Woordenschat extra oefening les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Woordenschat

Deze les

- Terugblik

- Lesdoel

- Startopdracht

- Uitleg

- Zelfstandig oefenen

- Reflectie

Wat is een tegenstelling?

Noem een tegenstelling voor het woord "symmetrisch".

Hoe kan je een tegenstelling herkennen in een tekst? Noem twee manieren.

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je de woordraadstrategie "zoek een tegenstelling" toepassen op een tekst.

Waarom?

https://nos.nl/artikel/2458630-cbs-voor-het-eerst-sinds-1900-minder-geboorte-dan-sterfte-in-nederland

Zoek in tweetallen de zes tegenstellingen in dit artikel (let op sommige staan er meerdere keren in, die tellen dan maar één keer mee). Zet erachter hoe ze gevormd zijn (dmv voorvoegsel, ander voorvoegsel of een ander woord).

antwoorden

Geboorte - sterfte/overleden -> ander woord

Groei - krimp -> ander woord

Toename - afname -> ander voorvoegsel

Het levenslicht zien - het leven laten -> ander woord

natuurlijke afname - groei -> ander woord

groei van inwoners - daling van inwoners -> ander woord

Tegenstelling

1. De vorm van het woord: een AFLEIDING maken door​

         Voorvoegsel + grondwoord: on- /a- / non- / in-/ im-/ ir- /ont- ​

                    - mogelijk en onmogelijk, begrijpelijk en onbegrijpelijk​

                    - sociaal en asociaal, technisch en atechnisch, symmetrisch en asymmetrisch​

                    - actief en non-actief en inactief, direct en indirect ​

                    Regelen en ontregelen​

          Voorvoegsel vervangen door ander voorvoegsel:​

                     ingang en uitgang / optimist en pessimist​

​

2. Lastiger: de tegenstelling is een heel ander woord​

                    Actief/ passief/ jong en oud/ vroeg of laat/ overal en nergens/ arm en rijk/ netjes en slordig/ slim en dom/groot en klein​

​

3. Een tegenstelling volgt vaak na een signaalwoord van tegenstelling: ​

                    maar/ anderzijds/ daarentegen/ echter/ toch/ hoewel/ evenwel…     

Wat ga je doen?

Maak opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 4 in je werkboekje. 

10 minuten in stilte

nakijken in de les?

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je de woordraadstrategie "zoek een tegenstelling" toepassen op een tekst.

Wat is een tegenstelling?

Hoe kan ik een tegenstelling herkennen?