Week 3 spelling en over taal blok 3

Week 3 Spelling
Wat betekenen deze 
spreekwoorden ?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 3 Spelling
Wat betekenen deze 
spreekwoorden ?

Slide 1 - Tekstslide

Week 3
Grammatica blok 3 is af.
Weet je het nog ? Het lijdend voorwerp.
Spelling van de persoonsvorm.
Hoe vind je die ook alweer ?
't x k f s ch p (het ex kofschip)
voltooid deelwoord
meevoudsvormen 

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog ?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ik mak een opstel over een stinkdier

Slide 5 - Open vraag

Ik vindt dat een erg grappig dier

Slide 6 - Open vraag

Het dier gebruikd een handig wapen.

Slide 7 - Open vraag

Wilt je weten wat ?

Slide 8 - Open vraag

Bij gevaar til hij zijn staart op.

Slide 9 - Open vraag

Dan spuitt hij een straal stinkstof.

Slide 10 - Open vraag

Jullie snapt wel dat de vijand gauw weg is.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Opdracht 1 t/m 5
Morgen afmaken van spelling , dat zal dan gaan over de meervoudsvormen en het maken van een dictee.

Slide 13 - Tekstslide

opdracht 6
1 boeken 
2 auto’s 
3 groeven 
4 hazen 
5 bladeren 
6 emmers 
7 zeeën 
8 paarden 

Slide 14 - Tekstslide

auto – auto’s 
 schelp – schelpen 
 vakantie – vakanties 
 plant – planten 
 druppel – druppels 
 fiets – fietsen 
 strand – stranden 
 fee – feeën 
 ijsje – ijsjes 

reis – reizen 
 vuur – vuren 
 lolly – lolly’s 
 handdoek – handdoeken 
 neef – neven 
 kind – kinderen 

Slide 15 - Tekstslide

Dictee opdracht 9
1 De bouwvakker kreeg het benauwd toen hij op de vijftiende verdieping stond. 
2 Mijn zus moet de was opvouwen, maar ik moet de wc boenen met chloor. 
3 Je hoeft spinazie niet te koken, je kunt het ook rauw eten. 
4 Ik ben nieuwsgierig naar jullie laatste vakantie in Frankrijk. 
5 Met deze hitte drink ik elke dag wel drie liter water. 
6 In juni regende het zo veel, dat de rivier overstroomde. 
7 Na twee jaar zwemles heeft mijn neefje eindelijk zijn diploma gehaald. 
8 Na de wedstrijd werd de scheidsrechter bedreigd door het publiek. 
9 De houten bruggen zien er vies uit door de algen. 
10 Door het felle zonlicht zijn de bladzijden van mijn schrift geel geworden. 

Slide 16 - Tekstslide

Dictee opdracht 9
1 De bouwvakker kreeg het benouwd toen hij op de vijftiende verdieping stond. 
2 Mijn zus moet de was opvouwen, maar ik moet de wc boenen met gloor. 
3 Je hoeft spinasie niet te koken, je kunt het ook rauw eten. 
4 Ik ben nieuwgierig naar jullie laatste vakantie in Frankrijk. 
5 Met deze hite drink ik elke dag wel drie liter water. 
6 In junni regende het zo veel, dat de rivier overstroomde. 
7 Na twee jaar zwemles heeft mijn neefje eindelijk zijn dieploma gehaald. 
8 Na de wedstrijd werd de scheidsrechter bedrijgd door het publiek. 
9 De hauten bruggen zien er vies uit door de algen. 
10 Door het fele zonlicht zijn de bladzijden van mijn schrift geel geworden. 

Slide 17 - Tekstslide

Lekker aan de slag

Slide 18 - Tekstslide