Thema 3 Grieken en Romeinen, blok 1, Olympische Spelen

Thema 3 Grieken en Romeinen, blok 1, les 1
1 KADER/MAVO - HEDG
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Grieken en Romeinen, blok 1, les 1
1 KADER/MAVO - HEDG

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Deze les maken we een begin aan het nieuwe tijdvak van de Grieken en Romeinen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen les 1
  • Je kunt uitleggen waarom de oude Grieken het zo belangrijk vonden om te winnen.
  • Je weet voor welke god de olympische spelen oorspronkelijk gehouden wedden om hem te eren.
  • Je kent verschillende sporten van de 'oude' olympische spelen.
  • Je kunt voorbeelden geven van discriminatie in het oude Griekenland.

Slide 3 - Tekstslide

2. Grieken en Romeinen
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over de oude Grieken?

Slide 5 - Woordweb

Weet je hoeveel ringen het logo van de olympische spelen heeft?
A
4
B
5
C
6
D
Ringen?

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel sporten zijn er nu bij de olympische spelen denk je?
A
17
B
26
C
33
D
50

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De Oude Egyptenaren 
(3300 - 332 VC)

  • Kleine dorpjes worden steden
  • De Farao is de baas en zorgt voor wetten en houdt de administratie bij
  • Eén cultuur (zelfde taal en zelfde goden)

De Oude Grieken
(800 - 146 VC)

  • Kleine dorpjes worden steden
  • Elke stad heeft zijn eigen bestuur (stadstaat)
  • Eén cultuur (zelfde taal en zelfde goden)
  • Onderling soms ruzie en oorlog

Slide 9 - Tekstslide

Olympische spelen in het oude Griekenland

Tegenwoordig om de 4 jaar olympische spelen, 
elke keer in een land ergens op wereld.

De oude Grieken hielden de Spelen vanaf 776 v.Chr. 
in de stad Olympia.


Slide 10 - Tekstslide

De stad Olympia en Zeus
Olympia was gebouwd ter ere van 
de goden. Zeus was de belangrijkste god (oppergod).

De Spelen waren om hem te eren. 
Op de eerste dag van de Spelen werden 
honderd ossen als offer verbrand op een 
groot altaar.

Slide 11 - Tekstslide

Sporten bij de 'oude' olympische spelen
In 776 v.Chr. was hardlopen de enige sport. De atleten renden 192 meter.

Later ook hardlopen, discuswerpen, speerwerpen, verspringen 
en worstelen. In 668 v.Chr. deden ook boksen, wagenrennen en 
de harde vechtsport pankration mee.

De winnaar van de Spelen kreeg een olijfkrans, maar veel belangrijker: eeuwige roem.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Discriminatie
Bij de oude Grieken mochten vrouwen niet meedoen 
aan dezelfde Spelen als mannen. Zij hadden hun 
eigen Spelen met één sport: 160 meter hardlopen. 

Mensen die buiten Griekenland waren geboren, mochten helemaal niet meedoen. Bij de Olympische Spelen nu is discriminatie verboden.

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van blok 1 de opdrachten 1 t/m 5. Daarna krantenartikel maken over het olympisch vuur (zie opdracht 7).

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Steek je vinger op!

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat won je vroeger als je een wedstrijd gewonnen had?
A
Lauwerkrans
B
Medailles
C
Standbeeld
D
Geld

Slide 19 - Quizvraag

Waarom werden vrouwen gediscrimineerd tijdens de olympische spelen in het oude Griekenland?

Slide 20 - Open vraag

De olympische spelen waren bedacht om een Griekse god te eren. Welke god was dit?

Slide 21 - Open vraag

Schrijf 1 ding op wat je hebt geleerd deze les.

Slide 22 - Open vraag

Schrijf 1 ding op wat je moeilijk vond deze les.

Slide 23 - Open vraag

Thema 3 Grieken en Romeinen, blok 1, les 2
1 KADER/MAVO - HEDG

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen les 2
  • Je kunt uitleggen wat een stadstaat is en uitleggen dat het oude Griekenland niet één land was.
  • Je kunt uitleggen waarom de oude Grieken zich verbonden voelden met elkaar.
  • Je kunt beschrijven welke groepen in een stadstaat woonden en welke groep de meeste rechten had.
  • Je kunt beschrijven wat een democratie is en hoe die in Athene werkte.
  • Je kunt beschrijven hoe groot de wereld van de oude Grieken was.
  • Je kunt uitleggen hoe Eratosthenes de omtrek van de aarde kon berekenen.

Slide 25 - Tekstslide

Helden en stadstaten
Het oude Griekenland bestond niet uit één land, maar uit 
meer dan honderd stadstaten.

Een stadstaat = een kleine staat die bestaat uit een 
stad met het land eromheen.

De bewoners regelden er hun zaken zelf. Ze maakten hun eigen wetten en hadden een eigen leger.

Slide 26 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten 
  • Stadstaat is een stad met het gebied eromheen, die als een zelfstandige staat wordt bestuurd.

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • De bekendste stadstaten waren Athene en Sparta

Slide 27 - Tekstslide

Oorlog tussen stadstaten
Tussen stadstaten was er vaak oorlog. Alleen tijdens en rond de Spelen voerden stadstaten geen oorlog. 

Deden ze dat wel, dan kregen ze een heel hoge geldboete en mochten ze niet meedoen aan de Spelen.

Slide 28 - Tekstslide

Video
  • Leg in eigen woorden uit hoe Griekenland werd bestuurd

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Kenmerken van de Atheense democratie

  • Stadsstaat Athene was een democratie

  • Alle vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Echte democratie? nee!
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.


Slide 31 - Tekstslide

Bestuur van Athene
  • Wat is een democratie?

  • Democratie is een manier van besturen waarbij burgers veel invloed hebben op het bestuur.

  • Hoe zit dat in Nederland?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Wat is een stadstaat?
A
Een stad die zichzelf bestuurt
B
Een stad met omliggend platteland die zichzelf bestuurt.
C
Een Griekse stad
D
Een vereniging van steden die zichzelf besturen

Slide 35 - Quizvraag

Wat is democratie?
A
Het volk mag meebeslissen hoe er geregeerd wordt.
B
Het volk heeft invloed op het land
C
Burgers zijn de baas.
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quizvraag

Geef twee verschillen tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 37 - Open vraag

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van blok 1 opdracht 8 t/m 20

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Leer je begrippen

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 38 - Tekstslide