De tijden veranderen leervragen

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waarom past het boek 'Ik, Jan Cremer' zo goed bij de jaren '60?

Slide 2 - Open vraag

Waardoor ontwikkelt zich in de jaren '60 een nieuwe jongerencultuur en wat zijn de kenmerken van deze beweging?

Slide 3 - Open vraag

Hoe verandert de plek die literatuur inneemt in de maatschappij?

Slide 4 - Open vraag

Welke twee stromingen vormen een tegenreactie op de abstracte en niet zo toegankelijke poëzie van o.a. de Vijftigers?

Slide 5 - Open vraag

Waarom past het gedicht Kooitje (blz. 240 HB) bij het neorealisme?

Slide 6 - Open vraag

Waarom past het gedicht Jonge sla (blz. 240 HB) bij de neoromantiek?

Slide 7 - Open vraag

Beschrijf de overeenkomsten én de verschillen tussen het neorealisme en de neoromantiek

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van de prozaschrijvers in de jaren '60?

Slide 9 - Open vraag

Welke schrijvers rekenen we tot De Grote Drie?

Slide 10 - Open vraag

Van 1970 ontstaat er een tegenstroom op het gebied van romans en verhalen. Waarin verzetten deze schrijvers zich en wat kenmerkt hun werk?

Slide 11 - Open vraag

Welk boek van welke schrijfster is belangrijk geweest voor de tweede feministische golf?

Slide 12 - Open vraag