Les 6 § 1.3 Lezen opdr. 6-11

Het bepalen van de kernzin van een alinea
Welkom
Ga rustig zitten
Pak Ta!ent, je schrift, je pen en zet je  laptop alvast klaar.
Laat Ta!ent nog dicht!
timer
3:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het bepalen van de kernzin van een alinea
Welkom
Ga rustig zitten
Pak Ta!ent, je schrift, je pen en zet je  laptop alvast klaar.
Laat Ta!ent nog dicht!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

§ 1.3 Lezen
Leerdoelen => In deze les leer je:
  • de manieren van lezen
  • hoe je het onderwerp van een tekst vindt
  • hoe je de betekenis van moeilijke woorden ontdekt


Slide 2 - Tekstslide

Pak je laptop
Ga naar Lessonup.app

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat doe je als je het onderwerp van de tekst wilt weten? (zie leertekst p.23)

Slide 6 - Open vraag

Welke vraag stel je als je het deelonderwerp van een alinea wilt weten? (zie leertekst p.23)

Slide 7 - Open vraag

Lees tekst 2 verkennend (p. 24)

Slide 8 - Tekstslide

Waarover gaat de tekst, denk je?

Slide 9 - Open vraag

Wat staat er op de foto dat met de titel en de inleiding te maken heeft?
A
Een meisje kijkt op haar telefoon
B
Een meisje kijkt op har telefoon met geknikte nek
C
Een meisje met korte broek kijkt op haar telefoon
D
Er kijken 3 meisjes op hun telefoon

Slide 10 - Quizvraag

Lees tekst 2 nauwkeurig (p. 24)
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Welke vier aandoeningen worden in alinea 1 genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Schrijf een passend tussenkopje voor alinea 2.

Slide 13 - Woordweb

Wat is het deelonderwerp van alinea 3?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kun je er volgens artsen voor zorgen dat je geen tekstnek krijgt? Noteer de twee adviezen uit de tekst.

Slide 15 - Open vraag

Woordraadstrategie
  • Weet je nog wat dit is?
  • Welke woorden herken je in dit woord?
  • Woord
  • raad
  • strategie
  • Dus een strategie om de betekenis van een woord te raden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Is het altijd nodig om te weten wat een moeilijk woord in een tekst betekent?
A
Ja, je moet alle woorden kennen om een tekst te begrijpen
B
Nee, het is alleen nodig als het woord belangrijk is voor de tekst

Slide 19 - Quizvraag

Op welke drie manieren kun je in een tekst uitleg vinden van een moeilijk woord?

Slide 20 - Open vraag

In de Moeilijke-woordenwijzer staat: Een ander woord dat hetzelfde betekent. Hoe heet zo’n woord?
A
Samenstelling
B
Synoniem
C
Tegenstelling

Slide 21 - Quizvraag

Wat moet je doen als een schrijver een moeilijk woord niet uitlegt?
A
Dan doe je alsof er niets aan de hand is
B
Dan kijk je eerst of je een deel van het woord herkent
C
Dan pak je direct een woordenboek om de betekenis op te zoeken

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het woord fysiek
(Tekst 2 alinea 3)?
A
Geestelijk
B
Lichamelijk

Slide 23 - Quizvraag

Hoe legt de schrijver van de tekst uit wat het woord fysiek betekent?
A
Met een ander woord dat hetzelfde betekent
B
Met een omschrijving van het woord
C
Met voorbeelden bij het woord

Slide 24 - Quizvraag