2M, Les 22 en 23, wk 47 aanvulling

Groepjes 2M
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
5/1: vraagchef
Yousra
Hussein
Matthijs
Hidde

Dieze
Ben
Cem
Dani
Julian
Claire
Thijn
Femke
Finn
Lars
Tibbe
Debbie
Jeroen
Tim
Michiel
Maren
Diego
Ruben

Simon
Lianne
Laïsj
Mirthe
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Groepjes 2M
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
5/1: vraagchef
Yousra
Hussein
Matthijs
Hidde

Dieze
Ben
Cem
Dani
Julian
Claire
Thijn
Femke
Finn
Lars
Tibbe
Debbie
Jeroen
Tim
Michiel
Maren
Diego
Ruben

Simon
Lianne
Laïsj
Mirthe

Slide 1 - Tekstslide

LES 1
Leesvraag: Zoek een zin met een werkwoord in de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en voltooid deelwoord.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Spelling:
Oefentoets
Toets met cijfer in Som
Volgende week nabespreken

Tekstbegrip: 
6 tekstdoelen, 6 tekstsoorten en 6 tekstvormen
In groepjes, teksten onderzoeken

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
  • We maken een praatplaat
  • Lezen de theorie van blok 1 
  • Tijd over: Lezen blok 2 

Slide 4 - Tekstslide

Groepsopdracht starten + afronden
Wat weten jullie nog van de leerstof uit leerjaar 1?  Verwerk op jullie blad de volgende punten:
  1. Noteer welke 6 tekstdoelen er zijn en zoek een voorbeeld bij ieder doel.  
  2. Schrijf bij ieder voorbeeld bij welk tekstsoort dit voorbeeld hoort.
  3. Noteer bij ieder voorbeeld wat de tekstvorm is.
  4. Zoek een grote tekst. Geef in deze tekst aan waar de inleiding, het middenstuk of slot begint.
  5. Schrijf op het blad op welke 4 manieren een tekst in te leiden is. 
  6. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier daar is gebruikt. 
  7. Schrijf op het blad welke 3 manieren er zijn om een tekst af te sluiten. 
  8. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier van afsluiten daar is gebruikt.
  9. Achterhaal op welke 3 manieren alinea's aan te geven zijn. Nummer de alinea in je tekst van vraag 4.  


Let op: niet alle informatie kunnen jullie vinden in de methode voor leerjaar 2. Jullie hebben dus ook echt de kennis van elkaar nodig.

Klaar? Ga dan door naar dia 8
timer
30:00

Slide 5 - Tekstslide

Afronden groepsopdracht
Taakchef

Zorgt ervoor dat iedereen zijn taak uitvoert en ruimt eigen spullen op. Levert poster in bij docent. Helpt materiaalchef.
Vraagchef

Controleert of er nog vragen zijn in de groep en ruimt eigen spullen op. Helpt materiaalchef
Materiaalchef

Gooit kleine knipsels in de papierbak,  tijdschriften en kranten die nog redelijk heel zijn worden weer ingeleverd.
Rustchef

Zorgt dat iedereen klaar en stil is als de tijd om is. Ruimt eigen spullen op en helpt materiaalchef. 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen
Deze opdracht maak je met diegene die naast je zit op de plattegrond (sommige leerlingen maken de opdracht alleen). 

Maak samen een keuze voor één van de twee teksten.

Lees de tekst individueel goed door en maak daarna een praatposter (zie volgende dia)
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Spelling
  • Je kent de regels voor de werkwoordspelling
  • Je kent de regels voor de hoofdletters en kleine letters
  • Je kent de regels voor het bijvoeglijk naamwoord
  • Je herkent de regels voor het meervoud 

Slide 9 - Tekstslide

Groepsopdracht
  • Met je groepje maak je de opdracht die op tafel ligt. 
  • Je krijgt iedere keer 6 minuten. Er zijn 6 rondes (5 in 2N). 
  • Na iedere ronde draai je door naar een andere tafel met een nieuwe opdracht (de opdrachten blijven dus liggen, jullie verplaatsen). 
  • Het groepje met de minste fouten krijgt de week erop een lekker prijsje. 
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

LES 2
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Tekstbegrip
  • Je weet wat een praatposter is
  • Je kunt een praatposter maken bij een gekozen tekst om zo de tekst te begrijpen.

Slide 12 - Tekstslide

Spelling
  • Kwartet maken bij de meervoudsuitgangen 

Slide 13 - Tekstslide

kwartet
  • Er zijn 9 regels.
  • Ieder kiest 1 regel
  • Je bedenkt 4 woorden die volgens deze regel gespeld worden
  • Je maakt het kaartje (+ tekening die bij het woord hoort)

Slide 14 - Tekstslide