Weer en Klimaat

Weer en klimaat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Verschil tussen weer en kliimaat
  • vier hoofdklimaten (her)kennen
  • Klimaatgrafiek aflezen

Slide 2 - Tekstslide

Weer & Klimaat
Wat weet jij over de onderwerpen weer en klimaat?

Slide 3 - Woordweb

Weer
  • op één plaats
  • op één moment
  • verandert snel

  • temperatuur
  • neerslag
  • wind

Slide 4 - Tekstslide

Klimaat
  • Over 30 jaar
  • groot gebied
  • verandert niet snel

  • Gemiddelde weer

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

4 hoofdklimaten op aarde

  1. Tropisch klimaat
  2. Droog klimaat
  3. Gematigd klimaat
  4. Koud/Pool klimaat



Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken Tropisch Klimaat:
  • hele jaar warm, ± 28°C
  • nooit kouder dan 18°C
  • veel neerslag
  • soms deel van het jaar droog

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken Droog Klimaat:
  • bijna geen neerslag
  • grote temperatuurverschillen

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken Gematigd Klimaat:
  • niet heel warm of heel koud
  • hele jaar neerslag
  • soms deel van het jaar droog

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken Pool Klimaat:
  • hele jaar koud
  • zomertemperatuur niet boven 10°C
  • weinig neerslag, in de vorm van sneeuw

Slide 11 - Tekstslide

hoeveelheid neerslag per maand in mm
Deze rode lijn geeft altijd de temperatuur  per maand aan.
Rechts staat de temperatuur in graden Celsius
De blauwe staafjes geven de neerslag per maand aan. Elke staafje is een maand van het jaar.

Slide 12 - Tekstslide

Welk klimaat zie je hier?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het klimaat en weer?
A
meer neerslag bij weer dan bij klimaat
B
er is helemaal geen verschil tussen weer en klimaat
C
Bij het klimaat wordt vooral naar temperatuur gekeken
D
klimaat is het gemiddelde weer over periode van 30 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link