2.2 grondwet en grondrechten

2.2 grondwet en grondrechten
Sophie, Karlijn en Kaylee
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.2 grondwet en grondrechten
Sophie, Karlijn en Kaylee

Slide 1 - Tekstslide

inhoud

- grondwet in Nederland
- onstaan grondwet
- wat staat er in de grondwet?
- grenzen van onze vrijheid

Slide 2 - Tekstslide

wat weet je over de
grondwet?

Slide 3 - Woordweb

grondwet in Nederland
- legt de fundamentele rechten van de burgers vast
fundamentele rechten = rechten die ieder mens heeft
- begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers
- geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat (koning, ministers, parlement) in grote lijnen zijn georganiseerd
- drukt de eenheid van de natie uit

Slide 4 - Tekstslide

ontstaan grondwet
1798: staatsregeling van de Bataafse Republiek -> gezien als voorloper van de grondwet
1814: Nederland wordt een constitutionele monarchie = koninkrijk met een grondwet
1848: macht van de koning werd ingeperkt in de grondwet en de koning werd onschendbaar = geen macht meer
censuskierecht = kiesrecht voor een kleine groep mannelijke burgers die een bepaald aantal belasting betaalden



Slide 5 - Tekstslide

ontstaan grondwet
de staat had één taak volgens Thorbecke -> vrijheid van de burgers te dienen
nachtwakersstaat = staat die zich voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers

minder rijke mannen en vrouwen wilden ook kiesrecht -> er ontstond een klassenstrijd, wat leidde tot wijzigingen in de grondwet
1983: er kwam een nieuwe grondwet met meer bescherming tegen discriminatie en recht op sociale zekerheid




Slide 6 - Tekstslide

wat is een constituele monarchie?
A
koninkrijk zonder grondrecht of grondwet
B
koninkrijk met grondrecht
C
koninkrijk zonder grondwet
D
koninkrijk met grondwet

Slide 7 - Quizvraag

wat staat er in de grondwet?
klassieke grondrechten, recht vrijheid en gelijkheid van burgers:

- recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen -> niemand mag worden gediscrimineerd vanwege godsdienst, politieke gezindheid of geslacht etc.
- de persoonlijke vrijheid -> iedereen mag gaan en staan waar hij wil, privacywet, vrijheid van godsdienst en onderwijs
- de politieke vrijheid -> kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, drukpers etc.

Slide 8 - Tekstslide

wat staat er in de grondwet?
sociale grondrechten:
- besef dat de staat actief in moest grijpen om aan alle inwoners vrijheid en gelijkheid te garanderen
- recht op voorzieningen als: werkgelegenheid, sociale zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw en onderwijs
- 1983: voorzieningen werden verantwoordelijkheid van de staat
klassieke rechtsstaat -> sociale rechtsstaat/verzorgingsstaat

Slide 9 - Tekstslide

wat zijn de klassieke grondrechten?
A
gelijke behandeling, persoonlijke vrijheid
B
censuurverbod en vrijheid van vereniging
C
privacy, huisrecht
D
onteigening, briefgeheim

Slide 10 - Quizvraag

grenzen van onze vrijheid
wederkerige erkenning ->als de katholieken een kerk mogen bouwen, mogen de moslims ook een moskee bouwen
'behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet' -> mag gebruik maken van de rechten die je hebt, maar je mag niet andere wetten overschrijden
- verticale werking = grondrechten worden door de burgers uitgeoefend tegenover de staat
- horizontale werking = burgers beroepen zich tegenover elkaar op hun grondrechten

Slide 11 - Tekstslide

welke twee werkingen hebben grondrechten?
A
Nederlandse en Hollandse werking
B
Oost en West werking
C
verticale en horizontale werking
D
goede en slechte werking

Slide 12 - Quizvraag

einde
zijn er nog vragen?

Slide 13 - Tekstslide