M&Z - Hoofdstuk 1 nakijken

MENS EN ZORG H1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

MENS EN ZORG H1

Slide 1 - Tekstslide

1.03

Slide 2 - Tekstslide

1.02

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1.04
1.05

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

1.06

Slide 8 - Tekstslide

1.07 verschil zorgwoning en verpleeghuis

Slide 9 - Tekstslide

Verpleeghuis en zorgwoning

Verpleeghuis en zorgwoning:

  • intensieve zorg
  • 24 uur per dag zorg, behandeling, toezicht
  • activiteiten

Verschillende soorten verpleeghuiszorg, voor:
  • mensen met dementie;
  • mensen met een (ernstige) lichamelijke beperking;
  • mensen die tijdelijk zorg nodig hebben om te herstellen van een ongeval, ziekte of een operatie.

Nodig:
Zorgindicatie - Wet Langdurige Zorg (WLZ)




Slide 10 - Tekstslide

1.08
a. Een zorgindicatie is een inschatting van de soort zorg en de hoeveelheid zorg die iemand nodig heeft.


b. De Wet Langdurige Zorg, afgekort als WLZ, is een Nederlandse wet die ervoor zorgt dat mensen die langdurig zorg nodig hebben, de hulp krijgen die ze nodig hebben. Deze wet is er speciaal voor mensen die door bijvoorbeeld een ziekte, handicap of ouderdom niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

1.09
Voorbeelden zijn:
1. Erfelijke factoren, die leiden tot een syndroom. Een syndroom is een ziektebeeld met allerlei verschillende symptomen bij elkaar. Bijvoorbeeld: Syndroom van down - dit is een aangeboren afwijking, die ontstaat door een extra chromosoom. Dit leidt tot een verstandelijke beperking en lichamelijke kenmerken, zoals o.a. schuinstaande ogen met extra huidplooi, korte nek, korte ledematen, kleine mond met dikke tong.
2. Veel roken of heel veel drinken van de moeder tijdens de zwangerschap.
3. Hersenbeschadiging door een infectie van de moeder tijdens zwangerschap.
4. Zuurstoftekort tijdens de geboorte.
5. Hersenvliesontsteking, ongeluk (zoals bijna verdrinken) of een ziekte.

Slide 13 - Tekstslide

1.10
Voorbeelden zijn:
1. Een ziekte in de spieren of zenuwen.
2. Een (auto)ongeluk, waardoor iemand niet meer kan lopen.
3. Er gaat iets mis tijdens de zwangerschap. Zo kan bijvoorbeeld de ruggenwervel van de baby niet goed sluiten. Dit heet een open ruggetje, ook wel spina bifida genoemd.
4. Tijdens de bevalling krijgt de baby even geen zuurstof. De spieren kunnen daardoor verkrampen, waardoor spasme optreedt.

Slide 14 - Tekstslide

Visuele beperking
Auditieve beperking

Slide 15 - Tekstslide

Auditieve beperking.
Lichamelijke beperking
Visuele beperking
Verstandelijke beperking
Zintuiglijke beperking

Slide 16 - Sleepvraag

Video wat is een depressie?
                                    Hoort bij opdracht 1.12, blz 32.                                                      

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide