3.7 Ziekte & zorg, leerjaar 1, M&N

3.7 Ziekte & zorg
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Filmpje
  • Vragen uit het werkboek
  • Checken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.7 Ziekte & zorg
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Filmpje
  • Vragen uit het werkboek
  • Checken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Hoe veel tijd? 45 min.
Op welke manier? 
Waaruit bestaat de beschikbare hulp?
Wat gebeurd er met de uitkomst?

Ziek zijn?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverwekkers
  • Virus
  • Schimmel
  • Bacterie 
  • Infectieziekten
Ziekteverwekkers
  • Virus
  • Schimmel
  • Bacterie 
  • Infectieziekten

Slide 3 - Tekstslide

Ziekte worden veroorzaakt door ziekteverwekkers. Er zijn verschillende soorten ziekte verwekkers: virus, schimmel en bacterie. Ziekte die ziekteverwekkers veroorzaken heten infectieziekte. 
Virus 
Verkoudheid virus:
  •  Het verkoudheidsvirus nestelt zich in je slijmvliezen.
  • Je bent nog niet ziek maar kan wel andere besmetten.
  • Je slijmvliezen zwellen op en gaan pijn doen. 
  • Je krijgt een loopneus, gaat hoesten en niezen.
  • Verschil in verkoudheid en griep.

Slide 4 - Tekstslide

  • Het verkoudheidsvirus nestelt zich in de slijmvliezen van je mond, neus en keel, dit is de besmetting. 
  • Op dit moment heb je nog nergens last van maar kan je wel al andere mensen besmetten, dit heet de incubatie tijd. 
  • De slijmvliezen zwellen op en gaan pijn doen. Je krijgt een loopneus en gaat hoesten en niezen. Dit heten symptomen.
  • Als je verkouden bent is het slijmvlies van je neus en keel ontstoken. 
  • Bij griep is je hele lichaam ziek. Je hebt koorts, pijn in je spieren, hoofdpijn en soms ook verkouden. vaak ben je heel beroerd en moet je in bed blijven liggen. 
Hoe raak je besmet
  • Druppeltjes virus in de lucht.
  • Door elkaar aan te raken.
  • Door voorwerpen aan te raken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop infectieziekte

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronische ziekte
  • Gaat niet meer over.
  • Bijvoorbeeld astma, suikerziekte en nierziekte.
  • Medicijnen nodig, zoals insuline.
  • Nierfalen, nierdialyseapparaat, transplantatie.
  • Donor. 

Slide 7 - Tekstslide

Een chronische ziekte is een ziekte die niet meer overgaat. B.v. astma, suikerziekte, reuma, eczeem, epilepsie en nierziekte. 

Iemand met suikerziekte moet zijn hele leven insuline spuiten om zijn hoeveelheid suiker te regelen. 

Soms werkt een orgaan niet goed. Als je nierfalen hebt werken je nieren slecht, waardoor je bloed niet meer wordt gefilterd. Deze mensen moeten een paar keer in de week aan een nierdialyseapparaat. Dit apparaat filtert afvalstoffen uit het bloed. Vaak gaan de nieren nog verder achter uit dat deze mensen een nier transparantie nodig hebben. Een nier kan afkomstig zijn van een levende donor. Want je kan goed leven met een nier.

Andere transplantaties zoals een hart of lever moet afkomstig zijn van een overleden donor.

Je kan vanaf je 12e invullen of je donor wilt worden en wat je zou willen doneren.
Doneren wordt gedaan op elke leeftijd. 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In de winter komen verkoudheid en griep meer voor dan in de zomer.
Waardoor komt dat?
A
's Winters is het kouder, en vat je dus sneller kou.
B
's Winters leven meer mensen binnen, zonder frisse lucht.
C
's Winters is er meer luchtvervuiling.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkoudheid en griep horen bij de ............ ziekten.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkoudheid en griep worden veroorzaakt door een ............. .

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ........... gaat in de slijmvliezen van je mond, neus en keel zitten. De slijmvliezen ........... dan op.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie:
Virus:
Schimmel:
Voedselvergiftiging
Griep
Zwemmerseczeem
Aids
Longontsteking
Mazelen
Ziekte van Pfeiffer
Verkoudheid

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die heel verkouden is, niest vlak bij je.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je drinkt uit het kopje van iemand die verkouden is.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je drinkt uit de kraan.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wast je handen en gaat eten.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je geeft iemand die verkouden is een hand.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zoent iemand die een koortslip heeft.
A
Wel ziek
B
Niet ziek

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel mensen zeggen dat ze last van griep hebben, terwijl ze verkouden zijn.
Wat is het verschil tussen griep en verkoudheid?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.
2.
3.
4.
5.
6.
Besmetting
Incubatie
Symptomen
Diagnose
Prognose
Genezen
Virus druppeltjes komen op de slijmvliezen.
Het virus gaat zich delen in het lichaam, maar nog niet ziek.
Je begint ziek te worden. Verstopte neus en keel pijn.
Onderzoek van een arts stelt vast wat je hebt.
Ziekte verloop.
Je bent weer beter en fit.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens welke fase van een ziekte zal je de meeste mensen besmetten?
A
Prognose
B
Besmetting
C
Incubatie tijd
D
Diagnose

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt het bloed tijdens een nierdialyse gezuiverd?
A
Binnen het lichaam
B
Buiten het lichaam

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt een nierdialyse apparaat op aangesloten?
A
Op een ader
B
Op een slagader

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de pomp bij een nierdialyse apparaat?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Checken
  • Wat is een virus?
  • Wat is een infectieziekten?
  • Wat is incubatie tijd?
  • Wat is een chronische ziekten?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen???

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies