H1E - Writing & Grammar

Welke woorden kun je waar bij bedenken?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke woorden kun je waar bij bedenken?

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les
 - kan ik over mijn familie schrijven (feiten en gewoontes)
 - kan ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd zetten

Slide 2 - Tekstslide

Despite (ondanks) my name I am not a conqueror (verovernaar) nor am I a queen. When you hold me up for measures of any kind my true length and nature can be seen.
What am I?
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

To be (zijn)
I ...
He/She/It ...
You/We/They ...
Am
Is
Are

Slide 4 - Sleepvraag

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to be' 
am
is
are
are
are
are
is
is

Slide 5 - Sleepvraag

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to have' 
have
has
have
have
have
have
has
has

Slide 6 - Sleepvraag

Present simple = tegenwoordige tijd
Je gebruikt de present simple om gewoontes (habits) en feiten (facts) te beschrijven. Het werkwoord verandert niet van vorm bij:  I, You, We, They .
 

Every day she walks to school.           Water boils at 100 degrees Celcius.
I walk
You walk
He/she/it walks
We/They walk

Slide 7 - Tekstslide

Present simple
De present simple is beter bekent als de SHIT-regel.


SHE, HE & IT krijgen een S na het werkwoord.


I work in the garden every Saturday.                        Water boils at 100 degrees.
He always works in the garden.                                 She runs faster than he does.
S
H
I
T
-regel

Slide 8 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to call) me every day.
A
call
B
calls

Slide 9 - Quizvraag

Present simple
The movie ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 11 - Quizvraag

Present simple
De present simple is beter bekent als de SHIT-regel.


SHE, HE & IT krijgen een ES na het werkwoord die met
s, x, z, ch, sh eindigt.

I watch television every Friday night.           My sister (she) bosses me around.
John (he) never washes his car.                     The colour (itmixes well with red.
S
H
I
T
-regel

Slide 12 - Tekstslide

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend every day.

Slide 13 - Open vraag

(to catch) present simple
I ..... the train for work in the afternoons.

Slide 14 - Open vraag

(to finish) present simple
Tim ..... his dinner before eating dessert.

Slide 15 - Open vraag

Present simple
De present simple is beter bekent als de SHIT-regel.


SHE, HE & IT krijgen een ES na het werkwoord do en go.

They go to school on Mondays.
James (he) does his best at school.   
Susan (she) goes to the same school as James (he) does.           
S
H
I
T
-regel

Slide 16 - Tekstslide

present simple
She ..... (to go) to school.

Slide 17 - Open vraag

The dog ...... (to do) tricks with the stick.
A
do
B
does

Slide 18 - Quizvraag

present simple
They frequently ..... (to go) on holiday.

Slide 19 - Open vraag

Present simple
De present simple is beter bekent als de SHIT-regel.


Eindigt het werkwoord op Y, dan wordt deze vervangen door IES
bij SHE, HE & IT.

We (he) fly to England every weekend.   
She tries to be like her sister.           
S
H
I
T
-regel

Slide 20 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
She .... very hard and .... good grades.
A
study/get
B
studies/gets

Slide 21 - Quizvraag

present simple
My mom .... (to tidy) my room and ..... (to wash) my clothes.

Slide 22 - Open vraag

Kies de juiste vorm:
They .... (to cry) every time at weddings.
A
cry
B
cries

Slide 23 - Quizvraag

Present simple
De present simple is beter bekent als de SHIT-regel.


Als a, e, i, o, u  voor de Y staat , voeg je S Eindig toe na SHE, HE & IT.

You buy way to many games.   
The horse (it) plays the piano in the evenings.           
S
H
I
T
-regel

Slide 24 - Tekstslide

present simple
Jimmy never ..... (to pay) attention.

Slide 25 - Open vraag

Kies de juiste vorm:
The cats ... in the garden.
A
play
B
plays

Slide 26 - Quizvraag

present simple
She ..... (to say) so all the time.

Slide 27 - Open vraag

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 28 - Open vraag

Ik kan de present simple (shit-regel) toepassen in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Stepping Stones
Huiswerk
                                   Wat: blz. 60/61/62 opdrachten 33, 34, 35 en 36a
                      Hulp: zie Grammar 1 op blz. 61 voor uitleg.

Slide 30 - Tekstslide

See you tomorrow!

Slide 31 - Tekstslide