Les 1.4 Grammatica

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.4 Grammatica
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.4 Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Stillezen
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk nabespreken
Instructie
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
Pak je leesboek, stripboek, etc.
Niets bij je? Pak een boek van de tafel vooraan. 
Deze lever je na het stillezen daar weer netjes in.
Volgende les moet je wel iets te lezen bij je hebben
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik:
  • Fictie: Kussen en Krullen
  • Kenmerken van een gedicht.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel Grammatica
Aan het einde van deze paragraaf
  • kun je uitleggen wat een werkwoord is.
  • kun je alle werkwoorden vinden in een zin.
  • kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goed manier gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 7 - Tekstslide

Online methode
Pak je laptop erbij en ga naar It's Learning.
Ga bij vakken naar VE-Ne en klik op bronnen.
Ga bij bronnen naar studieplanner en klik deze aan. Daarna hoor je wat je verder moet doen.

Slide 8 - Tekstslide

Koppelen methode
Ga in de online methode naar het poppetje rechtsboven. Klik deze aan met de muis en kies voor groepscode en vul de juiste code in:
Klas 1B: ZYVJW7XV
Klas 1D: MB159XE7

Slide 9 - Tekstslide

Instructie Grammatica
1.4 Zinnen maken
een verhaal leraar de vertelt mooi

Maak de zin kloppend



Slide 10 - Tekstslide

Instructie Grammatica
zinsontleding: zinsdelen aanwijzen en benoemen (pv, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, etc.)

Woordbenoeming: soorten woorden benoemen (lidwoord, werkwoord, zelfst. nw, bijvoeglijk nw.)



Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 9 (22)
Schrijf de zinnen opnieuw op in je schrift. Verbeter ze en begin met het dikgedrukte woord.


Deze opdracht is het huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 13 - Tekstslide