Symbolen en Symboliek in Religie en Cultuur

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Symbolen en Symboliek in Religie en Cultuur

Lernziele

• Aan het einde van de les kun je de betekenis en het gebruik van verschillende symbolen in verschillende culturen en geloofssystemen begrijpen.
• Aan het einde van de les kun je de symbolen herkennen en associëren met hun respectievelijke betekenissen
• Aan het einde van de les kun je de symboliek in architectuur en emblemen analyseren.

Was weißt du bereits über Symbole und Symbolismus?

Was sind Symbole?

• Symbolen zijn tekens, objecten of beelden die ideeën, concepten of entiteiten vertegenwoordigen.
• Symboliek is het gebruik van symbolen om ideeën of kwaliteiten te vertegenwoordigen.

Symbole in den Religionen

• Heilige symbolen worden gebruikt in religies om goddelijke wezens, concepten of verhalen te vertegenwoordigen.
• Symbolen in het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme, het boeddhisme en het taoïsme.

Symbole in Wappen und Emblemen

• Wapenschilden en emblemen vertegenwoordigen de identiteit en geschiedenis van een familie, stad of instelling.

Symbole in der Architektur

• Architecturale symbolen kunnen verwijzen naar een bepaald kenmerk aan een gebouw waardoor je kunt herkennen uit welke periode het gebouw komt.
• Beelden van heiligen, religieuze symbolen, mythologische figuren, dieren, cijfers en letters, geometrische patronen, bloemen en planten, zon- en maansymbolen, voorwerpen en de architecturale stijl zelf.

Zusammenfassung

• Symbolen: Een symbool is een teken, object of beeld dat een idee, concept of entiteit vertegenwoordigt.
• Symboliek: Symboliek is het gebruik van symbolen om ideeën of kwaliteiten te vertegenwoordigen.
• Heilige symbolen: Deze worden gebruikt in religies om goddelijke wezens, concepten of verhalen te vertegenwoordigen.


• Wapenschilden en emblemen: Deze vertegenwoordigen de identiteit en geschiedenis van een familie, stad of instelling.
• Architecturale symbolen: Deze verwijzen naar de architecturale stijl zelf en kunnen symbolisch zijn voor een specifieke periode, beweging of filosofie.

Schreibe 3 Dinge auf, die du in dieser Lektion gelernt hast.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schreibe 2 Dinge auf, worüber du mehr wissen möchtest.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.