2e wereldoorlog

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wie begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Engeland
C
Polen
D
Duitsland

Slide 2 - Quizvraag

Adolf Hitler
Geboren in Oostenrijk

Leider van Duitsland
Nazi's

Heel Europa veroveren

1939 buurland Polen aangevallen


Slide 3 - Tekstslide


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 4 - Tekstslide


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer was je een Nazi?
A
Als je Joods was
B
Als je een volger van Hitler was
C
Als je bang was voor Hitler
D
Als je bij de NSDAP hoorde

Slide 6 - Quizvraag

Hoe worden mensen genoemd die samenwerken met nazi's?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Het verzet

november 1944 - april 1945
Het verzet
45.000 dappere mensen

Slide 10 - Tekstslide

Verzet - 2 soorten
  • Actief verzet
  • Passief verzet

Slide 11 - Tekstslide

Samenwerken of verzet

Een kleine groep verzet:
  • Joden helpen met onderduiken
  • Overvallen om aan voedsel bonnen te komen
  • Persoonsbewijzen vervalsen

Verzet werkt in het geheim


Slide 12 - Tekstslide

Wat betekend 'verzet?'
A
iets doen wat niet mag
B
tegenstand tegen iets wat je niet wilt
C
doen wat er van je gevraagd wordt
D
jezelf overgeven

Slide 13 - Quizvraag

Wat waren vormen van verzet in de tweede wereldoorlog?
(goed lezen!)
A
illegale kranten rondbrengen, onderduiken en je haar verven
B
onderduiken, op vakantie gaan en staken
C
skiën, muziek maken en een auto kopen
D
staken, onderduiken en illegale kranten rondbrengen

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je als verzetsstrijder wordt opgepakt?
A
dan moet je een paar dagen naar de gevangenis
B
dan gebeurt er niks
C
dan ga je of naar een concentratiekamp of je wordt doodgeschoten
D
dan wordt je geslagen

Slide 15 - Quizvraag

Stel jij zit in de situatie van toen, wat zou je doen?

Slide 16 - Open vraag

hongerswinter 1944- 1955
In de winter was er weinig te eten. Om het eten eerlijk te kunnen verdelen gebruikten men distributiebonnen. Toch kwam er een steeds groter tekort aan voedsel. 
Er stierven ongeveer 20.000 mensen, vooral in de grote steden. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wie had er last van de Hongerwinter?
A
Heel Nederland
B
Het zuiden van Nederland
C
Het westen van Nederland
D
Duitsland

Slide 19 - Quizvraag

Wat veroorzaakte de hongerwinter?
A
Voedseltekort omdat de Duitsers alle spullen meenamen
B
De Duitsers wilde het Nederlandse volk uithongeren
C
Er groeide niets meer door de winter
D
Geallieerde bombardementen op Nederland

Slide 20 - Quizvraag

  1. Isoleren (discrimineren en uitsluiten)
  2. Concentreren (getto's en concentratiekampen)
  3.  Deportatie
  4. Systematische uitroeiing               (= Endlösung)

Slide 21 - Tekstslide

Hoe zou jij het vinden om Auschwitz te bezoeken?

Slide 22 - Open vraag

Hoelang duurde de 2e wereldoorlog in Nederland?
A
1930-1933
B
1916-1921
C
1940-1945
D
1945-1950

Slide 23 - Quizvraag

Nederland wordt bevrijd op 4 mei 1945
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag