3.3 en 3.4 groei steden + inrichting

3.3 en 3.4 groei steden + inrichting
- Hoe zijn agglomeraties en stedelijke zones ontstaan?
- Waarom moet ik zo ver reizen voor grote pretparken?
- Hoe wordt bevolkingskrimp tegen gegaan?

herhaling vorige les
uitleg ontstaan agglomeratie en stedelijke zone
werkblad maken
werk aan weektaak
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.3 en 3.4 groei steden + inrichting
- Hoe zijn agglomeraties en stedelijke zones ontstaan?
- Waarom moet ik zo ver reizen voor grote pretparken?
- Hoe wordt bevolkingskrimp tegen gegaan?

herhaling vorige les
uitleg ontstaan agglomeratie en stedelijke zone
werkblad maken
werk aan weektaak

Slide 1 - Tekstslide

Jezelf toevoegen aan Lesson Up
Log in LessonUp in met jouw schoolaccount.
Gebruik de klascode:   rpnuh

Heb je jezelf toegevoegd?
Top! je kan nu de LessonUps van de les terugkijken.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Nodig
Pen en papier.

Je krijgt 3x een dia te zien. 

Er zijn woorden afgedekt met een groen vak.
Schrijf de woorden op die op de groene vakken moeten komen.

Slide 3 - Tekstslide

Vul de groene vakken in
1940
1970
1960
1980                                 nu
Indonesië onafhankelijk 
(geen kolonie NL meer).

Indonesiërs naar NL
Veel industrie in NL.
(zwaar, vies werk)

Arbeidsmigranten uit Middellandse Zeegebied naar NL.
Suriname onafhankelijk
(geen kolonie NL meer).

Surinamers naar NL
migratiemotief
Mensen met NL roots waren niet meer welkom in Indonesië.
(politieke reden)
migratiemotief
Economisch + bang voor discriminatie
migratiemotief
Economisch:
Ze komen voor werk: arbeidsmigranten
Vluchtelingen

Syriërs, Oekraïners, Afghanen.

Mensen uit conflictgebieden.


migratiemotief
Politiek (vluchten voor oorlog en/of onderdrukking)
Arbeidsmigranten uit EU (Vooral Oost EU, bijv. Polen)

+Hoogopgeleid bijv. uit India
land
mens uit land
land
mens uit land
begrip
gebied
gebied

Slide 4 - Tekstslide

Vul de groene vakken in
1940
1970
1960
1980                                 nu
Indonesië onafhankelijk 
(geen kolonie NL meer).

Indonesiërs naar NL
Veel industrie in NL.
(zwaar, vies werk)

Arbeidsmigranten uit Middellandse Zeegebied naar NL.
Suriname onafhankelijk
(geen kolonie NL meer).

Surinamers naar NL
migratiemotief
Mensen met NL roots waren niet meer welkom in Indonesië.
(politieke reden)
migratiemotief
Economisch + bang voor discriminatie
migratiemotief
Economisch:
Ze komen voor werk: arbeidsmigranten
Vluchtelingen

Syriërs, Oekraïners, Afghanen.

Mensen uit conflictgebieden.


migratiemotief
Politiek (vluchten voor oorlog en/of onderdrukking)
Arbeidsmigranten uit EU (Vooral Oost EU, bijv. Polen)

+Hoogopgeleid bijv. uit India

Slide 5 - Tekstslide

Binnenlandse migratie
In zowel Duitsland als Nederland verhuisden mensen van het armere oosten naar het rijkere westen.

De gebieden waar mensen weg trekken zijn krimpregio's

In Nederland liggen de krimpregio's vooral aan de buitenranden van het land. De Randstad groeit juist.
????
????
????
????
????

Slide 6 - Tekstslide

Binnenlandse migratie
In zowel Duitsland als Nederland verhuisden mensen van het armere oosten naar het rijkere westen.

De gebieden waar mensen weg trekken zijn krimpregio's

In Nederland liggen de krimpregio's vooral aan de buitenranden van het land. De Randstad groeit juist.

Slide 7 - Tekstslide

Steden groeien
1950: Urbanisatie
= Verhuizen van platteland naar stad.

1970: Suburbanisatie
= Verhuizen van stad naar 
net buiten de stad (meer ruimte)
????
????
????

Slide 8 - Tekstslide

Steden groeien
1950: Urbanisatie
= Verhuizen van platteland naar stad.

1970: Suburbanisatie
= Verhuizen van stad naar 
net buiten de stad (meer ruimte)

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg 3.3: steden groeien
Vanaf 1950 groeiden steden door urbanisatie

Het midden (centrum) is het oudst
De stad (rood) is gegroeid door urbanisatie

Slide 10 - Tekstslide

Steden groeien
Vanaf 1970 gingen de dorpen rondom de grote stad groeien (door suburbanisatie)


De stad (rood) is gegroeid door urbanisatie
Tijdens de suburbanisatie zijn de dorpen vlakbij de stad gegroeid. 
Als dorp en stad aan elkaar vast zitten noem je het een agglomeratie.
agglomeratie

Slide 11 - Tekstslide

Welke dorpen horen bij agglomeratie Den Haag?

Slide 12 - Tekstslide

Agglomeraties kunnen ook aan elkaar vast groeien.
= stedelijke zone
Ruhrgebied = grootste stedelijke zone van Duitsland.

Slide 13 - Tekstslide

Agglomeraties kunnen ook aan elkaar vast groeien.
= stedelijke zone
Ruhrgebied = grootste stedelijke zone van Duitsland.
Hoe heet de grootste stedelijke zone in NL?
de Randstad
(dit zijn de agglomeraties Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht die aan elkaar vast zijn gegroeid).

Slide 14 - Tekstslide

Bevolkingskrimp tegen gaan
Bevolkingskrimp is vervelend want voorzieningen verdwijnen en het gebied wordt steeds armer.

Oplossing: herinrichting om het gebied weer aantrekkelijk te maken.

Slide 15 - Tekstslide

Herinrichting door:
Sloop oude woonblokken en oude industrie.
Vervangen voor creatieve bedrijven en evenementen.

Betere bereikbaarheid door nieuwe trams, bussen en snelwegen.
Meer groen
Zoals parken.

Bestemmingsplan
De overheid legt in een bestemmingsplan vast wat er op welke plek in de stad mag komen.

Slide 16 - Tekstslide

Weektaak deze week
Na de kerstvakantie is af:
Opgaven 1 t/m 6 van 3.2
Opgave 1 t/m 5 van 3.3


timer
10:00
Maak het werkblad, klaar? 
Lever in (met je naam) en werk aan je weektaak

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
- Hoe zijn agglomeraties en stedelijke zones ontstaan?


- Waarom zijn er op sommige plekken veel voorzieningen en ergens anders maar weinig?


- Waarom moet ik zo ver reizen voor bijv. pretparken?


- Hoe wordt bevolkingskrimp tegen gegaan?

Slide 18 - Tekstslide