H3 NK Brückenschlag III

Willkommen Havo 3
Woche 3 - Stunde 2
Wiederholung
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Havo 3
Woche 3 - Stunde 2
Wiederholung

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... weet ik hoe ik zwakke en sterke werkwoorden moet vervoegen.
  • ... kan ik zwakke alsook sterke werkwoorden correct vervoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Wortschatz
de streek
het eiland
de natuur
het bos
de regen
de rivier
het verkeer
  • die Gegend
  • die Insel
  • die Natur
  • der Wald
  • der Regen
  • der Fluss
  • der Verkehr

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kombiniere die Personalpronomen 
mit der richtigen Übersetzung
ich
er
du
man
sie
wir
ihr
Sie
jij
ik
wij
hij
zij
U
jullie
men

Slide 5 - Sleepvraag

8

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vervoeg je zwakke werkwoorden? 


1. Maak de stam van het werkwoord
2. Zet de juiste uitgang erachter 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de stam van het werk woord 'kommen' op

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'Gewone' zwakke werkwoorden
ich                       mache
du                        machst
er/sie/es           macht

wir                       machen
ihr                        macht
sie/Sie               machen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(fe) - E - ST - T - EN - T - EN    regel






Stappenplan: 
  1. Eerst de stam van het werkwoord bepalen (-en): wohnen -> -en = wohn. 
  2. Kijk naar het persoonlijk voornaamwoord in de zin: (ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie, Sie).
  3. Bepaal welke letters er nog achter de stam van het werkwoord moeten. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden met een stam op -s, ss, z, x of -ß
ich                           reise
du                            reist
er/sie/es               reist

wir                           reisen
ihr                            reist
sie/Sie                   reisen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
ich                         rede
du                          redest
er/sie/es             redet

wir                         reden    
ihr                          redet
sie/Sie                 reden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karoline ____ (tanzen) in der Disco.
A
tanzt
B
tanzen
C
tanze
D
tanzst

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Du______ (sitzen) neben deiner Freundin, toll!
A
sitzen
B
sitze
C
sitzt
D
sitzst

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich _____ (kratzen) ein Herz (hart) in de Baumstamm.
A
kratzt
B
kratzen
C
kratze
D
kratzst

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.
Ich ____ (lesen) gerne Bücher.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.
Meine Eltern ______ (finden), dass ich faul bin.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.
James ______ (spielen) viel wenn der Tag lang ist.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.
Katharina ______ (schreiben) jeden Tag in ihr Tagebuch.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
Machen:
/

Lernen:
- Lernliste N-D, Seite 48 (t/m 'im Süden')

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies