H5 Gaswisseling en zuurstoftransport

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 3 - Sleepvraag

Wat doen longblaasjes?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De bron geeft schematisch een longblaasje met een longhaarvat van de mens weer. Vier plaatsen in het longhaarvat zijn aangegeven met P, Q, R en S. De pijlen geven de stroomrichting van het bloed aan.

Op welke van deze plaatsen bevindt zich zuurstof?
A
alleen op plaats R
B
alleen op de plaatsen Q en R
C
alleen op de plaatsen R en S
D
op de plaatsen P, Q, R en S

Slide 9 - Quizvraag

De afbeelding geeft schematisch de barrière weer tussen de lucht in een longblaasje en een rode bloedcel in een longhaarvat.
Uit de bron is af te leiden hoeveel membranen een zuurstofmolecuul tenminste moet passeren om vanuit de lucht in een longblaasje terecht te komen in een rode bloedcel in een longhaarvat.

Hoeveel membranen zijn dit ten minste?
A
een
B
twee
C
drie
D
meer dan drie

Slide 10 - Quizvraag

O2 en CO2 verplaatsen zich zo dat het verschil in druk in de longen en het bloed(plasma) zo klein mogelijk blijft.
Met welke term wordt een dergelijke verplaatsing van gasmoleculen aangegeven?
A
actief transport
B
difussie
C
osmose

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Ademhalingscentrum in hersenstam
Bijstelling op basis van pH van het bloed
Hoe zuurder het bloed, hoe meer CO2
Deze pCO2 wordt gemeten door zintuigen in halsslagaders
Hersenstam zendt impulsen naar de ademhalingsspieren
Zo wordt je ademhalingstempo bepaald

Slide 16 - Tekstslide

Welke factor is NIET direct een prikkel voor het ademhalingscentrum om te gaan ademhalen?
A
daling concentratie zuurstof in je bloed
B
stijging concentratie koolstof dioxide in je bloed
C
daling pH waarde in je bloed
D
Stijging adrenaline in je bloed

Slide 17 - Quizvraag

Zie Binas
Totale longcapaciteit = vitale capaciteit + restvolume
Restvolume ≠ dode ruimte
In- en uitgeademde lucht mengen.
Daardoor bevat de lucht in de longblaasjes minder zuurstof dan de buitenlucht.

Slide 18 - Tekstslide

Je haalt alle zuurstof uit de lucht als je ademt
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag