iedere ronde kijk je het werk van een ander na. (Staat het werk op de iPad, geef dan de iPad door of stuur een kopie.)
  • Schrijf je eigen naam en de naam van wie je het werk nakijkt duidelijk op. 
  • Je mag eventuele opmerkingen op de achterkant noteren.
  • Ontbreekt er iets? Dan is het onvoldoende.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Winnaar per groepje

Welke eindopdracht wint in jullie groep qua vormgeving?

Welke eindopdracht wint in jullie groepje qua inhoud (meest volledig)?

Slide 6 - Tekstslide

Regel weer een leesboek voor de volgende les!

Slide 7 - Tekstslide

Spelling
  • Je kent de regels voor de werkwoordspelling
  • Je kent de regels voor de hoofdletters en kleine letters
  • Je kent de regels voor het bijvoeglijk naamwoord
  • Je herkent de regels voor het meervoud 

Slide 8 - Tekstslide

Groepsopdracht

In ieder groepje ligt een opdracht. Op je stencil geef je duidelijk de opdracht aan en de groepsleden
Je krijgt telkens 7 minuten voor de opdracht. Na de 7 minuten wissel je door naar een andere tafel (de opdracht blijft liggen). Hulpmiddelen gebruiken is niet toegestaan.

Welke groep maakt de minste fouten? 
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide

LES 2
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik
Fictie:
Je hebt de eindopdracht gepresenteerd of je hebt eraan gewerkt.

Spelling:
Je hebt geoefend met de volgende onderdelen van spelling: meervouden, hoofdletters en kleine letters, werkwoordspelling en de spelling van het bijvoeglijk naamwoord. Je weet welke onderdelen hiervan wel en niet lekker liepen. 

Slide 11 - Tekstslide

Tekstbegrip
Na deze les weet je de belangrijkste begrippen weer uit leerjaar 1:
  • Je weet welke 6 tekstdoelen, -vormen en -soorten er zijn.
  • Je kun een tekst in een inleiding/middenstuk/slot verdelen.
  • Je weet op welke 4 manieren een tekst in te leiden is of op welke 3 manieren af te sluiten is. 
  • Je kunt alinea's herkennen in een tekst (er zijn 3 manieren)

Slide 12 - Tekstslide

Groepsopdracht deel 1
Wat weten jullie nog van de leerstof uit leerjaar 1?  Verwerk op jullie blad de volgende punten:
  1. Noteer welke 6 tekstdoelen er zijn en zoek een voorbeeld bij ieder doel.  
  2. Schrijf bij ieder voorbeeld bij welk tekstsoort dit voorbeeld hoort.
  3. Noteer bij ieder voorbeeld wat de tekstvorm is.
  4. Zoek een grote tekst. Geef in deze tekst aan waar de inleiding, het middenstuk of slot begint.
  5. Schrijf op het blad op welke 4 manieren een tekst in te leiden is. 
  6. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier daar is gebruikt. 
  7. Schrijf op het blad welke 3 manieren er zijn om een tekst af te sluiten. 
  8. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier van afsluiten daar is gebruikt.
  9. Achterhaal op welke 3 manieren alinea's aan te geven zijn. Nummer de alinea in je tekst van vraag 4.  


Let op: niet alle informatie kunnen jullie vinden in de methode voor leerjaar 2. Jullie hebben dus ook echt de kennis van elkaar nodig.

Klaar? Ga dan door naar dia 8
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Afronden groepsopdracht
De tijd is om! Bewaar de poster goed, deze heb je nog een keer nodig. 

Op de volgende pagina staat de rolverdeling. 


Slide 14 - Tekstslide

Afronden groepsopdracht
Taakchef

Zorgt ervoor dat iedereen zijn taak uitvoert en ruimt eigen spullen op. Levert poster in bij docent. Helpt materiaalchef.
Vraagchef

Controleert of er nog vragen zijn in de groep en ruimt eigen spullen op. Helpt materiaalchef
Materiaalchef

Gooit kleine knipsels in de papierbak,  tijdschriften en kranten die nog redelijk heel zijn worden weer ingeleverd.
Rustchef

Zorgt dat iedereen klaar en stil is als de tijd om is. Ruimt eigen spullen op en helpt materiaalchef. 
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Spelling
  • Je kent de regels voor de werkwoordspelling
  • Je kent de regels voor de hoofdletters en kleine letters
  • Je kent de regels voor het bijvoeglijk naamwoord
  • Je kent de regels voor het meervoud 

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdletters en kleine letters

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-hoofdletters/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-hoofdletters/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-4-hoofdletters/
Meervouden


https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-meervoudsvormimg/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-meervouden/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-3-meervouden/


Bijvoeglijk naamwoord


https://www.cambiumned.nl/oefeningen/bijvoeglijke-naamwoorden/


Slide 17 - Tekstslide