H2, §3: Ik werk

Hoofdstuk 2, §3:
Ik werk

Deltion ICT Lyceum
2024-2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2, §3:
Ik werk

Deltion ICT Lyceum
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
▸ Kun je de begrippen arbeidsovereenkomst, arbeidsvoorwaarden, cao en vakbond uitleggen.
▸ Ken je drie soorten arbeidsovereenkomsten voor een werknemer in loondienst.
▸ Ken je de rechten en plichten als werknemer in je eigen branche.
▸ Begrijp je op welke manieren je meer geld kunt verdienen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stagiairs als werknemers:
Transavia krijgt boete

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek de kop van het nieuwsbericht op de slide:
Transavia heeft een boete van 46.000 euro gekregen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. De reden? Het bedrijf liet zestig stagiairs hetzelfde werk doen als gewone werknemers, zonder hen daarvoor eerlijk te betalen. Deze stagiairs hadden achteraf recht op loon en toeslagen. Het onderzoek kwam op gang na klachten, en bleek dat de studenten van vijf verschillende mbo-scholen onrechtvaardig werden behandeld. (https://nos.nl/artikel/2516095-transavia-krijgt-boete-vanwege-inzetten-stagiairs-als-werknemer)

Uitleg:
Of je nu stagiair bent of in loondienst werkt, je rechten en plichten staan meestal vastgelegd in een overeenkomst. Dit is belangrijk, want het zorgt ervoor dat je eerlijk wordt behandeld. Bovendien moet je werkgever zich aan bepaalde regels en wetten houden om jouw positie te beschermen.
Arbeids-
overeenkomst
Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst tussen werkgever en werknemer waarbij de werkgever zich verplicht loon te betalen en de werknemer zich verplicht werk te verrichten volgens aanwijzingen van de werkgever.

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek het begrip arbeidsovereenkomst met de studenten:
Een arbeidsovereenkomst is een schriftelijke of mondelinge afspraak tussen jou en je werkgever. Hierin staan de afspraken over je werk, zoals je taken, werktijden en salaris. Het contract beschermt zowel jou als je werkgever en zorgt ervoor dat jullie allebei weten wat je van elkaar kunt verwachten.

Korte opdracht voor de studenten:
Bedenk en schrijf op wat volgens jou in een arbeidscontract moet staan. Denk aan zaken zoals je werktijden, salaris, vakantiedagen, enzovoort. Maak een lijst met punten waarvan jij denkt dat ze belangrijk zijn.

Bespreek met de studenten:
Binnen 1 maand nadat je bent begonnen met werken, moet je werkgever de volgende zaken op papier hebben gezet:
- Naam en woonplaats van jou en je werkgever
- Plaats(en) waar je werkt
- Jouw functie of het soort werk dat je doet
- Datum van indiensttreding
- Duur van het contract (als het tijdelijk is)
- Aantal uren dat je werkt (per dag of week)
- Hoogte van je salaris en wanneer dit wordt uitbetaald
- Hoogte van je vakantietoeslag
- Aantal vakantiedagen
- Opzegtermijn
- De collectieve arbeidsovereenkomst (cao) als die van toepassing is

En soms ook:
- Lengte van je proeftijd
- Pensioenregeling
- Concurrentiebeding (als je na je dienstverband niet zomaar voor een concurrent mag werken)
❛Ik durf voor mezelf op te komen als ik mijn salaris te laag vind.❜

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek de stelling:
"Ik durf voor mezelf op te komen als ik mijn salaris te laag vind."

Stel de volgende vragen om het gesprek te verdiepen:
Wie werkt er al?
Vraag wie er ervaring heeft met werken en wat voor soort werk ze doen. Dit helpt om verschillende ervaringen in de groep naar voren te halen.

Hoeveel uur werken de studenten?
Vraag hoeveel uren ze gemiddeld per week werken. Zijn het vaste uren of wisselt dat per week? Dit geeft inzicht in de werkdruk en flexibiliteit.

Wat voor contract hebben zij?
Vraag of ze een arbeidscontract hebben en wat voor soort: bijvoorbeeld een vast contract, een tijdelijk contract, een oproepcontract, of werken ze als stagiair? Bespreek kort de verschillen.

Zijn ze tevreden met wat ze krijgen?
Vraag of ze tevreden zijn met hun salaris, werktijden, vakantiedagen en andere voorwaarden. Als er ontevredenheid is, kun je bespreken hoe ze dit kunnen aanpakken, bijvoorbeeld door het gesprek aan te gaan met hun werkgever of hulp te zoeken.
Collectieve arbeidsovereenkomst
(cao)

Als je werkt heb je allerlei verplichtingen, maar je hebt ook rechten. In een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) staan alle afspraken over deze rechten en plichten. Het is een overeenkomst met afspraken tussen werknemers en werkgever in een bepaalde sector. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) wordt vastgelegd.

Slide 7 - Video

Vraag de studenten wat hen is opgevallen in het filmpje over hoe een cao tot stand komt. Zorg dat ze begrijpen dat een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) afspraken bevat over arbeidsvoorwaarden voor een hele sector of bedrijf, zoals loon, werktijden, en vakantiedagen.

De rol van de vakbond:
Leg uit dat vakbonden namens werknemers onderhandelen met werkgevers om een cao af te spreken. Ze zorgen ervoor dat werknemers een eerlijke behandeling krijgen en dat hun rechten worden beschermd. Vakbonden spelen een belangrijke rol bij het opkomen voor collectieve belangen, zoals loonsverhoging of betere werkomstandigheden.

Vraag aan de studenten:
Zien jullie het nut van een vakbond in?
Vraag of de studenten denken dat vakbonden nuttig zijn en waarom. Laat hen voorbeelden bedenken van situaties waarin een vakbond zou kunnen helpen.

Zouden jullie zelf lid worden van een vakbond?
Praat over de voordelen van lidmaatschap, zoals juridische ondersteuning, advies bij conflicten, en invloed op cao-onderhandelingen.

Waarom zijn sommige mensen geen lid?
Bespreek mogelijke redenen waarom mensen zich niet aansluiten, zoals de kosten of een gevoel dat ze de vakbond niet nodig hebben.

Leg uit:
Leg uit dat vakbonden werknemers sterker maken door samen te werken. Dit is vooral belangrijk in situaties waarin werknemers zich individueel misschien niet durven uit te spreken. Bespreek dat zelfs als je nu geen vakbondslid bent, je kunt profiteren van wat vakbonden bereiken, zoals betere arbeidsvoorwaarden en cao-afspraken.
Bekijk een cao
Bekijk een cao
Ga naar fnv.nl/cao-sector en
bekijk een cao. Wat staat er allemaal in?

Klaar? Maak dan opdracht 16 op blz. 49.
timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien wat er zoal wordt vastgelegd in een cao. Geef daarbij aan dat je primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebt. Wat hoort bij wat?
❛Ik werk veilig of
ik werk niet.❜

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg:
Als je werkt, heb je recht op een veilige en gezonde werkomgeving. Dit staat in de Arbowet. De werkgever moet zorgen dat je tijdens je werk geen gevaar loopt. 

Daarom moet de werkgever:
1. Risico's aanpakken of verkleinen
Gevaren op de werkplek moeten zoveel mogelijk worden weggehaald of kleiner gemaakt.

2. Collectieve bescherming bieden
Als het risico niet helemaal kan worden weggehaald, moet de werkgever maatregelen nemen die iedereen beschermen, zoals veilige machines of ventilatiesystemen.

3. Individuele bescherming bieden
Als er nog steeds risico’s zijn, moet de werkgever jou persoonlijk beschermen, bijvoorbeeld met veiligheidskleding of een helm.

Zo zorgt de Arbowet ervoor dat je veilig kunt werken.
❛Ik durf het te zeggen als ik mijn werkomgeving niet veilig vind.❜

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg:
Als je werkt, heb je recht op een veilige en gezonde werkomgeving. Dit staat in de Arbowet. De werkgever moet zorgen dat je tijdens je werk geen gevaar loopt. 

Daarom moet de werkgever:
1. Risico's aanpakken of verkleinen
Gevaren op de werkplek moeten zoveel mogelijk worden weggehaald of kleiner gemaakt.

2. Collectieve bescherming bieden
Als het risico niet helemaal kan worden weggehaald, moet de werkgever maatregelen nemen die iedereen beschermen, zoals veilige machines of ventilatiesystemen.

3. Individuele bescherming bieden
Als er nog steeds risico’s zijn, moet de werkgever jou persoonlijk beschermen, bijvoorbeeld met veiligheidskleding of een helm.

Zo zorgt de Arbowet ervoor dat je veilig kunt werken.
Snel verdiend
Als je meer wilt gaan verdienen, kun je dat doen op verschillende manieren.

Welke manieren kun jij bedenken?

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg:
Bij de meeste banen ontvang je maandelijks salaris. Vaak is dat salaris gebaseerd op afspraken uit een cao (collectieve arbeidsovereenkomst). In veel cao’s staat dat je salaris jaarlijks kan stijgen als je goed presteert en hetzelfde werk blijft doen.

Vraag:
Welke manieren kun jij bedenken om hogerop te komen of carrière te maken? Denk bijvoorbeeld aan promotie, het volgen van een cursus, of veranderen van baan. Schrijf je ideeën op en bespreek ze samen.

Extra uitleg:
Meer salaris vragen is één manier om je inkomen te verhogen, maar er zijn ook andere mogelijkheden:
- Belasting terugvragen: Controleer of je recht hebt op belastingteruggave, bijvoorbeeld als je kosten maakt voor werk of studie.

- Toeslagen aanvragen: Kijk of je zorgtoeslag, huurtoeslag, of een andere vorm van financiële ondersteuning kunt krijgen.

- Extra werken: Meer uren werken of een bijbaan nemen kan ook helpen om je inkomen te verhogen.

- Ontwikkeling: Door trainingen of opleidingen te volgen, kun je nieuwe vaardigheden leren en kans maken op een betere (en beter betaalde) baan.
Vakbonden:
komen op voor jouw belangen

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit:
Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. Ze onderhandelen met werkgevers en de overheid over zaken zoals loon, werktijden, arbeidsomstandigheden en het minimumloon.

Vraag aan studenten:
Vraag de studenten hoe een vakbond de belangen van werknemers verdedigt. Bespreek voorbeelden zoals:
  • Cao-onderhandelingen
  • Petities en handtekeningenacties
  • Demonstraties of protestacties
  • Publiciteit via media om aandacht te vragen voor problemen
  • Stakingen als werkgevers niet willen luisteren
Bespreek stakingen:
Leg uit dat een staking een middel is waarmee werknemers tijdelijk stoppen met werken om druk uit te oefenen op de werkgever.

Vraag aan studenten:
- Hebben jullie wel eens gehoord van een staking?
- Wat vinden jullie ervan?
- Denken jullie dat stakingen effectief zijn?

Geef voorbeelden van stakingen die recent hebben plaatsgevonden, zoals in het openbaar vervoer, de zorg of het onderwijs, en bespreek wat die hebben opgeleverd.

Afronding:
Vakbonden spelen een belangrijke rol bij het verbeteren van arbeidsomstandigheden. Ze doen dit niet alleen voor hun leden, maar vaak voor alle werknemers in een sector. Bespreek of de studenten zelf ooit zouden overwegen lid te worden van een vakbond en waarom (niet).

Slide 13 - Video

Bespreek na het filmpje:
- Wat is het nut van staken?
- Waarom staken de mensen in het filmpje?
- Wat vind jij van staken?
- Heeft het zin om actie te voeren?
- Wie heeft wel eens geprobeerd iets te veranderen op school, werk of stage?

Verdieping:
Bespreek recente stakingen, zoals:
- Onderwijs: Stakingen voor minder werkdruk en hogere salarissen. Dit heeft geleid tot meer geld voor het onderwijs, hoewel veel leraren vinden dat het nog niet genoeg is.

- Zorg: Zorgpersoneel staakte voor betere arbeidsvoorwaarden en een hogere waardering. Dit heeft geleid tot verhogingen in het salaris, maar de werkdruk blijft een probleem.

- Boeren: Boeren protesteerden tegen strengere stikstofregels. Dit heeft geleid tot aanpassingen in beleid en meer aandacht voor hun situatie.
❛Werken als zzp'er is beter dan werken in loondienst.❜

Slide 14 - Tekstslide

Laat studenten reageren op de stelling.

Bespreek met studenten:
- Wat zie jij als voordelen van zzp-er zijn?
- Wat zou je zelf liever willen: in loondienst of als zzp-er werken. Waarom?
Aan de slag!
Opdracht 11, 12 & 16
Maak opdracht 11, 12 & 16 vanaf
bladzijde 43 in je werkboek.

Klaar? Maak dan opdracht 13 op blz. 46.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes deze week, en
tot de volgende les!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies