Les 6 - H1 - Woordenschat Stijlfiguren :herhaling tegenstelling en opsomming

Planning
  • Lezen in het Gouden ei (15min)
  • Huiswerk nakijken + gelegenheid tot stellen van vragen (10min)
  • Herhaling stijlfiguren jaar 2 (5min)
  • Uitleg stijlfiguren H1- herhaling; tegenstelling en opsomming (5min-10min)
  • Aan de slag (25min)
  • Kahoot werkwoordspelling (als we tijd over hebben)
  • Huiswerk
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Lezen in het Gouden ei (15min)
  • Huiswerk nakijken + gelegenheid tot stellen van vragen (10min)
  • Herhaling stijlfiguren jaar 2 (5min)
  • Uitleg stijlfiguren H1- herhaling; tegenstelling en opsomming (5min-10min)
  • Aan de slag (25min)
  • Kahoot werkwoordspelling (als we tijd over hebben)
  • Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat was het huiswerk?
H4- Spelling blz. 133

Maken: opdracht 8
H5- Spelling blz. 162-163
Maken: opdracht 7 + 8
H6 - Spelling blz. 192
Maken: opdracht 6




Slide 3 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je de stijlfiguren 

herhaling, tegenstelling( verschillende soorten)+ opsomming herkennen en begrijpen


Slide 4 - Tekstslide

H1- Woordenschat op blz. 24
Wat weet je nog/ al over stijlfiguren?
Overleg in tweetallen
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Stijlfiguren worden veel gebruikt door schrijvers en sprekers om de tekst levendig te houden.

Een tekst kun je op verschillende manieren aantrekkelijk maken:
met o.a
-beeldspraak (In de herfst van haar leven nam mijn oma nog rijles) = figuurlijk taalgebruik
-vergelijking, (zo rood als wijn)


Slide 6 - Tekstslide

metafoor: bijv. 'het schip der woestijn' voor de kameel)--> De kameel wordt hier vergeleken met een schip, waarschijnlijk mede vanwege zijn schommelende manier van lopen.
 en 
personificatie: levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen krijgen menselijke eigenschappen: 'de wind huilt' of 'de groene meubels denken aan elkaar'



Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Herhaling:
– Plus geeft meer, veel meer.
Tegenstelling:
– Vierkant in de fles, rond op de tong (reclame van jeneverproducent)
Opsomming:
– Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder (uit een liedtekst van Ramses Shaffy)


Slide 10 - Tekstslide

Bijzondere opsommingen zijn:

de drieslag, een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen:
Bloed, zweet en tranen
de climax, een steeds sterker wordende reeks:
– Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste (reclame van een advocatenkantoor)



Slide 11 - Tekstslide

de omgekeerde climax, een steeds zwakker wordende reeks:
– Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 12 - Tekstslide

In tweetallen
H1- Woordenschat Stijlfiguren/herhaling, tegenstelling en opsomming blz. 24 t/m 27 
Lezen: theorie 
Maken: opdr. 1 t/m 4


Iedereen schrijft zelf het antwoord in zijn/haar eigen schrift!


Snel klaar?  Je leest verder in 'Het gouden ei' of je maakt je huiswerk alvast (opdracht 5 + 6)
timer
25:00

Slide 13 - Tekstslide

HUISWERK VOOR 27 SEPTEMBER 
H1- Woordenschat Stijlfiguren: herhaling, tegenstelling en opsomming blz. 24 t/m 27 
Lezen: de theorie over deze stijlfiguren

Afmaken: opdracht 1 t/m 3 (had in de les al af moeten zijn!)
Maken: opdr. 5 t/m 6

Maandag: toets werkwoordspelling!




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link