3.3 Geloven of niet geloven?

Het geloof was in de middeleeuwen zo belangrijk dat men...
A
...ging tuinieren
B
...vrouwen zelfs het klooster ingingen
C
...boeken ging schrijven
D
...hun kinderen aan het klooster gaf
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het geloof was in de middeleeuwen zo belangrijk dat men...
A
...ging tuinieren
B
...vrouwen zelfs het klooster ingingen
C
...boeken ging schrijven
D
...hun kinderen aan het klooster gaf

Slide 1 - Quizvraag

In het klooster
  • Monniken leefden voor God
  • Zij woonden in een klooster
  • Ze schreven boeken, gaven les, verbouwden hun eigen eten
  • Ook zorgden zij voor armen, zieken en reizigers

Slide 2 - Tekstslide

Geloven of niet geloven?

Slide 3 - Tekstslide

Een horige is een
A
Boer die geen eigen grond had
B
Een boer die vrij was

Slide 4 - Quizvraag

Wat moesten de horigen NIET doen voor de heer?
A
Een deel van hun oogst geven
B
Hout kappen
C
Vee verzorgen
D
het land beschermen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Welke omschrijving past het beste bij de adel?
A
Boeren die in kleine boerderijen wonen
B
Soldaten die in een kasteel wonen
C
Machtige heren die de baas zijn over een groot stuk land
D
Horigen die een deel van de oogst moeten afstaan

Slide 7 - Quizvraag

Een geloof voor iedereen
  • Na de val van Rome waren mensen wanhopig
  • Monniken vertelden over de bijbel
  • Dit gaf moed en hoop

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent het begrip:
"monnik"
A
Een geestelijke vrouw die in een klooster woont en werkt.
B
Iemand die naar de kerk gaat
C
Een geestelijke die het hoofd van een klooster is.
D
Een geestelijke man die in een klooster woont en werkt.

Slide 9 - Quizvraag

Geen christen maar heiden
  • Veel mensen waren geen christen
  • Natuurgodsdienst
  • Dit noemden de christenen heidenen
  • Christenen vonden dat deze mensen christelijk moesten worden

Slide 10 - Tekstslide

Zij leefden volgens de regels uit de bijbel
A
Christenen
B
Heidenen

Slide 11 - Quizvraag

Heidenen zijn...
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die Jezus volgde
C
Mensen die geloven in natuurgoden
D
tegenstanders van de moslims

Slide 12 - Quizvraag

Koppel het juiste begrip aan de juiste groep mensen
Monnik
Heidenen

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Maken
Blz. 102 t/m 103
Opdracht 1 t/m 14

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Les afsluiten
Wat heb je geleerd vandaag?
Wat ging er goed vandaag?
Wat zou er een volgende les beter kunnen?

Slide 18 - Tekstslide

Een geloof voor iedereen
Heidenen en bekeren

Slide 19 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Instructie
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 20 - Tekstslide

Doel
De leerlingen kunnen in eigen woorden aan het einde van de les dat het Christendom steeds belangrijker werd. 

Slide 21 - Tekstslide

Vorige les
Hebben jullie nog vragen over de vorige les?

Slide 22 - Tekstslide

Heidenen
Heidenen zijn mensen die in natuurgoden geloven en natuurkrachten geloven. 

Slide 23 - Tekstslide

Bekeren
Ze wilde dat de heidenen weer in christenen ging geloven.  
(over stappen op een ander geloof)

Slide 24 - Tekstslide

Wat vieren de Germanen bij eind december?

Slide 25 - Open vraag

Wat wordt er gevierd bij Kerstmis?

Slide 26 - Open vraag

Monniken
Een monnik is een man die zich in zijn leven vooral bezighoudt met het geloof. 

Slide 27 - Tekstslide

Nonnen
Dat zijn vrouwen die ik het klooster wonen. 

Slide 28 - Tekstslide

Klooster
een klooster is een gebouw waar mannen (monniken) en vrouwen (nonnen) samenleefden volgens strenge regels.

Slide 29 - Tekstslide

Regels in het klooster
- 7 keer per 24 uur bidden ( dus ook 's nachts)
- voor andere zorgen
- Onderwijs geven (kinderen leren lezen, rekenen en schrijven en er werd godsdienst gegeven)
- Voedsel en kleding uitdelen aan arme mensen. 

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Blz. 104 t/m 105
Opdracht 7 t/m 32

Slide 31 - Tekstslide

Verschillende groepen
- Stand, 
- Geestelijken,  
- Paus 
- Adel.

Slide 32 - Tekstslide

Groep -> Stand
Een stand is een groep mensen die volgens de middeleeuwen een eigen taak had. 

Slide 33 - Tekstslide

Stand -> Geestelijke.
Een belangrijkste stand bestond uit mensen die in de kerk werkten. zoal monniken, nonnen, paul en priesters.  Zij moesten bidden voor die mensen. 
Mensen in dienst zijn van de kerk noem je: geestelijken
De hoogst geestelijke was de: paus. 

Slide 34 - Tekstslide

De tweede stand
De tweede stand was de adel. 
Iemand van adel wordt ook wel edelman genoemd. 
De adel moest mensen beschermen. Je kon niet zomaar edelman worden. 
Óf je moeder óf je vader was van adel ó de koning  maakte een edelman van je. Je kreeg dan bijvoorbeeld de titel: hertog, graaf of ridder. Ridders waren bewapende ruiters. 

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Blz. 106 t/m 107
Vragen 21 t/m 27

Slide 36 - Tekstslide