4.3 BiNaS oefeningen en alcohol (les 3)

4.3 BiNaS oefeningen (les 3)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 BiNaS oefeningen (les 3)

Slide 1 - Tekstslide

Heb je nog vragen over de vorige les

Slide 2 - Open vraag

Herhaling.
Het uiteinde van een motorische zenuwcel (motorisch eindplaatje) geeft de neurotransmitter acethylcholine af, dat voor een reactie van de spiervezel zorgt.
Onder normale omstandigheden verdwijnt het acetylcholine onder andere doordat het wordt omgezet met behulp van het enzym acetylcholinesterase en weer wordt opgenomen door het neuron. Bij de spierziekte myasthenia gravis, een vorm van spierzwakte, is een deel van de acetylcholinereceptoren bezet door antistofmoleculen, waardoor zich onvoldoende acetylcholine kan binden. Bij lijders aan deze ziekte leidt toediening van acetylcholinesterase-remmende stoffen tot vermindering van de spierzwakte. Waardoor verminderen acetylcholinesterase-remmers de spierzwakte? (T2-vraag)
A
Doordat acetylcholine langer in de synaps aanwezig is, kunnen meer actiepotentialen in de spiervezels ontstaan.
B
Doordat de acetylcholinesterase-remmers de postsynaptische membraan depolariseren, kunnen meer actiepotentialen in de spiervezels ontstaan.
C
Doordat de acetylcholinesterase-remmers de antistofmoleculen losmaken van de acetylcholinereceptoren, kunnen meer actiepotentialen in de spiervezels ontstaan.

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen deze les
Je weet hoe je je BiNaS kan gebruiken bij paragraaf 4.3


Slide 4 - Tekstslide

Welke BiNaS tabelnummer gaat over het zenuwstelsel?

Slide 5 - Open vraag

Wat geeft nummer 5 aan?
A
Axon
B
Dendriet
C
Synaptisch eindknopje
D
Motorische eenheid

Slide 6 - Quizvraag

Onder welke anatomische indeling van het zenuwstelsel liggen de schakelcellen?

Slide 7 - Open vraag

Bij welke stap bij de werking van de kalium-natriumpomp is energie nodig?
A
Vormverandering pomp bij afgifte Na+
B
Vormverandering pomp bij afgifte K+
C
Transport Na+ over celmembraan
D
Transport K+ over celmembraan

Slide 8 - Quizvraag

Wat geeft nummer 2 aan?
A
Depolarisatie
B
Repolarisatie
C
Hyperpolarisatie
D
Rustpotentiaal

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer zal de ionpoort van een dendriet zich sluiten bij een impulsoverdracht?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verschil tussen ecstasy en cocaïne op dopamine?

Slide 11 - Open vraag

4.3 Zenuwstelsel en alcohol/drugs (les 3/deel 2)

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Je kunt het effect van alcohol en drugs op je zenuwstelsel uitleggen


Slide 13 - Tekstslide

Lees 4.3.3. Waarom is de werking van alcohol en drugs op de overdracht van impulsen vaak lastig in te schatten?

Slide 14 - Open vraag

Lees 4.3.3. Wat is het grootste verschil tussen softdrugs en harddrugs volgens de tekst?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Opdracht
1. Ga naar het kopje Thema's -> Hoofdstuk 4 -> 12 Alcohol en de effecten ervan op brein en lichaam

2. Maak de opdrachten van dit thema


3. Klaar? Lever een foto van je antwoorden op de laatste slide in

Slide 17 - Tekstslide

Lever hier je foto in van je antwoorden van thema 4.12

Slide 18 - Open vraag