§4.4: Wat ligt er op je Nederlandse bord?

§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
Neem deel!
Leg 4.3 open op tafel.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
Neem deel!
Leg 4.3 open op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu
Lezen 4.4
Moeilijke woorden noteren bij de volgende slide.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijke woorden 4.4?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen.
Je weet dat er in de Nederlandse landbouw economisch wordt gewerkt, maar dat dat niet altijd duurzaam is.

Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport, landbouw niet echt duurzaam is.
Je kunt de ecologische en watervoetafdruk van verschillende producten berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De watervoetafdruk =
A
Het aantal liter water dat nodig is om een product te maken
B
Het aantal liter water dat jij dagelijks gebruikt
C
Je voetafdruk in het water van de zee
D
Het aantal liter water dat de aarde nodig heeft

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

fossiele brandstoffen
Duurzame energie

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland; exportland
Na de Verenigde Staten is Nederland het grootste exportland van voedingsmiddelen ter wereld.

Dat terwijl Nederland 231 keer in de Verenigde staten past.

Hoe kan dat?
Na de Verenigde Staten is Nederland het grootste exportland van voedingsmiddelen ter wereld. Dat terwijl Nederland 231 keer in de Verenigde staten past.
Hoe kan dat?

Slide 7 - Tekstslide

Na de Verenigde Staten is Nederland het grootste exportland van voedingsmiddelen ter wereld.

Dat terwijl Nederland 231 keer in de Verenigde staten past.

Hoe kan dat?
Nederlandse landbouw 
werkt economisch
Hoge opbrengst van bedrijven.

Hoe doen we dat?






1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse landbouw 
werkt economisch en is intensief:
Hoge opbrengst van bedrijven.
Hoe?
1: Moderne machines en drones gebruiken.
2: Groente en fruit telen in kassen.
3: Biotechnologie



1

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      We produceren veel, want we consumeren veel.
Bekijk bron 24

Vraag 1: Wat consumeren we veel?

Vraag 2: Hoeveel is één blauw blokje?

Vraag 3: Hoeveel ruimte heeft de gemiddelde Nederlander 
nodig om het voedsel voor een jaar te verbouwen?

Vraag 4: Welke landen/gebieden exporteren naar Nederland?


Slide 10 - Tekstslide

Antwoord:

1:  Hout, katoen, zuivel, groente.

2:  50.000 hectare

3:  2,5 keer Nederland

4:  Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Rusland, Nederland, Centraal-Europa, Azië, West-Europa, Afrika
 Hoe duurzaam eet jij?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bio-industrie
Biologische landbouw
Van welke kip eet jij het liefst vlees?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bio industrie



Biologische landbouw






Voordelen

-Veel productie
-Goedkoop




Nadelen

-Dieren geen prettig leven.
-Veel mestoverschot.
Voordelen

-Milieu wordt minder belast.
-Geen kunstmest en 
bestrijdingsmiddelen.
-Dieren hebben een beter leven.


Nadelen

-Producten zijn duur.
-Minder productie.
2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn kassen duurzaam?
Je kunt je afvragen of het telen van groenten in kassen een duurzame manier van produceren is. Wat zijn nadelen van groente verbouwen in kassen?




2

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kassen zijn niet duurzaam
-Vost veel energie (vooral aardgas).
-Veel water nodig.
-Veel monocultuur.
-Gebruik van chemische stoffen +kunstmest= vervuiling.


2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monocultuur
=één gewas op grote stukken grond verbouwen.

Voordelen

-Veel opbrengst per hectare.
-Goedkoop verbouwen.

Nadelen
-Plantenziekten ontstaan snel.
-Veel bestrijdingsmiddelen en kunstmest nodig.
2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lees je de grafiek af?
3

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord:

Verticale as= ecologische voetafdruk

Horizontale as= watervoetafdruk

Aan de slag
Maken opdracht :
1,2,3,4 (met atlas) en 6
Is aan het eind van de volgende les af!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies