3.3 Stambomen en fossielen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je 

  • met behulp van een stamboom uitleggen hoe organismen verwant aan elkaar zijn
  • uitleggen op welke manier DNA-onderzoek helpt bij het ordenen van organismen
  • uitleggen wat fossielen zijn en hoe ze ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nut van wetenschappelijke namen
Een gestandaardiseerde naam die wereldwijd wordt gebruikt om een soort eenduidig te identificeren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle organismen hebben, naast hun ‘ gewone naam’ ook een wetenschappelijke naam. Deze bestaat uit de geslachtsnaam (met een Hoofdletter!) en de soortnaam (kleine letter). 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschappelijke naam van de wolf is
Canis  lupus
Geslachtsnaam                 soortaanduiding 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het systeem van Linnaeus begin je met een grote groep die onderverdeeld wordt in steeds kleinere groepen. Al deze groepen hebben ook een wetenschappelijke naam

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van ordening naar stamboom
Stamboom 
  • je de verwantschap tussen soorten goed zien. 
  • Hoe dichter twee soorten bij elkaar in een stamboom staan, hoe meer verwant zij zijn. 
  • Ook maakt een stamboom duidelijk welke soorten een gezamenlijke voorouder hebben. Je vindt deze op het punt in de stamboom waar de takken van beide soorten van elkaar afsplitsen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mens: Animalia Chordata Mammalia Primates Hominidae Homo sapiens
  
Gorilla: Animalia Chordata Mammalia Primates Hominidae Gorilla gorilla

Siamang: Animalia Chordata Mammalia Primates Hylobatidae Symphalangus syndactylus

Geslachtsnaam soortnaam ( Achternaam voornaam)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van ordening naar stamboom
Verwant: Dat betekent dat ze een gemeenschappelijke voorouder hebben

Deze soorten met een gemeenschappelijke voorouder noem je familie.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen met DNA
Biologen kijken bij ordenen naar:
  • uiterlijke kenmerken van organismen. 
  • Ze onderzoeken ook het DNA. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek naar fossielen
Fossielen zijn versteende resten of afdrukken van (delen van) organismen. Al het oorspronkelijke materiaal waaruit het organisme bestond, is in de loop van de tijd veranderd in steen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming fosielen
  1. De dinosauriër sterft en ligt op de grond.
  2. Door beweging van de aarde en de wind wordt de dinosauriër bedekt met gesteente en zand.
  3. De dinosauriër zakt verder weg. De grond rond de dinosauriër verhardt tot steen waarna de overblijfselen van de dinosauriër verstenen.
  4. Door aardverschuivingen, erosie of opgravingen komt het fossiel bloot te liggen.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen Leerdoelen

  • met behulp van een stamboom uitleggen hoe organismen verwant aan elkaar zijn
  • uitleggen op welke manier DNA-onderzoek helpt bij het ordenen van organismen
  • uitleggen wat fossielen zijn en hoe ze ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan fossielen?
A
Door as van vulkanen
B
Door uitdroging van de lucht
C
Door evolutie van soorten
D
Door verstening van organismen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn fossielen?
A
Hedendaagse dieren
B
Chemische verbindingen
C
Versteende planten uit de ruimte
D
Overblijfselen van oude organismen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gemeenschappelijke voorouder?
A
Een organisme dat is uitgestorven
B
Een ouder waar meerdere soorten van afstammen
C
Een soort die zich niet voortplant
D
Een individu van dezelfde soort

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe helpt DNA-onderzoek bij organismen ordenen?
A
Geeft inzicht in evolutie
B
Maakt organismen sneller
C
Verandert de kleur van organismen
D
Bepaalt verwantschap tussen soorten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Zelf aan de slag

Lezen bla 168 t/m 171

Maken opdracht 2 t/m 7

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies