OMA'S WORKSHOPS Les 2: Wildbreien
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Niveau: Gemiddeld
Duur: 45 minuten
Doelgroep: Voortgezet Onderwijs - Leerjaar 3 & 4
Slide 2 - Tekstslide
Deze les kan worden gebruikt ter voorbereiding op de workshops die in de categorie ‘Oma’s Workshops’ vallen. In deze workshops staan verschillende textiele ambachten centraal, zoals vilten, tuften en breien. Sinds de komst van sociale media zijn deze ambachten aan een opmars bezig. Maar niet alleen online wordt textielkunst veelvuldig gedeeld. Ook in het straatbeeld zie je regelmatig textielkunst terug. Deze vorm van street art wordt ook wel ‘Yarn bombing’ of ‘Wildbreien’ genoemd. In deze les duiken de leerlingen in de wereld van het wildbreien en gaan ze zelf een gebreide lap maken waarmee ze een object kunnen inpakken. Hiermee maken ze de saaiste plekjes in de school kleurrijk.
Slide 3 - Tekstslide
Begin de les met het kijken van de volgende video tot 1:57. https://youtu.be/NFDmsNCGcvc In deze video legt de grondlegger van het wildbreien Magda Sayeg uit wat wildbreien is en hoe de beweging is ontstaan. Geef de leerlingen als kijkvraag mee om te luisteren naar wat voor Sayeg redenen waren om te starten met wildbreien. Zet eventueel de video af en toe op pauze om stukjes te vertalen.
Inventariseer daarna plenair welke motieven de leerlingen hebben gehoord. Waarom startte Sayeg met wildbreien? Wat waren de reacties op haar eerste werk? Vraag ook aan de leerlingen wat ze van het fenomeen wildbreien vinden. Probeer in het gesprek verschillende perspectieven aan bod te laten komen.
Slide 4 - Video
Begin de les met het kijken van de volgende video tot 1:57. https://youtu.be/NFDmsNCGcvc In deze video legt de grondlegger van het wildbreien Magda Sayeg uit wat wildbreien is en hoe de beweging is ontstaan. Geef de leerlingen als kijkvraag mee om te luisteren naar wat voor Sayeg redenen waren om te starten met wildbreien. Zet eventueel de video af en toe op pauze om stukjes te vertalen.
Inventariseer daarna plenair welke motieven de leerlingen hebben gehoord. Waarom startte Sayeg met wildbreien? Wat waren de reacties op haar eerste werk? Vraag ook aan de leerlingen wat ze van het fenomeen wildbreien vinden. Probeer in het gesprek verschillende perspectieven aan bod te laten komen.
Slide 5 - Tekstslide
Vertel dat de leerlingen vandaag ook een lap stof gaan breien waarmee ze thuis of op school een object mogen inpakken. Misschien willen ze ook wel een deurklink inpakken of mag bijvoorbeeld een hek of een paaltje op het plein worden ingepakt met kleurrijke breisels. Of misschien kunnen de poten van de krukken in het lokaal wel worden aangekleed. Brainstorm samen met de leerlingen wat er mogelijk is bij jullie op locatie. Welke plekken in school zouden de leerlingen graag wat kleurijker maken?
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit dat breien een manier is om met twee of meer naalden een lap textiel te maken. Maar je kunt ook je vingers gebruiken als breinaalden. Deze techniek wordt ook wel vingerbreien genoemd. Vandaag gaan de leerlingen hiermee aan de slag.
Slide 7 - Video
● Bekijk samen de volgende video waarin wordt uitgelegd hoe je start met een vingerbreiwerk: https://youtu.be/BgkKzS3kcbo of leg mondeling uit hoe je begint met breien.
● Je start door de draad over de binnenkant van je hand heen te leggen, en het uiteinde tussen je duim en je hand te klemmen. Vervolgens ga je over je wijsvinger heen met het draad, onder je middelvinger door, over je ringvinger heen en onder je pink door. De volgende baan terug doe je precies andersom. Je gaat hierbij dus over je pink heen, onder je ringvinger door, over je middelvinger heen en onder je wijsvinger door. Leg nu de draad over al je vingers heen terug. Haal nu steeds het onderste lusje wat je aan je vinger hebt zitten over de draad heen die op je vingers ligt. Als je alle vingers hebt gehad sla je de draad weer terug over je vingers heen en sla je weer de onderste lusjes over het draad heen. Ga zo door met breien totdat je een aardig stuk gebreid hebt.
Slide 8 - Tekstslide
Leg de opdracht uit aan de hand van de vier stappen.
● Laat elke leerling een dikke draad wol pakken. Op de wikkel van een bol wol staat de dikte van de pennen die je nodig hebt om met die wol te breien. Kies wol voor pennen 8-10. Gebruik je wat dunnere wol? Werk dan met dubbele draad.
● Laat elke leerling starten met een breiwerk en een kwartier tot twintig minuten breien. Hoe groter het breiwerk, hoe meer de leerlingen straks kunnen inpakken met het breiwerk!
● Als de leerlingen klaar zijn is het tijd om het breiwerk af te maken. Wanneer je het breiwerk namelijk zo van je vingers haalt kun je het weer los trekken. Dit is uiteraard niet de bedoeling. Je maakt het breiwerk af door je draad op ongeveer 15 cm afstand af te knippen. Haal daarna de draad door de lussen heen. Knoop de draad vast aan de laatste lus.
● Daarna mogen ze het werk bevestigen op een plek naar keuze.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
● Laat elke leerling starten met een breiwerk en een kwartier tot twintig minuten breien. Hoe groter het breiwerk, hoe meer de leerlingen straks kunnen inpakken met het breiwerk!
Slide 11 - Video
● Bekijk samen de volgende video waarin wordt uitgelegd hoe je start met een vingerbreiwerk: https://youtu.be/BgkKzS3kcbo of leg mondeling uit hoe je begint met breien.
● Je start door de draad over de binnenkant van je hand heen te leggen, en het uiteinde tussen je duim en je hand te klemmen. Vervolgens ga je over je wijsvinger heen met het draad, onder je middelvinger door, over je ringvinger heen en onder je pink door. De volgende baan terug doe je precies andersom. Je gaat hierbij dus over je pink heen, onder je ringvinger door, over je middelvinger heen en onder je wijsvinger door. Leg nu de draad over al je vingers heen terug. Haal nu steeds het onderste lusje wat je aan je vinger hebt zitten over de draad heen die op je vingers ligt. Als je alle vingers hebt gehad sla je de draad weer terug over je vingers heen en sla je weer de onderste lusjes over het draad heen. Ga zo door met breien totdat je een aardig stuk gebreid hebt.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
● Laat de leerlingen op zoek gaan naar een object wat ze met hun breiwerk kunnen inpakken. Mochten de leerlingen hun werk buiten het lokaal willen bevestigen, laat ze dan minimaal een meter meenemen van het draad wat ze hebben gebruikt en een schaar.
● Als de leerlingen een plek gevonden hebben voor hun breiwerk mogen ze hier hun breiwerk bevestigen. Laat de leerlingen afhankelijk van de locatie hun breiwerken aan elkaar vastmaken en de uiteinden aan elkaar naaien en knopen. Hiervoor kunnen ze de losse meegenomen draden gebruiken.
● Laat de leerlingen eventueel een foto maken van hun opgehangen breiwerk zodat je het werk later plenair kan bespreken.
Slide 15 - Tekstslide
Sluit klassikaal af door samen de breisels te bekijken. Dit kan door samen naar de locatie te lopen waar de breisels hangen of door de gemaakte foto’s op het digibord te bekijken. Bespreek met de leerlingen wat ze van de breitechniek vonden en hoe ze het hebben ervaren om hun werk ‘in het wild’ op te hangen. Benoem nog even wanneer Kleinkunstig naar school komt en welke workshops de leerlingen kunnen volgen.
