BO6b


Welkom!

Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • pen of potlood
  • schrift
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les


Welkom!

Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • pen of potlood
  • schrift

Slide 1 - Tekstslide


Deze les gaan we met elkaar in dialoog.
Aan het einde van deze les heb je geleerd:
- actief deel te nemen aan een dialoog in de klas.
- een standpunt in te nemen in de dialoog, gebruikmakend van argumenten en rekening houdend met anderen.

En kun je:
- in eigen woorden de begrippen standpunt, mening en argumenten uitleggen.
- het belang van gespreksregels uitleggen en twee gespreksregels noemen.


Slide 2 - Tekstslide

Afspraken 
Voor we met elkaar in gesprek gaan moeten we belangrijke afspraken maken. Wat vind jij belangrijk in zo'n gesprek?
  • ........................................................................
  • ........................................................................
  • ........................................................................
  • ........................................................................
  • ........................................................................
  • ........................................................................

Slide 3 - Tekstslide

Wat ik belangrijk vind
  • Alles wat hier gebeurt, blijft hier.
  • Je laat elkaar uitpraten.
  • Ieders' mening mag er zijn, er is geen goed of fout.
  • We lachen elkaar niet uit.
  • Ga met elkaar in gesprek.
  • Kom je er niet uit, geef het aan. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Check in duo's
  • Wat heb je gezien?
  • Wat weet je hierover?
  • Waar heeft dit mee te maken?
  • Waar denk je dat we het deze les over gaan hebben?

Denk eerst even na over deze vragen, overleg dan met je buur en noteer de antwoorden. Je mag nog meer opschrijven als je wilt!

Slide 6 - Tekstslide

Feit, mening, standpunt of argument?
  • Een feit kun je vaststellen én is te controleren.
  • Een mening is iets wat jij vindt. Je kunt het hiermee eens of oneens zijn. '
    Ik vind...'
  • Een standpunt is iets wat jij vindt, net als een mening. In een discussie neem je vaak een standpunt in, waarin je jouw mening deelt. 
  • Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening of standpunt heeft, dan gebruikt hij een argument. 'Ik vind ...., omdat....'


Slide 7 - Tekstslide



EENS


ONEENS
Stelling:
Het is terecht dat mensen demonstreren tegen de verkiezingsuitslag

Slide 8 - Tekstslide

EENS

Wat maakt dat je het eens bent met de stelling? Leg uit.
ONEENS

Wat maakt dat je het niet eens bent met de stelling? Leg uit.

Slide 9 - Tekstslide

EENS

Wat maakt dat je het eens bent met de stelling? Leg uit.
ONEENS

Wat maakt dat je het niet eens bent met de stelling? Leg uit.
Wat kunnen andere standpunten zijn waarom iemand het hier wel of niet mee eens is?

Slide 10 - Tekstslide

Even checken.. 
  • Iets wat je vast kunt stellen én controleren is een ...........
  • ........... is iets wat jij vindt. Je kunt het hiermee eens of oneens zijn.
  • Een ........... is iets wat jij vindt, net als een mening. Je neemt het vaak in in een discussie.
  • 'Ik vind ...., omdat....', dan noemt iemand vaak een ...........  

Slide 11 - Tekstslide

We sluiten samen af
Denk na over de antwoorden op deze vragen:
  • Wat hebben we gehoord?
  • Wat waren de verschillende standpunten?
  • Hoe ga je daarmee om?
  • Wat heb je geleerd?
  • Wat neem je mee naar de rest van de dag?

Slide 12 - Tekstslide

BO6b

Slide 13 - Tekstslide