Expressions Unit 5 VWO

Zet de zin in het Engels:

Het is jammer dat we de optocht niet konden zien.
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zet de zin in het Engels:

Het is jammer dat we de optocht niet konden zien.

Slide 1 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Waarom moest het nou regenen?

Slide 2 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik keek zó uit naar de muziek.

Slide 3 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik wou dat het beter weer was.

Slide 4 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik was erg tevreden met de kwaliteit van de muziekgroepen.

Slide 5 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

De hele dag was gewoon perfect.

Slide 6 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik vond vooral de solist die een komisch liedje zong erg goed.

Slide 7 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik zal je vertellen wat er gisteren op de kermis is gebeurd.

Slide 8 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Als klap op de vuurpijl verloor ik mijn sleutels.

Slide 9 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

En wat denk je? Hij weigerde!

Slide 10 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

In eerste instantie vond ik de achtbaan een beetje kinderachtig.

Slide 11 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Het liep allemaal mis toen we in de botsautootjes wilden gaan.

Slide 12 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Om een lang verhaal kort te maken: er kwam ruzie van.

Slide 13 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Al met al zou ik het de ergste dag van mijn leven noemen.

Slide 14 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Dus als ik je goed begrijp zijn jullie geen vrienden meer?

Slide 15 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ik voelde me meteen beter toen de politie kwam.

Slide 16 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Ach ja, eind goed al goed, lijkt me.

Slide 17 - Open vraag

Zet de zin in het Engels:

Gelukkig had ik al die tijd mijn portomonnee in mijn hand.

Slide 18 - Open vraag