ALA1C Chirurgie urinewegen

ALA1C Week 19 
Aandoeningen aan het urinewegstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ALA1C Week 19 
Aandoeningen aan het urinewegstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • De student heeft kennis van de verpleegkundige zorg in het ziekenhuis bij nierinsufficiëntie en dialyse
  • De student heeft kennis van de verpleegkundige zorg bij een chirurgisch ingreep bij een prostaatcarcinoom, blaascarcinoom en niercelcarcinoom

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Even opfrissen
  • Nierinsufficiëntie
  • Prostaatcarcinoom
  • Opdracht blaas-prostaat en niercelcarcinoom.
  • Verpleegkundige interventies chirurgie aan urinewegstelsel


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht -- even opfrissen
  1. Teken op een A4 het urinewegstelsel. 
  2. Noteer wat elk onderdeel is. 
  3. Klaar? Noteer bij ieder onderdeel de Latijnse naam. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nier = ren
Nierader = Vena renalis
Nierslagader = Arteria renalis
Urine leider = ureter
Urineblaas = vesica urinaria
Urinebuis = Urethra

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen zijn de nieren (renes) opgebouwd?
A
Nierschors, niermerg
B
Nierbekken, nier(slag)ader
C
Ureter (urineleider)
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Nieren zuiveren bloed en niet de urine. Urine wordt gevormd uit de afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed
Wat zijn functies van de nieren?
Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Zuiveren urine
B
Regelen saturatie
C
regelen mineralen- en waterhuishouding
D
Regelen bloeddruk

Slide 7 - Quizvraag

Nieren zuiveren bloed en niet de urine. Urine wordt gevormd uit de afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed
Wat is de functie van de vesica urinaria?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierinsufficiëntie (nierfalen)
Onder te verdelen in:
- Acuut nierinsufficiëntie: snelle of abrupte verslechtering van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR), geen/weinig urineproductie.  
- Chronisch nierinsufficiëntie: de functie van de nieren is over een langere periode steeds slechter geworden. 

Oorzaken acute nierinsufficiëntie:
- Hypotensie, gifstoffen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen nierinsufficiëntie
Acuut nierfalen
Chronisch nierfalen
Hypertensie
Dorst
Dyspneu
Bleekheid
Jeuk
Aandrang plassen
Anurie: urineproductie van < 50 ml/dag
Oligurie: urineproductie van 50-400 ml/dag. 
Ademnood
Donkere urine
Zenuwbeschadiging
Snel toenemende vermoeidheid en spierzwakte
Coma
Weinig eetlust
Misselijkheid
Hoofdpijn
Sufheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acuut handelen acute nierinsufficiëntie
Behandeling van de oorzaak:
  • Bij shock: intravasculaire vulling (infuusvloeistof).
  • Bij obstructie urinewegen: obstructie opheffen.
  • Bij metabole acidose: direct dialyseren.
Doel: normale water- en mineralenhouding, 
minimaliseren weefselafbraak en voorkoming 
van infecties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek acute nierinsufficiëntie
  • Lichamelijk onderzoek
  • Laboratoriumonderzoek naar het creatinine-, ureum-, kalium- en fosfaatgehalte in het bloed (afbraakproducten van het lichaam). 
  • Urineproductie monitoren
  • ECG maken vanwege afwijkende elektrolyten waardes.
  • Echografisch onderzoek (uitsluiting obstructie urinewegen)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diuretica o.a.
Max 6 gram per dag
Max. 1 -1,5 L per dag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft de prostaat?
A
opslaan van zaadvocht
B
produceren van zaadvocht
C
produceren van spermacellen
D
opslaan van spermacellen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chirurgische ingrepen urinewegstelsel
Opdracht
Wie
Individueel
Hoe
Je zoekt informatie op op www.avl.nl; over blaascarcinoom, prostaatcarcinoom en niercelcarcinoom.
Wat
- Welke symptomen treden op bij de bovengenoemde kanker?
- Welke diagnostiek wordt uitgevoerd?
- Welke behandeling wordt uitgevoerd?
Hulp
www.avl.nl 
Klaar
- Welke interventies voer jij als verpleegkundige uit? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele begrippen
  • Prostatectomie: via buikwand/laparotomisch. 
  • Radicale prostatectomie (bij prostaatcarcinoom) = prostaat, prostaatblaasjes en soms lymfeklieren worden via onderbuikwand of perineum verwijderd. Risico: incontinentie, erectiestoornissen. 
  • TURP: Transurethrale resectie van de prostaat: cystocoop wordt ingebracht via urethra, prostaat wordt leeggeschraapt. 
  • TURT: Transuretrale resectie van de tumor: cystocoop wordt via urethra in de blaas gebracht. 
  • Cystectomie: verwijderen van de blaas. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verpleegkundige interventies voer jij uit bij blaascarcinoom, prostaatcarcinoom en niercelcarcinoom?
Bespreek met je buurman/buurvrouw

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pre- post- en operatieve zorg
  • Preoperatieve zorg: voorlichting, geruststellen, coördineren van de voorbereidende zorg met disciplines, controle nuchterheid, sieraden en make-up, prothesen, vitale functies, pre-medicatie, naambandje, infuus, heparine, allergie, operatiebandje, status mee. 
  • Postoperatieve zorg: controleren of patiënt comfortabel is, vochtbalans, familie instrueren, controleren vitale functies, wond, urineproductie (loopt urine goed af (ivm bloedstolsels) , misselijkheid, pijnscore, evt. urinestoma, medicatie toedienen , blaasspoelingen bij TURP of radicale prostatectomie, blaasspoeling met cytostatica bij blaascarcinoom.   

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding van de les

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies