Woord & zin H9

Woord & zin H9
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woord & zin H9

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

.. koker
A
De
B
Het

Slide 4 - Quizvraag

.. afzondering
A
De
B
Het

Slide 5 - Quizvraag

.. barbecuevlees
A
De
B
Het

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Deze mooie scooter mag je aan niemand uitlenen. (werkwoorden)
A
mooie
B
mag
C
uitlenen
D
Deze

Slide 8 - Quizvraag

Uw slager haalde een dikke biefstuk uit de koeling. (werkwoorden)
A
slager
B
haalde
C
dikke
D
biefstuk

Slide 9 - Quizvraag

De rijke jongen gaf het meisje een diamant. (werkwoorden)
A
diamant
B
jongen
C
gaf
D
rijke

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat is het zelfstandig naamwoord?

Kyra denkt altijd aan haar oma in Duitsland.
A
denkt
B
aan
C
haar
D
Duitsland

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?

Wij mochten gisteren alle oude poppen weggeven.
A
oude
B
mochten
C
Wij
D
poppen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?

Thies denkt vaak aan zijn mooie tijd in Amsterdam.
A
denkt
B
Thies
C
vaak
D
mooie

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Welk woord is het Bijvoeglijk naamwoord?

Zijn broertje maakte die lastige breuken zonder fouten.
A
broertje
B
maakte
C
lastige
D
zonder

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is het Bijvoeglijk naamwoord?

De irritante puber gaf zijn zusje een compliment.
A
compliment
B
zijn
C
zusje
D
irritante

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is het Bijvoeglijk naamwoord?

Arno is nooit een betrouwbare jongen geweest.
A
betrouwbare
B
jongen
C
Arno
D
is

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

mogen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 20 - Quizvraag

Gisteren (mogen) ik naar de kermis. Vandaag mag ik nog een keer.

Slide 21 - Open vraag

stofzuigen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 22 - Quizvraag

Gisteren (stofzuigen) ik het hele huis.

Slide 23 - Open vraag

bepalen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig

Slide 24 - Quizvraag

Gisteren (bepalen) ik wat we aten.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Klik het sterke werkwoord aan
A
timmeren
B
brengen
C
groeien
D
hakken

Slide 27 - Quizvraag

Klik het zwakke werkwoord aan
A
verwijten
B
komt
C
glimlacht
D
beklimmen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Na die tegenslag heeft mijn hoop op een goede afloop wel even .........
(wankelen, vd).
A
wankelen
B
gewankelt
C
gewankelde
D
gewankeld

Slide 30 - Quizvraag

Door zijn ziekte is hij al drie jaar aan huis .........
(kluisteren, vd).
A
gekluistert
B
gekluisterd
C
gekluisterdt
D
gekluisterde

Slide 31 - Quizvraag

Het Italiaanse elftal ..... (scoren VT)
in de laatste minuut.

Slide 32 - Open vraag

De miljonair .... (smijten VT)
met geld tijdens zijn luxe vakantie.

Slide 33 - Open vraag

Als je iets .... (vinden TT)
moet je dat daar inleveren.

Slide 34 - Open vraag

Buiten ......
(starten, vt) de mariniers hun wagens.

A
starten
B
startten
C
D

Slide 35 - Quizvraag

De regen ......... (druipen VT)
van ons af toen we binnenkwamen.

Slide 36 - Open vraag

Dit seizoen heeft ons team nog maar twee keer
.......... . (verliezen)

Slide 37 - Open vraag

De ovenschotel .......... (branden VT)
aan omdat de oven te heet was.

Slide 38 - Open vraag

Maaike heeft zich in haar nieuwe klas snel ........ (aanpassen)

Slide 39 - Open vraag

(reizen) Zij heeft voor haar leeftijd al veel
....... .
A
gereist
B
gereisd
C
D

Slide 40 - Quizvraag

(meedoen TT)
...... Guus morgen ook mee met de wedstrijd?

Slide 41 - Open vraag

Wat ben jij enorm .............! (veranderen)

Slide 42 - Open vraag

Dit vreemde verhaal is echt ............. . (gebeuren)

Slide 43 - Open vraag

.......... (verzenden)
je die verjaardagskaarten nu al?

Slide 44 - Open vraag

(schreeuwen) Ik heb hard ..............
maar je hoorde me niet.
A
geschreeuwt
B
geschreeuwd
C
D

Slide 45 - Quizvraag

(schieten VT) Mijn voeten .............. tijdens de wedstrijd van de trappers.

Slide 46 - Open vraag

Buiten ......
(starten, vt) de mariniers hun wagens.

A
starten
B
startten
C
D

Slide 47 - Quizvraag

Mijn oma ......... (lijden VT)
al lang aan vergeetachtigheid.

Slide 48 - Open vraag

Andrea ..........
(mogen, vt) gisteren niet mee naar de film.

Slide 49 - Open vraag

Welk onderdeel vindt je nog lastig?
zelfstandig naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
werkwoorden in tegenwoordige tijd
werkwoorden in verleden tijd
het voltooid deelwoord
Ik vind meerdere onderdelen lastig

Slide 50 - Poll