AFPG-D-2 Ziektebeelden nieren urinewegen

Ziektebeelden
Nieren en urinewegen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ziektebeelden
Nieren en urinewegen

Slide 1 - Tekstslide

Ken je deze nog?
Diurese = 
ADH = 
Glomerulus = 
Pyelum = 
Reabsorptie = 
Ultrafiltratie = 
Ureter = 

Slide 2 - Tekstslide

Ken je deze nog?
Diurese = vorming van urine
ADH = antidiuretisch hormoon
Glomerulus = vaatkluwen in het kapsel van Bowman
Pyelum = nierbekken
Reabsorptie = terugopname
Ultrafiltratie = filteren van het bloed in kapsel van Bowman
Ureter = urineleider

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt van ziektebeelden benoemen wat de naamsverklaring, oorzaken, symptomen, behandelingen en complicaties zijn
  • Je kunt de definitie van de medische terminologie beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Nieren en urinewegen
De weg van urine:
Nieren --> ureter --> urineblaas --> urethra  
ureter (urineleider)
urethra (plasbuis)

Slide 5 - Tekstslide

1. Aorta
2. V. cava inferior (onderste holle ader)
3. Nierslagader
4. Nierader
5. Nieren
6. Ureter
7. Blaas
8. Urethra

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn de functies van de nieren?

Slide 7 - Woordweb

functies van de nieren
- Je nieren verwijderen afvalstoffen. 
- Ze zorgen voor genoeg vocht en zout in je lichaam. 
- Regelen je bloeddruk 
- Maken hormonen aan die zorgen voor voldoende rode bloedcellen. 
Oftewel : zijn belangrijk voor het in stand houden van de Homeostase

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Nieren
4 onderdelen van de nieren: nierkapsel, nierschors, niermerg, nierbekken
Nefron = urinefabriekje, functionele niereenheid
Ligging: hoog in de buikholte, tegen de achterste buikwand, links en rechts van de wervelkolom
Urineproductie: ultra-filtratie en reabsorptie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ultra-filtratie
1. aanvoerend bloedvat
2. Kapsel van Bowman
3. Glomerulus
Reabsorptie
4. Gekronkelde buis
5. Lis van Henle
6. Gekronkelde buis
7. Verzamelbuisje
8. Afvoerend bloedvat

Slide 12 - Tekstslide

Nieren, in de nefron
Ultra-filtratie: onder invloed van de bloeddruk wordt een deel van het bloed uit de glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman geperst (FILTER).
Reabsorptie: in gekronkelde buisjes, lis van Henle en verzamelbuisjes worden bruikbare stoffen weer op genomen in het bloed. Wat overblijft is echte urine (1,5 - 2 liter per dag).

Slide 13 - Tekstslide

Ureter
  • 25 - 30 cm lang
  • Transport van urine naar de blaas (peristaltiek)

Slide 14 - Tekstslide

Blaas
  • Tijdelijke opslag van urine
  • Speelt een rol bij de mictie (plassen)



Slide 15 - Tekstslide

Blaas
Mictiereflex:
300cc urine --> blaaswand opgerekt --> prikkel naar hersenen (bewustwording), binnenste kringspier ontspant, blaaswand spant aan --> plassen
OPHOUDEN: buitenste kringspier aanspannen
PLASSEN: buitenste kringspier ontspannen


Slide 16 - Tekstslide

Urethra
  • Vrouw: 3 cm lang
  • Man: 15 - 20 cm lang
  • Functie: urine afvoeren naar de buitenwereld

Slide 17 - Tekstslide

Urineproductie en plassen
ADH: hormoon dat vocht vasthoudt
Veel drinken: veel plassen
Veel zout eten: weinig urineproductie
Veel zweten: weinig urineproductie
Regelen van waterhuishouding / zouthuishouding: bloeddruk
Regelen van hoeveelheid waterstof en waterstofcarbonaat: zuurgraad

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

ziektebeelden
-1.  Cystitis / blaasontsteking, bron: pathologieboek, nieren.nl  bibliotheek
- 1. Pyelonefritis / nierbekkenontsteking, bron: pathologieboek, nieren.nl  bibliotheek
- 2. Nierstenen, bron: pathologieboek, nieren.nl  bibliotheek
- 3. Blaascarcinoom, bron: pathologieboek, kanker.nl  kankersoorten
- 4. Nierinsufficiëntie / nierschade en nierfalen: bron: pathologieboek, nieren.nl  bibliotheek
- 5. Urine-incontinentie, bron: pathologieboek
                    • Stress-incontinentie
                    • Urge-incontinentie
                    • Overloop-incontinentie
                    • Neurogene blaas
    Geef een korte omschrijving van deze vormen van incontinentie.
- 6. Prostaatkanker / prostaathypertrofie, bron: pathologieboek, kanker.nl  kankersoorten
- 7. Hypospadie, bron: erfelijkheid.nl, thuisarts.nl
- 7. Phimosis, bron: thuisarts.nl

Slide 20 - Tekstslide

volgende week start met presentaties
werk 1 ziektebeeld (bij voorkeur met een beeld van een zorgvrager uit de praktijk) volgens het format uit de LWP.
Presentatie van ca 5 tot 10 minuten per leerteam

Slide 21 - Tekstslide

Blaasontsteking (cystitis)
Binnenkant van de blaas is ontstoken, soms ook de urinebuis: urineweginfectie

Komt vaker voor bij vrouwen: urinebuis is korter, ligt dichter bij anus (bacteriën)
Risicogroepen: zwangeren, vrouwen met verzakking, mannen met prostaatproblemen (urine blijft achter in blaas)

Slide 22 - Tekstslide

Blaasontsteking (cystitis)
Oorzaken:
  • binnendringen van bacterie
  • seksueel contact
  • blaaskatheter inbrengen en verzorgen (niet schoon werken)
  • achterblijven van urine (urineretentie)

Slide 23 - Tekstslide

Blaasontsteking (cystitis)
Symptomen:
  • pijn / brandend gevoel bij het plassen
  • vaak en kleine beetjes, loze aandrang
  • drukkend, pijn gevoel buik of onderrug
  • troebele, stinkende urine
  • (soms) bloed in de urine
  • (soms) koorts

Slide 24 - Tekstslide

Blaasontsteking (cystitis)
Behandeling:
  • Preventie: voldoende drinken, regelmatig plassen (niet uitstellen), uitplassen na seks, drinken van cranberrysap
  • Antibiotica


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hypospadie
Uitmonding van de plasbuis is niet op de top van de eikel maar aan de onderkant van de eikel of halverwege de penis.
Oorzaak onbekend, verhoogde kans bij erfelijkheid, te laag geboortegewicht, chemische stoffen

Slide 27 - Tekstslide

Nierstenen
Oorzaken:
  • onvoldoende vochtopname
  • overmatig zweten
  • bepaalde medicijnen
  • urineweginfectie
  • bepaalde zouten in het lichaam
  • te veel eiwitten eten (vlees)



Slide 28 - Tekstslide

Nierstenen, symptomen
  • vage, weinig opvallende pijn in de onderrug, flanken
  • daarna felle, heftige pijn, zijkant van de buik, naar lies en bovenbeen en geslachtsorganen
  • bewegingsdrang
  • verder: misselijk, braken, zweten, bloed in de urine, vaker plassen
  • soms geen last




Slide 29 - Tekstslide

Nierstenen, behandeling
  • pijnstillers
  • spierverslappende medicijnen
  • verwijderen: niersteenvergruizer
  • verwijderen: ureteroscopie
  • verwijderen: operatie
  • medicijnen om calciumuitscheiding tegen te aan




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Acute nierinsufficientie
Plotseling achteruitgang van de nierfunctie. Soms blijvende schade en dan is het chronische nierinsufficiëntie.

Oorzaken:
  • te weinig aanvoer van bloed (grote bloeding)
  • beschadiging van filtersysteem (infectie/ immuunsysteem)
  • stuwing van de nieren (nierstenen, nierbloeding, tumor, prostaatvergroting)




Slide 33 - Tekstslide

Acute nierinsufficientie
Symptomen:
  • afhankelijk van oorzaak
  • vermoeidheid
  • misselijkheid
  • verminderde eetlust (ophoping van afvalstoffen)





Slide 34 - Tekstslide

Acute nierinsufficientie
Behandeling:
  • dieet: minder vet, cholesterol, eiwit, natrium, kalium
  • medicatie om vocht af te drijven
  • bloeddrukverlagers
  • niervervangende behandeling: dialyse






Slide 35 - Tekstslide

Acute nierinsufficientie
Dialyse:
  • Hemodialyse: bloed buiten het lichaam filteren door middel van een kunstnier
  • Peritoneaaldialyse: spoelvloeistof in buikholte dat afvalstoffen opneemt, hierna weer afvoeren







Slide 36 - Tekstslide

Even oefenen
Cystitis = blaasontsteking
Dysurie = moeite met plassen
Hematurie = bloed bij de urine
Leukocyturie = witte bloedcellen bij de urine
Nefron = urinefabriekje, functionele niereenheid
Nycturie = overmatige productie van urine in de nacht
TUR = transuretrale resectie

Slide 37 - Tekstslide

Even oefenen
Cystitis = 
Dysurie = 
Hematurie = 
Leukocyturie = 
Nefron = 
Nycturie = 
TUR = 

Slide 38 - Tekstslide

Vragen?
  • Ziektebeelden uitwerken, deze doorlezen
  • Woorden opzoeken in Quizlet, deze oefenen met de opties kaarten en schrijven.

Slide 39 - Tekstslide